Inleidend deel
De bekendmaking en inwerkingtreding van de in België van toepassing zijnde
rechtsnorm:
De bekendmaking van de in België van toepassing zijnde rechtsnormen
Uitganspunt: om tegenstelbaar te zijn aan de burgers, moet een rechtsregel het voorwerp
uitmaken van een bekendmaking -> art.190 Gw: verplichting tot bekendmaking
Manieren van bekendmaking:
Aanplakking (= afkondiging):
Voor normen op gemeentelijk vlak (in de webtoepassing van de gemeente)
Voor normen uitgevaardigd door provinciegouverneurs
Voor normen uitgevaardigd door arrondissementscommissarissen
MAAR ontsnappen niet aan art. 190 Gw!
Publicatie in het publicatieblad is verplicht voor alle andere normen!
MAAR art. 190 Gw. is enkel van toepassing op normen van algemeen belang
(bv: benoeming en ontslag van ministers, ambtenaren van rechterlijke orde, …), voor andere
normen volstaat de loutere kennisgeving aan de betrokkenen ( bv: koninklijke besluiten
waarbij de koning gratie verleent).
+ andere opmerkingen: art. 190 Gw. is sinds 1831 nooit herzien en is ook goedgekeurd
zonder enige parlementaire bespreking/ voorbereiding.
De bekendmaking van normen in het publicatieblad
In België zijn er meerdere publicatiebladen, zoals het Belgisch Staatblad (deelstaten en
federaal niveau), het Bestuursmemoriaal (provincieraad en bestendige deputatie) en het
Publicatieblad van de EU -> als je van alles op de hoogte wil zijn, moet je ook nog de
webpagina van de gemeente raadplegen!
MAAR is het mogelijk om al deze normen te kennen? Stel dat een bedrijf actief is in alle
gemeenten van Vlaanderen (bv: Proximus), moet deze dan al de verschillende gemeentelijke
normen kennen? -> volgens het Grondwettelijk Hof (2001) zijn de normen van alle
gemeenten dan te kennen, je kan nooit de onwetendheid inroepen!
Na een publicatie in het Belgisch Staatsblad, moet er overeenstemming zijn over de omvang:
- Integraal: norm met alle bepalingen -> basisregel (uitzondering voor UM wanneer
norm niet alle burgers aanbelangt)
- Gedeeltelijk: uittreksel of vermelding
Het Belgisch Staatsblad is officieel ontstaan door een besluit van Regent Surlet de Chokier op
10 juni 1831, maar had toen de naam Bulletin Officiel. Tijdens WOII werd dit overgenomen
door de Duitsers en gebruikt voor propaganda, daarom openden de regering een tweede BS-
1
,drukkerij in Londen → welke was nu geldig? → arrest Peerboom = het officiële staatsblad is
dat van de Belgische regering en dient gekend te zijn door alle Belgen!
De inwerkingtreding van de normen binnen de Belgische rechtsorde
Eens een norm heeft voldaan aan de voorwaarden van de bekendmaking, dient ze in werking
te treden. De termijnen beginnen te lopen de dag na de bekendmaking ervan, zonder
rekening te houden met zon- & feestdagen:
- Normen op gemeentelijk niveau: 5de dag (na aanplakking)
- Normen van de provinciale raad of het provinciaal college:
o 5de dag na opneming in Bestuursmemoriaal (Vlaanderen)
o 8ste dag na opneming in Bulletin provincial (Wallonië)
- Normen van provinciegouverneurs en arrondissementscommissarissen: bepalen de
termijn zelf & indien niet treedt de norm niet in werking
- Regelgevende normen die uitgaan van de federale overheid of van de deelgebieden:
10de dag na bekendmaking
- Grondwettelijke normen treden in werking de dag van de bekendmaking
Retroactieve rechtsnormen treden ten vroegste in werking op de dag van de publicatie want
anders is er een probleem met de rechtszekerheid!
Als de publicatie op 26 april gebeurt dan is de 26ste dag 0 en zal de inwerkingtreding
gebeuren de nacht van 5 op 6 mei. Wanneer in een editie verschillende data zijn, vormt de
laatste data het beginpunt voor de termijn van tien dagen.
Bij terugwerkende kracht: wet van 19 september 2018 met terugwerkende kracht tot 1
januari 2018, de inwerkingtreding is op 19 september MAAR de uitwerking is na publicatie
op 1 januari 2018.
De verschillende fasen van grondwetsherziening en staatshervorming
Er zijn zeven grote fasen van staatshervormingen geweest, worden ook wel eens de ‘7
herzieningen’ genoemd (maar juridisch onjuiste uitspraak want elke herziening van de
grondwet telt als een volwaardige grondwetsherziening!), en 6 staatshervormingen die
grotendeels samenlopen (met uitzondering van vijfde staatshervorming die gebeurde zonder
grondwetsherziening)
2
, Federaal België: Het grondgebied en de onderverdeling ervan
De bekrachtiging van de federale structuur van het land:
art 1 Gw.: ‘België is een federale staat samengesteld uit de gemeenschappen en gewesten’
België is niet de officiële naam van ons land (Koninkrijk België), we bekrachtigen de
naam van ons land dus niet in de grondwet
‘is een staat’ benadrukt externe en interne soevereiniteit
Er wordt gesproken van een federale staat (= Staat in zijn geheel) MAAR de federale
overheid wordt niet benoemd (enkel in art. 7bis, 35 en 143 Gw.). Een land kan echter
niet uitsluitend uit deelentiteiten bestaan en dus wordt het bestaan van de federale
overheid hieruit afgeleid!
België bestaat uit 2 soorten afzonderlijke entiteiten: gemeenschappen en gewesten. Deze
bestaan tegelijkertijd op eenzelfde grondgebied waarvoor bevoegdheidsverdelende regels
zijn ontwikkeld (federale overheid moet zijn macht delen met de deelentiteiten).
Drie gewesten: Waals, Vlaams Gewest en Brussels Gewest (voor Vlaanderen lijkt dit
weinig voordeel te bieden, er zijn minder Franstaligen in België maar ze krijgen wel de
overhand in 2 gewesten)
Drie gemeenschappen: Nederlandse, Franse en Duitse cultuurgemeenschap (met
Brussel onder het gezamenlijk beheer van Nederlandse en Franse gemeenschap, elke
gemeenschap regelt de zaken die haar aanbelangen.)
+ Gemeenschappelijk Gemeenschapscommissie die bevoegd is voor de
aangelegenheden in Brussel die niet verdeeld zijn
België is uniek in haar federalisme en wordt gekenmerkt door een dynamisch aspect (=
centrifugaal) en een asymmetrisch aspect (= de verschillende deelentiteiten).
De wijziging van de internationale grenzen van het Koninkrijk
4 okt. 1830: onafhankelijkheid van België wordt uitgeroepen, toen landsgrenzen met het
Koninkrijk der Nederlanden, Koninkrijk Pruisen, Koninkrijk Frankrijk (Duitsland ontstaat pas in
1871 en het Groothertogdom Luxemburg maakt nog deel uit van Belgische provincie
Luxemburg)
Art. 7 Gw: “de grenzen van de Staat kunnen niet worden gewijzigd of gecorrigeerd dan
krachtens de wet”
MAAR van 1830 tot heden zijn de grenzen regelmatig veranderd!
1839: verdrag van Londen (belangrijkste territoriale wijziging)
België staat de helft van de provincie Luxemburg en de helft van Limburg (met inbegrip van
Maastricht) af aan Nederland ‘ter compensatie’ en in ruil voor erkenning.
1919: verdrag van Versailles
Na WOI wordt de kaart van Europa hertekent ten voordele van de winnaars: België krijgt de
Oostkantons erbij (Eupen, Malmedy en Neutraal Moresnet). Tijdens WOII veroverde Hitler ze
3
, terug maar erna werd de grenstracé terug ingevoerd (in het voordeel van België) -> pas in
1956 werd in Brussel de grens definitief vastgelegd in een verdrag!
Art. 7 Gw. is niet alleen van toepassing op de lansgrenzen maar ook op de zeegrenzen die
geregeld zijn in bilaterale verdragen van 1990 (Belgisch-Franse overeenkomst) en 1996
(Belgisch-Nederlandse overeenkomst). De maritieme toegang tot Haven van Antwerpen via
Schelde en kanaal van Terneuzen werd al wel vastgelegd in 1839 in het Verdrag van Londen.
Belangrijk is bepaling van de territoriale zee aangezien deze integraal deel uitmaakt van het
Belgisch grondgebied -> de Belgische territoriale zee is ongeveer 1500 km², de grens loopt
tot 12 zeemijl (= 22,224 km) gerekend van de laagwaterlijn (=gemiddelde eb-lijn).
In principe is er geen volgorde waarin de bekrachtiging en instemming moeten plaatsvinden
voor internationale grensveranderingen MAAR: uitzonderingen op de procedurevrijheid zijn
art. 7 en art. 167 §1, 3e lid Gw. (wijziging van een grens van het Koninkrijk kan slechts
krachtens een wet) DUS wijziging van de Belgische soevereine ruimte kan op internationaal
vlak pas aanvaard en bekrachtigd worden nadat de instemmingswet werd aangenomen
volgens de optioneel bicamerale procedure (art. 78 Gw)
De interne grenzen van het Koninkrijk: de taalgebieden
België telt vier taalgebieden/régions linguistiques/Sprachgebiete: art 4, eerste lid Gw: het
Nederlandstalig taalgebied, het Franstalig taalgebied, het Duitstalig taalgebied en het
tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad -> elke gemeente van het Rijk maakt deel uit van één van
deze taalgebieden (sinds 1970)
Het behalen van een parlementaire meerderheid voor dit artikel was moeilijk, daarom een
compromis door de invoering van randgemeenten (zes in Brussel: Linkebeek, Kraainem, Sint-
Genesius-Rode, Wemmel, Drogenbos en Wezembeek-Oppem) -> speciaal administratief
arrondissement dat geen deel uitmaakt van enig taalgebied!
Er is ook een uitdrukkelijke erkenning van het tweetalig karakter van het taalgebied Brussel-
Hoofdstad via de taalfaciliteiten = een persoon die in een bepaalde gemeente gedomicilieerd
is, en de volgende rechten heeft:
Zich richten tot de bestuurlijke autoriteiten (en vooral het bestuur van de eigen
gemeente) in een andere taal dan die van het taalgebied waartoe de gemeente
behoort
Van deze autoriteiten een antwoord in deze andere taal ontvangen
Zich door deze autoriteiten alle administratieve documenten die voor hem bestemd
zijn in deze andere taal laten opstellen
MAAR wat is de precieze reikwijdte van de taalfaciliteiten? -> pas nodige opheldering door
RvS in 2014 (arrest-Caprasse)
Taalfaciliteiten hebben geen vergankelijk karakter
Individu heeft niet het recht zich onbeperkt in de tijd te beroepen op de
taalfaciliteiten
4