samenvatting ht 2; het ontstaan en de grondleggers van de sociologie

Sociologisch perspectief 1
Deel 1 hoofdstuk 2: het ontstaan en de
grondleggers van de sociologie
1. Ontstaan van de sociologie
 Sociologie is een jonge wetenschap – 19 De eeuw
 Ontstaan onder invloed van een aantal maatschappelijke factoren
(redenen)
o Ontstaan van een nieuwe productieproces
 Industriële revolutie, fabrieksarbeid
 Door het Fabriekssysteem ontstaat er: vervreemding-
uitbuiting (mensen met geld hebben macht)- solidariteit
 Mensen met kapitaal <-> arbeiders (proletariaat), ruil arbeid
wordt gegeven en geld wordt in de plaats gegeven
 Sociologie gaat over: identiteit (wie ben ik tgo de andere),
cohesie en uitbuiting
o Urbanisatie, steden zijn rond water gelegen. Mensen moeten naar
de steden gaan voor werk te zoeken. Verstedelijking van de
maatschappij
 Overbevolking => sociale problemen zoals armoede, slechte
gezondheid
o Opkomst van wetenschap als verklaringsmechanisme, vroeger alles
door God.
 Secularisatie (=ontkerkelijking, macht van de kerk wordt
kleiner) – godsdienst als verklaring voor sociale problemen
verdwijnt
o Nadruk op het sociale
 Individu versus groep
 mensen die van hun denken gaan proberen te verklaren hoe of wat


2. Grondleggers van de sociologie
a. Auguste Comte (1798-1857) – de eerste persoon die
probeert te verklaren wat er gebeurt in de
samenleving
o Maatschappelijke verschijnselen waarnemen en ordenen en uit die
waarnemingen algemene wetten formuleren.
=> Kennis van dergelijke wetten zou een verandering in de
samenleving mogelijk maken. Als ik goed begrijp hoe de dingen