H1: Wat is psychologie?
1. Definitie psychologie
1.) Afkomst woord
▪ Psyche (ψυχή) = geest -> aanduidingen voor studentengroep etc = ons symbool
▪ logie < logos (λόγος: woord, gedachte, rede) = gebied van studie
Soort zoekt soort <-> oppositis attract
→ mensen gebruiken spreekwoorden als leidraad/advies vh leven
2.) Wat is het niet?
Lekenpsychologie = mens zonder expertise advies geven BV: bij vriendin hart luchten
o Volkspsychologie “iedereen weet toch dat …”
o Gezond verstand, intuïtie, … adhv oa spreekwoorden
o Speculeren over de menselijke aard (~ filosofen)
Pseudopsychologie = Niet-onderbouwde psychologische aannamen die voordoen als
wetens waarheid
BV: Grafologie: obv handtekening persoonlijkheid ontrafelen = vorm kwakzalverij
BV: kleurentheorie/ DISC-systeem: mensen ingedeeld 4 kleuren =
weergave kern van persoon (Dominant – rood, Inspirerend – geel,
Stabiliteit – groen, Correct – blauw)
→ zoals horoscopen: zodanig opgesteld dat ied zich erin herkent
3.) Wat dan wel?
Psychologie = wetenschap vh gedrag + de mentale processen
➢ Via extern gedrag kunnen mentale processen (gedachten, gevoelens…) begrijpen
die aan de grondslag liggen van dat gedrag
BV: iem weent = gedrag vertelt over inwendige toestand persoon
( ze onderzoeken het extern gedrag om mentale processen te begrijpen)
➢ Via meetbaar/extern proces (gedrag) uitspraak willen doen over het
onmeetbaar/interne proces (mentale processen)
, BV: intelligentie → kunnen waarnemen of iem intelligent gedrag vertoont
2. Ontw die psychologie mgl gemaakt (filosofische bewegingen + evolutietheorie)
Filosofische bewegingen
1.) Geschiedenis
“Psychologie heeft een lang verleden maar een korte geschiedenis” - Ebbinghaus (19e E)
→ daarvoor al nagedacht over gedrag mensen
Startdatum algemene psychologie: 1879 !!! met oprichting 1ste psych labo Wundt
= 1ste keer wetens ondz die voldoen aan vereisten academische psychologie
“Waarom zo laat?”
▪ Wetens studie vd geest vergde verandering in mensbeeld
▪ Van immateriële ziel naar studieobject
▪ Van filosofisch nadenken over werking vd geest tot ondz vd geest id traditie vd
natw
Voor startpunt andere traditie: filosofische standpunt “nadenken obv observaties hoe
mens in ellkaar zit” = aannames (niet altijd correct)
DUS lange aanloop voor mensel geest beschouwd als studieobject voor wetens ondz
2.) Oud-Griekse filosofen 500 – 400 v.C.
▪ Aristoteles HB → ziel + lichaam = 1 geheel → ziel = een fct vh lichaam
▪ Plato: dualisme → lichaam – geest = opgesplitst/ afzonderlijk van elkaar
▪ Geocentrisme = aarde is middelpunt vh heelal
▪ Universum geschapen voor mens = superieur -> ratio (verhouding) → mens
observeren + ideeën uithalen via redeneren
(NU: geest = onderdeel lichaam)
➢ Mens = enig wezen dat universum + rol mens ih universum kan begrijpen via rede
(nadenken, intellect)
➢ Kennis = product van rede, goddelijke ingeving, intuïtie (= spontaan ‘weten’, aanvoelen,
stilstaan zonder te beredeneren)
3.) T.e.m. 15 e eeuw
▪ Vertaling van Griekse geschriften door theologen
▪ God (Bijbel) staat garant voor waarheid → kerk produceert wetenschap/kennis
▪ Kennis = vanuit geloof mensen proberen begrijpen via rede (het denken)
, (NU: kerk tegenover wetenschap)
4.) Wetens revolutie 16 e eeuw
Oude wijsheden blijken niet noodzakelijk correct …
▪ Katalysator (= gebeurtenis bijdrage tot evolutie) :
Copernicus’ heliocentrisme (zon = middelpunt) → geocentrisme = weglaten
▪ Nieuwe kennis geproduceerd
➔ Reformatie, boekdrukkunst, ontdekkingsreizen, contact met Islamitische
en Chinese geleerden, …
➢ Klassieke religieuze ideeën maken plaats -> modern wetens denken
➢ Kennis = product van wetenschappelijke studie = observatie en experimenten
5.) Rationalisme 17e eeuw
René Descartes :
▪ Waarheid kan enkel achterhaald worden dmv rede
→ Je kan aan alles twijfelen, behalve aan dat je twijfelt ‘Cogito ergo sum’ (“je pense
donc je suis”)
▪ Nativisme = Aangeboren kennis waarop je verder kan bouwen via de rede
▪ Dualisme: Lichaam als machine: wetens onderzocht worden = nieuw
Mind-body problem = idee aparte dimensie geest – lichaam -> hoe communiceren dan
met elkaar? → ° tegenstellingen: rationalisme <-> empirisme
➢ Toepassing wetenschappelijk onderzoek op mens, weliswaar nog enkel op
lichaam
➢ Kennis = product van aangeboren ideeën en via rede afgeleide inzichten
6.) Empirisme 17 e -18 e eeuw
Hobbes + Locke + Hume :
▪ Kennis komt tot stand via zintuiglijke ervaringen
❖ geest = tabula rasa = onbeschreven blad -> geen kennis
❖ kennis door observatie/ervaring → associaties maken (bv: link grijze wolk-
regen)
➢ Ook geest wetens onderzocht worden
➢ Kennis = product van ervaring