OPSTELLEN VAN AKTEN
LEERSTOF
Lees zeker het toelichtingsdocument op UFORA
C. DE WULF, J. BAEL en S. DEVOS, Opstellen van notariële akten, Wolters Kluwer
o Kopie te koop bij DOCUNET: zie UFORA
o Opgelet: niet altijd up-to-date (bv. vermelding oude wetsbepalingen) => studeer a.d.h.v.
je codex!
o Deels zelfstudie: zie toelichtingsdocument
o Niet alle randnummers te kennen: zie toelichtingsdocument
Slides en eigen notities
o Inclusief PO’s (zie UFORA voor planning)
Codex: niet geannoteerd (Larcier-Intersentia, Wolters Kluwer…)
Focus op notarieel familierecht, familiaal vermogensrecht en het ruime vastgoedrecht
Vennootschappen- en verenigingsrecht: in Notarieel krediet- en vennootschapsrecht (modellen)
EXAMEN (2 E SEMESTER)
Verplicht deel te nemen aan de 2 delen
Deel 1: Schriftelijk: 80% van totaalscore
o 4 uur
o Deel gesloten boek (enkel codex)
o Deel openboek (codex, cursus, slides, eigen voorbereiding)
o Vooral casussen, ook theorievragen
Als antwoord op casus een advies schrijven over de probleemstelling hoe
gaan we de cliënten het doel laten bereiken vaak meerdere hypotheses
maken
o Eenvoudig rekenmachine toegelaten
Deel 2: Mondeling: 20% van totaalscore
o 20 minuten
o Theorievragen/Casussen
o Parate kennis (enkel codex) NIET notities gebruiken!!
Bij start examen krijg je alle vragen, maar beginnen met gesloten boek (alles wat in de les, PO’s verteld is
+ randnrs stuk familiaal vermogensrecht). Als je klaar bent met gesloten boek, geef je af & begin je aan
open boek wat voornamelijk gaat over de zelfstudie.
DEEL 1. INLEIDING
H1. THEORIE TOEGEPAST IN DE NOTARIËLE PRAKTIJK
Fase 1: informatie-uitwisseling met cliënt(en) + advies
o = belangrijkste fase je zit samen met cliënt die uitlegt wat die wil je bekomt
informatie van de cliënt
1
, Bv. koppel met huis dat van 1 van hen is alle nodige info verzamelen die nodig
is om een advies te formuleren
Je kan bv. aan mensen zeggen dat in hun situatie ze best trouwen MAAR
als ze dat niet willen, moet je natuurlijk ook andere oplossingen geven
en een ander advies geven (ook zo doen op examen)
Fase 2: voorbereiding akte, incl. voorafgaande formaliteiten
o Bv. 2 cliënten die getrouwd zijn checken of ze toch echt geen huwelijkscontract
hebben gesloten (ookal hebben ze gezegd van niet)
o Opzoeken bij kadaster …
Fase 3: opstellen van de akte: modellen + creativiteit
Fase 4: akte verlijden
Fase 5: post-akte formaliteiten
o Bv. registratie akte
In de praktijk lopen rechtstakken in elkaar over
o Vb: aankoop woning => schenking ouders + relatietype + successieplanning + …
Als een van hen schenking krijgt van ouders om het te bekostigen dieper op
ingaan hoe ze dat willen doen
Wonen ze al samen? Is dat een WS? Indien niet: adviseren dat ze best WS en
indien ze dat niet willen testament schrijven
Ook op examen: casussen => hypotheses maken, verschillende opties onderzoeken
o Bij voorbeeld hierboven: best trouwen, maar als ze niet willen trouwen aanraden dat ze
WS met samenlevingscontract … (in voorbeeld daarnet
DEEL 2. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT
HUWELIJKSOVEREENKOMST
H1. VOOR- EN NADELEN VAN HET WETTELIJK STELSEL EN HET STELSEL VAN SCHEIDING
VAN GOEDEREN
Als mensen trouwen zonder HC te laten opmaken, trouwen zij onder het wettelijk stelsel
Sommigen die wel naar notaris gaan, trouwen ook onder het wettelijk stelsel omdat dat in de
situatie van die mensen een goede oplossing is
o Wettelijk stelsel tekenen: EV1 – GV – EV2
In EV zitten voorhuwelijkse goederen, schenkingen, erfenissen en legaten
verkregen tijdens huwelijk
Als je op 60e nog trouwt, kan dat EV heel groot zijn
GV zitten alle inkomsten + besparingen daarop vanaf het huwelijk
Als E1 heel veel in het GV brengt en E2 niet vanaf dat ze in huwelijk
stappen onder het wettelijk stelsel komt dat in het GV terecht, ongeacht
of er meer van E1 kwam, ze krijgen elk de helft van het GV bij scheiding
= solidair
2
, o Scheiding van goederen: EV1 en EV2
Inkomen + besparingen blijft gescheiden
E2 heeft hier een probleem als er een echtscheiding komt, zal hij veel minder
hebben
≠ solidair
Als je start met gesprek met cliënten moet je zeggen dat er 2 grote stelsel zijn & polsen wat ze
ervan vinden
o Als ze zeggen dat ze een team zijn, moet je scheiding van goederen niet meer ter sprake
brengen, tenzij een van hen architect is en dan moet er toch nog eens teruggekomen
worden op de scheiding van goederen omwille van de risico’s
In de praktijk: komen zeker niet àlle aanstaande echtgenoten bij de notaris
In de praktijk: highlights + aangepast aan mensen die voor je zitten
1. WETTELIJK STELSEL
1.1. VOORDELEN
(1) De inkomsten zijn (automatisch) gemeenschappelijk gelijke deelname in de besparingen
tijdens het huwelijk
o Maakt niet uit als je veel meer verdient als de partner
o Wat in het GV zit noemen we de aanwinsten (inkomen uit arbeid en uit kapitaal)
Interesten op schenking behoort tot GV
(2) Sommigen trouwen onder wettelijk stelsel, maar houden de rekeningen wel gescheiden
o Gedurende het huwelijk kunnen de echtgenoten niet aan elkaars rekeningen MAAR bij
einde huwelijk (bv. echtscheiding) hebben ze wel recht op de helft van wat op elkaars
rekeningen staat!!
o Zelf al staat iets op naam van 1, dat maakt niet uit als het om arbeidsinkomsten gaat
heeft andere echtgenoot recht op de helft van de aanwinsten
o Vermoeden van gemeenschappelijkheid: alles wat in WS is, wordt vermoed
gemeenschappelijk te zijn
Pas als bewezen wordt dat het EV is, behoort het niet tot GV (bv. bewijs dat iets
schenking oma is)
o Banken kunnen maar tot 10 jaar terug rekeninguittreksels geven als schenking oma 13
jaar geleden is, kan bank niet helpen en moet je zelf het tegenbewijs leveren a.d.h.v. een
ander document
(3) Optimale beveiliging van de langstlevende echtgenoot mogelijk (bv. door toebedeling van de
gemeenschap): vereist huwelijksovereenkomst
o Wet laat toe dat afgeweken wordt van de standaardregel dat GV bij ontbinding stelsel
voor helft naar ene kant en voor helft naar andere kant gaat je kan in HC andere
regeling invoeren en zeggen dat LLE het hele GV krijgt
= voordeel WS je kan spelen met het GV
(4) Inbreng van een onroerend goed toebehorend aan één van de echtgenoten is mogelijk
3
, o Bv. grond gekocht voor huwelijk grond is dus eigen aan een van de echtgenoten
Als ze er samen een huis opzetten, is het huis op grond van natrekking ook van
de ene echtgenoot DAAROM grond in GV steken via een inbreng gevolg:
huis dat erop komt zal ook gemeenschappelijk zijn
Wat als die nadien uit elkaar gaan? Werken met clausules
o Als ze niet trouwen en ze willen het gemeenschappelijk maken zal verkocht of
geschonken moeten worden, maar dan heb je wel verkooprecht of schenkbelasting
o Anticipatieve inbreng:
Mensen gaan eerst samenwonen en een huis kopen, vooraleer ze trouwen als
ze elk helft aankopen zit de helft in het EV
Anticipatief inbrengen: ze schrijven in verkoopakte in dat als ze gaan
trouwen en er een huwelijksgemeenschap bestaat, het huis in het GV
zal terechtkomen
Voordeel: geen HC meer sluiten om daar nog een de inbreng te
bedingen
= interessant om uit te leggen aan koppel dat bij u komt voor aankoop huis
1.2. NADELEN
(1) Beroepsschulden kunnen verhaald worden op het eigen vermogen van de echtgenoot die
het beroep uitoefent én op het gemeenschappelijk vermogen
o Kan een heel groot nadeel zijn van een stelsel met gemeenschap van goederen
o Bv. start-up opgestart niet-concurrentiebeding van vorige arbeidsovereenkomst
geschonden in GV zitten ook inkomsten van de andere echtgenoot die oude WG kan
aanslaan
o Bv. advocaten die onder wettelijk stelsel getrouwd zijn als advocaat verkeerd advies
geeft en wordt aansprakelijk gesteld SE kan ook verhalen op GV waarin ook inkomsten
van echtgenoot zitten die niets met het beroep te maken had
o OOK vermoeden van gemeenschappelijkheid
Als SE komt aankloppen en er is 1 bankrekening als echtgenoot 11 jaar eerder
geld uit nalatenschap ouders heeft ontvangen en dat staat op die rekening SE
kan vermoeden van gemeenschappelijkheid aanhalen & aangezien het 11 jaar
geleden is en bank geen bankuittreksel meer kan afleveren, moet echtgenoot
bewijzen dat het tot haar EV behoort
(2) Belastingschulden: fiscus kan op beide EV verhalen tenzij niet-beroepsactieve echtgenoot
onderstaande bewijzen kan leveren (art. 10, § 1, tweede lid Wetboek van de minnelijke en
gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen)
o De andere echtgenoot kan bewijzen dat iets voorhuwelijks is, of via schenking/erfenis
van iemand anders dan de beroepsactieve echtgenoot bekomen is dan maakt dat
geen deel uit van het onderpand fiscus
o Als ze getrouwd zijn onder scheiding van goederen, kan niet-beroepsactieve echtgenoot
aanhalen dat beroepsinkomsten geen onderpand zijn van fiscus
o Periodiek verrekenbeding toevoegen aan het stelsel van scheiding van goederen
4
LEERSTOF
Lees zeker het toelichtingsdocument op UFORA
C. DE WULF, J. BAEL en S. DEVOS, Opstellen van notariële akten, Wolters Kluwer
o Kopie te koop bij DOCUNET: zie UFORA
o Opgelet: niet altijd up-to-date (bv. vermelding oude wetsbepalingen) => studeer a.d.h.v.
je codex!
o Deels zelfstudie: zie toelichtingsdocument
o Niet alle randnummers te kennen: zie toelichtingsdocument
Slides en eigen notities
o Inclusief PO’s (zie UFORA voor planning)
Codex: niet geannoteerd (Larcier-Intersentia, Wolters Kluwer…)
Focus op notarieel familierecht, familiaal vermogensrecht en het ruime vastgoedrecht
Vennootschappen- en verenigingsrecht: in Notarieel krediet- en vennootschapsrecht (modellen)
EXAMEN (2 E SEMESTER)
Verplicht deel te nemen aan de 2 delen
Deel 1: Schriftelijk: 80% van totaalscore
o 4 uur
o Deel gesloten boek (enkel codex)
o Deel openboek (codex, cursus, slides, eigen voorbereiding)
o Vooral casussen, ook theorievragen
Als antwoord op casus een advies schrijven over de probleemstelling hoe
gaan we de cliënten het doel laten bereiken vaak meerdere hypotheses
maken
o Eenvoudig rekenmachine toegelaten
Deel 2: Mondeling: 20% van totaalscore
o 20 minuten
o Theorievragen/Casussen
o Parate kennis (enkel codex) NIET notities gebruiken!!
Bij start examen krijg je alle vragen, maar beginnen met gesloten boek (alles wat in de les, PO’s verteld is
+ randnrs stuk familiaal vermogensrecht). Als je klaar bent met gesloten boek, geef je af & begin je aan
open boek wat voornamelijk gaat over de zelfstudie.
DEEL 1. INLEIDING
H1. THEORIE TOEGEPAST IN DE NOTARIËLE PRAKTIJK
Fase 1: informatie-uitwisseling met cliënt(en) + advies
o = belangrijkste fase je zit samen met cliënt die uitlegt wat die wil je bekomt
informatie van de cliënt
1
, Bv. koppel met huis dat van 1 van hen is alle nodige info verzamelen die nodig
is om een advies te formuleren
Je kan bv. aan mensen zeggen dat in hun situatie ze best trouwen MAAR
als ze dat niet willen, moet je natuurlijk ook andere oplossingen geven
en een ander advies geven (ook zo doen op examen)
Fase 2: voorbereiding akte, incl. voorafgaande formaliteiten
o Bv. 2 cliënten die getrouwd zijn checken of ze toch echt geen huwelijkscontract
hebben gesloten (ookal hebben ze gezegd van niet)
o Opzoeken bij kadaster …
Fase 3: opstellen van de akte: modellen + creativiteit
Fase 4: akte verlijden
Fase 5: post-akte formaliteiten
o Bv. registratie akte
In de praktijk lopen rechtstakken in elkaar over
o Vb: aankoop woning => schenking ouders + relatietype + successieplanning + …
Als een van hen schenking krijgt van ouders om het te bekostigen dieper op
ingaan hoe ze dat willen doen
Wonen ze al samen? Is dat een WS? Indien niet: adviseren dat ze best WS en
indien ze dat niet willen testament schrijven
Ook op examen: casussen => hypotheses maken, verschillende opties onderzoeken
o Bij voorbeeld hierboven: best trouwen, maar als ze niet willen trouwen aanraden dat ze
WS met samenlevingscontract … (in voorbeeld daarnet
DEEL 2. FAMILIAAL VERMOGENSRECHT
HUWELIJKSOVEREENKOMST
H1. VOOR- EN NADELEN VAN HET WETTELIJK STELSEL EN HET STELSEL VAN SCHEIDING
VAN GOEDEREN
Als mensen trouwen zonder HC te laten opmaken, trouwen zij onder het wettelijk stelsel
Sommigen die wel naar notaris gaan, trouwen ook onder het wettelijk stelsel omdat dat in de
situatie van die mensen een goede oplossing is
o Wettelijk stelsel tekenen: EV1 – GV – EV2
In EV zitten voorhuwelijkse goederen, schenkingen, erfenissen en legaten
verkregen tijdens huwelijk
Als je op 60e nog trouwt, kan dat EV heel groot zijn
GV zitten alle inkomsten + besparingen daarop vanaf het huwelijk
Als E1 heel veel in het GV brengt en E2 niet vanaf dat ze in huwelijk
stappen onder het wettelijk stelsel komt dat in het GV terecht, ongeacht
of er meer van E1 kwam, ze krijgen elk de helft van het GV bij scheiding
= solidair
2
, o Scheiding van goederen: EV1 en EV2
Inkomen + besparingen blijft gescheiden
E2 heeft hier een probleem als er een echtscheiding komt, zal hij veel minder
hebben
≠ solidair
Als je start met gesprek met cliënten moet je zeggen dat er 2 grote stelsel zijn & polsen wat ze
ervan vinden
o Als ze zeggen dat ze een team zijn, moet je scheiding van goederen niet meer ter sprake
brengen, tenzij een van hen architect is en dan moet er toch nog eens teruggekomen
worden op de scheiding van goederen omwille van de risico’s
In de praktijk: komen zeker niet àlle aanstaande echtgenoten bij de notaris
In de praktijk: highlights + aangepast aan mensen die voor je zitten
1. WETTELIJK STELSEL
1.1. VOORDELEN
(1) De inkomsten zijn (automatisch) gemeenschappelijk gelijke deelname in de besparingen
tijdens het huwelijk
o Maakt niet uit als je veel meer verdient als de partner
o Wat in het GV zit noemen we de aanwinsten (inkomen uit arbeid en uit kapitaal)
Interesten op schenking behoort tot GV
(2) Sommigen trouwen onder wettelijk stelsel, maar houden de rekeningen wel gescheiden
o Gedurende het huwelijk kunnen de echtgenoten niet aan elkaars rekeningen MAAR bij
einde huwelijk (bv. echtscheiding) hebben ze wel recht op de helft van wat op elkaars
rekeningen staat!!
o Zelf al staat iets op naam van 1, dat maakt niet uit als het om arbeidsinkomsten gaat
heeft andere echtgenoot recht op de helft van de aanwinsten
o Vermoeden van gemeenschappelijkheid: alles wat in WS is, wordt vermoed
gemeenschappelijk te zijn
Pas als bewezen wordt dat het EV is, behoort het niet tot GV (bv. bewijs dat iets
schenking oma is)
o Banken kunnen maar tot 10 jaar terug rekeninguittreksels geven als schenking oma 13
jaar geleden is, kan bank niet helpen en moet je zelf het tegenbewijs leveren a.d.h.v. een
ander document
(3) Optimale beveiliging van de langstlevende echtgenoot mogelijk (bv. door toebedeling van de
gemeenschap): vereist huwelijksovereenkomst
o Wet laat toe dat afgeweken wordt van de standaardregel dat GV bij ontbinding stelsel
voor helft naar ene kant en voor helft naar andere kant gaat je kan in HC andere
regeling invoeren en zeggen dat LLE het hele GV krijgt
= voordeel WS je kan spelen met het GV
(4) Inbreng van een onroerend goed toebehorend aan één van de echtgenoten is mogelijk
3
, o Bv. grond gekocht voor huwelijk grond is dus eigen aan een van de echtgenoten
Als ze er samen een huis opzetten, is het huis op grond van natrekking ook van
de ene echtgenoot DAAROM grond in GV steken via een inbreng gevolg:
huis dat erop komt zal ook gemeenschappelijk zijn
Wat als die nadien uit elkaar gaan? Werken met clausules
o Als ze niet trouwen en ze willen het gemeenschappelijk maken zal verkocht of
geschonken moeten worden, maar dan heb je wel verkooprecht of schenkbelasting
o Anticipatieve inbreng:
Mensen gaan eerst samenwonen en een huis kopen, vooraleer ze trouwen als
ze elk helft aankopen zit de helft in het EV
Anticipatief inbrengen: ze schrijven in verkoopakte in dat als ze gaan
trouwen en er een huwelijksgemeenschap bestaat, het huis in het GV
zal terechtkomen
Voordeel: geen HC meer sluiten om daar nog een de inbreng te
bedingen
= interessant om uit te leggen aan koppel dat bij u komt voor aankoop huis
1.2. NADELEN
(1) Beroepsschulden kunnen verhaald worden op het eigen vermogen van de echtgenoot die
het beroep uitoefent én op het gemeenschappelijk vermogen
o Kan een heel groot nadeel zijn van een stelsel met gemeenschap van goederen
o Bv. start-up opgestart niet-concurrentiebeding van vorige arbeidsovereenkomst
geschonden in GV zitten ook inkomsten van de andere echtgenoot die oude WG kan
aanslaan
o Bv. advocaten die onder wettelijk stelsel getrouwd zijn als advocaat verkeerd advies
geeft en wordt aansprakelijk gesteld SE kan ook verhalen op GV waarin ook inkomsten
van echtgenoot zitten die niets met het beroep te maken had
o OOK vermoeden van gemeenschappelijkheid
Als SE komt aankloppen en er is 1 bankrekening als echtgenoot 11 jaar eerder
geld uit nalatenschap ouders heeft ontvangen en dat staat op die rekening SE
kan vermoeden van gemeenschappelijkheid aanhalen & aangezien het 11 jaar
geleden is en bank geen bankuittreksel meer kan afleveren, moet echtgenoot
bewijzen dat het tot haar EV behoort
(2) Belastingschulden: fiscus kan op beide EV verhalen tenzij niet-beroepsactieve echtgenoot
onderstaande bewijzen kan leveren (art. 10, § 1, tweede lid Wetboek van de minnelijke en
gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen)
o De andere echtgenoot kan bewijzen dat iets voorhuwelijks is, of via schenking/erfenis
van iemand anders dan de beroepsactieve echtgenoot bekomen is dan maakt dat
geen deel uit van het onderpand fiscus
o Als ze getrouwd zijn onder scheiding van goederen, kan niet-beroepsactieve echtgenoot
aanhalen dat beroepsinkomsten geen onderpand zijn van fiscus
o Periodiek verrekenbeding toevoegen aan het stelsel van scheiding van goederen
4