Handelsagenten en distributeurs
1
,Handelsagent = in naam en voor rekening van de fabrikant (bestaat juridisch eigenlijk niet)
Distributeur = concessie = distributeur/concessiehouder gaat goederen van de fabrikant, in zijn naam en voor
zijn rekening kopen en doorverkopen (echte tussenpersoon)
Algemeen
1. Geschreven of mondeling contract?
-Moeten we een schriftelijk of mondeling contract aangaan?
In de praktijk bestaan er nog steeds zeer veel mondelinge contracten, zelfs bij grote bedrijven en voor
aanzienlijke bedragen
Het idee dat alle contracten schriftelijk worden vastgelegd door juristen is onjuist.
o Vaak ontstaat een samenwerking vanuit vertrouwen of een goede verstandhouding, waardoor
men het overbodig of zelfs ongemakkelijk vindt om alles schriftelijk vast te leggen.
o Schriftelijk vastleggen kan dan worden gezien als een teken van wantrouwen.
In dergelijke gevallen moeten we achteraf via bewijsrecht reconstrueren wat precies overeengekomen is
o Soms worden gepensioneerde werknemers teruggehaald om te getuigen over wat destijds
afgesproken werd.
o Zo wordt het contract achteraf alsnog "samengesteld".
-Idealiter wordt een contract schriftelijk opgesteld om duidelijkheid en bewijs te waarborgen.
In realiteit bevinden we ons vaak in het "rijk van de stilte":
o Er is géén schriftelijk contract.
o Het gevolg is dat bewijs leveren moeilijk wordt en dit leidt tot veel geschillen.
-Moet alles altijd op papier worden gezet?
Het antwoord is genuanceerd: niet altijd.
In sommige gevallen kan het zelfs strategisch beter zijn om géén schriftelijk contract te maken:
o Bv. wanneer één partij juridisch sterker staat (door dwingende wetgeving die in hun voordeel
werkt) => alles wat op papier staat kan in ons nadeel spelen
-Maar advies is toch: maak een schriftelijk contract zodra dat mogelijk is.
2. Veel toetredingscontracten
-Toetredingscontracten en machtsonevenwicht
In veel sectoren zijn er toetredingscontracten: contracten die je moet aanvaarden zoals ze zijn ("take it
or leave it")
o De zwakkere partij (vaak een kleine speler) heeft geen onderhandelingsmacht en moet tekenen
wat de sterkere partij voorlegt.
Bv. kleine autodealer die werkt met een grote ondernemingen zoals Mercedes
o De distributeur heeft weinig tot geen invloed op de contractvoorwaarden.
o Dit geldt voor kleine distributeurs of handelsagenten.
Er bestaan ondertussen twee belangrijke wettelijke instrumenten die bedoeld zijn om de zwakkere partij
te beschermen
-1. Precontractuele informatieverplichting (boek X, titel 2 WER)
Doel: de zwakkere partij moet volledig geïnformeerd worden vóór het afsluiten van een
samenwerkingscontract.
Informatie wordt gegeven, daarna een cooling-off periode (waarin niets mag gebeuren), dan pas
ondertekening
o De contractuele bepalingen moeten duidelijk zijn en informatie bevatten die toelaat de situatie
correct in te schatten.
2
, 3
1
,Handelsagent = in naam en voor rekening van de fabrikant (bestaat juridisch eigenlijk niet)
Distributeur = concessie = distributeur/concessiehouder gaat goederen van de fabrikant, in zijn naam en voor
zijn rekening kopen en doorverkopen (echte tussenpersoon)
Algemeen
1. Geschreven of mondeling contract?
-Moeten we een schriftelijk of mondeling contract aangaan?
In de praktijk bestaan er nog steeds zeer veel mondelinge contracten, zelfs bij grote bedrijven en voor
aanzienlijke bedragen
Het idee dat alle contracten schriftelijk worden vastgelegd door juristen is onjuist.
o Vaak ontstaat een samenwerking vanuit vertrouwen of een goede verstandhouding, waardoor
men het overbodig of zelfs ongemakkelijk vindt om alles schriftelijk vast te leggen.
o Schriftelijk vastleggen kan dan worden gezien als een teken van wantrouwen.
In dergelijke gevallen moeten we achteraf via bewijsrecht reconstrueren wat precies overeengekomen is
o Soms worden gepensioneerde werknemers teruggehaald om te getuigen over wat destijds
afgesproken werd.
o Zo wordt het contract achteraf alsnog "samengesteld".
-Idealiter wordt een contract schriftelijk opgesteld om duidelijkheid en bewijs te waarborgen.
In realiteit bevinden we ons vaak in het "rijk van de stilte":
o Er is géén schriftelijk contract.
o Het gevolg is dat bewijs leveren moeilijk wordt en dit leidt tot veel geschillen.
-Moet alles altijd op papier worden gezet?
Het antwoord is genuanceerd: niet altijd.
In sommige gevallen kan het zelfs strategisch beter zijn om géén schriftelijk contract te maken:
o Bv. wanneer één partij juridisch sterker staat (door dwingende wetgeving die in hun voordeel
werkt) => alles wat op papier staat kan in ons nadeel spelen
-Maar advies is toch: maak een schriftelijk contract zodra dat mogelijk is.
2. Veel toetredingscontracten
-Toetredingscontracten en machtsonevenwicht
In veel sectoren zijn er toetredingscontracten: contracten die je moet aanvaarden zoals ze zijn ("take it
or leave it")
o De zwakkere partij (vaak een kleine speler) heeft geen onderhandelingsmacht en moet tekenen
wat de sterkere partij voorlegt.
Bv. kleine autodealer die werkt met een grote ondernemingen zoals Mercedes
o De distributeur heeft weinig tot geen invloed op de contractvoorwaarden.
o Dit geldt voor kleine distributeurs of handelsagenten.
Er bestaan ondertussen twee belangrijke wettelijke instrumenten die bedoeld zijn om de zwakkere partij
te beschermen
-1. Precontractuele informatieverplichting (boek X, titel 2 WER)
Doel: de zwakkere partij moet volledig geïnformeerd worden vóór het afsluiten van een
samenwerkingscontract.
Informatie wordt gegeven, daarna een cooling-off periode (waarin niets mag gebeuren), dan pas
ondertekening
o De contractuele bepalingen moeten duidelijk zijn en informatie bevatten die toelaat de situatie
correct in te schatten.
2
, 3