LES 2: SPEEKSEL
WOORD DEFINITIE/UITLEG
Klaring Het oplossen en de eliminatie van substanties in de orale
caviteit (snel of traag)
Lubricatie Proces aanbrengen van smeer/glijmiddel om wrijving
tussen 2 oppervlakken te verminderen
pH Zuren kunnen protone afstaan , basen protonen opnemen
P = potentie(kracht)
H = waterstof
à ‘pH’ = potential for hydrogen
Het weerspiegelt de capaciteit van moleculen om
protonen af te staan of op te nemen
pH = 7 (neutraal)
pH > 7 (basisch)
pH < 7 (zuur)
BuWermechanisme (anorganisch) - Systeem dat zuren (afkomst. Vn. MO)
buWert/neutraliseert
- Systeem dat tot op bepaalde hoogte ,
veranderingen in pH weerstaat
Belang cariësontwikkeling:
à bicarbonaatbuWer
à fosfaatbuWer
BicarbonaatbuWer - Werkzaam aan pH 6
- Vormt 90% van buWercapaciteit
- Meer speeksel à meer bicarbonaat
à werkt dus best met gestimuleerd speeksel
FosfaatbuWer - Bij pH 6-7,5 (H3PO4- en HPO4- aanwezig)
- pH daalt (=meer H+ ionen) , zullen binden aan
HPO4-
- aanwezigheidsvorm van fosfaat in speeksel
afhankelijk van pH
Stephan’s curve - toont na inname van hoeveelheid suikers , de pH
snel daalt naar de kritisch grens (pH 5,5) binnen de
2-5 minuten
- de pH blijft onder dit kritisch grens gedurend 10-
30min (afhankelijk van cariës activiteit).
1
, - Daarna stijgt de pH weer na ongeveer 1 uur ,
terug op zijn normale waarde te staan
à titratie van speeksel
Organische deel - Amylase
(enzymen , proteïnen , glycoproteïnen) - Mucinen
- Albumine
- Fosfoproteïnen en glycoproteïnen
- Statherine
- Immunoglobulinen
- Gustine
- Lysozyme
- Lactoferrine
- Lactoperoxidase
- Cystatinen
- Histatinen
Minstens 10 eiwitten betrokken bij afweer tegen MO
2
,Amylase = 10-20% van alle EW vnl. van glandula parotis
- Breekt de a-1,4 glucose verbindingen van glycogeen en
zetmeel af
- Het ruimt kleine hoeveelheden achtergebleven voedsel
zetmelen op
Mucinen = 7-25% van alle EW
- Belangerijkste slijmstof à smeerwerking
Albumine - Niet in klierspeeksel , wel in mondvloeistof
- Afkomstig van sulcusvloeistof
- Geen functie , wel teken van onstekingsgraad
Fosfoproteïnen en - Eiwitten zonder enzymwerking
glycoproteïnen - Spelen rol bij hechting en precipitatie aan opp.
Vb. calciumfosfaatprecipitatie wordt geremd à overmatig
tandsteen voorkomen
Statherine - Zorgt voor stabilisatie van oververzadigd Ca en fosfaat in
het speeksel
à beschikbaar voor remineralisatie
Immunoglobulinen (Ig) - Voor 85% secretoir IgA
= aggregeren van een aantal bacteriesoorten
Gustine = smaakgewaarwording
- Bevat zink en speelt rol in de receptoren van de
smaakpapillen
Lysozyme - Lyse van de celwand = antibacterieel
Lactoferrine - Eiwit aan ijzer bindt
= bacteriostatisch (remmend)
Lactoperoxidase - Enzym met antibacteriële werking
- Remt metabolisme van streptokokken en lactobacillen
3
, Bv. Zendium tandpasta
Cystatinen = eiwitten die protheolitische enzymen kunnen afbreken
- Werkt anti-inflammatoir
Histatinen = eiwitten die beschermen tegen schimmelinfecties
Speekseltesten
4
WOORD DEFINITIE/UITLEG
Klaring Het oplossen en de eliminatie van substanties in de orale
caviteit (snel of traag)
Lubricatie Proces aanbrengen van smeer/glijmiddel om wrijving
tussen 2 oppervlakken te verminderen
pH Zuren kunnen protone afstaan , basen protonen opnemen
P = potentie(kracht)
H = waterstof
à ‘pH’ = potential for hydrogen
Het weerspiegelt de capaciteit van moleculen om
protonen af te staan of op te nemen
pH = 7 (neutraal)
pH > 7 (basisch)
pH < 7 (zuur)
BuWermechanisme (anorganisch) - Systeem dat zuren (afkomst. Vn. MO)
buWert/neutraliseert
- Systeem dat tot op bepaalde hoogte ,
veranderingen in pH weerstaat
Belang cariësontwikkeling:
à bicarbonaatbuWer
à fosfaatbuWer
BicarbonaatbuWer - Werkzaam aan pH 6
- Vormt 90% van buWercapaciteit
- Meer speeksel à meer bicarbonaat
à werkt dus best met gestimuleerd speeksel
FosfaatbuWer - Bij pH 6-7,5 (H3PO4- en HPO4- aanwezig)
- pH daalt (=meer H+ ionen) , zullen binden aan
HPO4-
- aanwezigheidsvorm van fosfaat in speeksel
afhankelijk van pH
Stephan’s curve - toont na inname van hoeveelheid suikers , de pH
snel daalt naar de kritisch grens (pH 5,5) binnen de
2-5 minuten
- de pH blijft onder dit kritisch grens gedurend 10-
30min (afhankelijk van cariës activiteit).
1
, - Daarna stijgt de pH weer na ongeveer 1 uur ,
terug op zijn normale waarde te staan
à titratie van speeksel
Organische deel - Amylase
(enzymen , proteïnen , glycoproteïnen) - Mucinen
- Albumine
- Fosfoproteïnen en glycoproteïnen
- Statherine
- Immunoglobulinen
- Gustine
- Lysozyme
- Lactoferrine
- Lactoperoxidase
- Cystatinen
- Histatinen
Minstens 10 eiwitten betrokken bij afweer tegen MO
2
,Amylase = 10-20% van alle EW vnl. van glandula parotis
- Breekt de a-1,4 glucose verbindingen van glycogeen en
zetmeel af
- Het ruimt kleine hoeveelheden achtergebleven voedsel
zetmelen op
Mucinen = 7-25% van alle EW
- Belangerijkste slijmstof à smeerwerking
Albumine - Niet in klierspeeksel , wel in mondvloeistof
- Afkomstig van sulcusvloeistof
- Geen functie , wel teken van onstekingsgraad
Fosfoproteïnen en - Eiwitten zonder enzymwerking
glycoproteïnen - Spelen rol bij hechting en precipitatie aan opp.
Vb. calciumfosfaatprecipitatie wordt geremd à overmatig
tandsteen voorkomen
Statherine - Zorgt voor stabilisatie van oververzadigd Ca en fosfaat in
het speeksel
à beschikbaar voor remineralisatie
Immunoglobulinen (Ig) - Voor 85% secretoir IgA
= aggregeren van een aantal bacteriesoorten
Gustine = smaakgewaarwording
- Bevat zink en speelt rol in de receptoren van de
smaakpapillen
Lysozyme - Lyse van de celwand = antibacterieel
Lactoferrine - Eiwit aan ijzer bindt
= bacteriostatisch (remmend)
Lactoperoxidase - Enzym met antibacteriële werking
- Remt metabolisme van streptokokken en lactobacillen
3
, Bv. Zendium tandpasta
Cystatinen = eiwitten die protheolitische enzymen kunnen afbreken
- Werkt anti-inflammatoir
Histatinen = eiwitten die beschermen tegen schimmelinfecties
Speekseltesten
4