0. Inleiding
Probleem (sluit aan bij descartes) : Hoe verhoudt de geest zich tot ons lichaam?
Boek Descartes’Baby < psycholoog Paul Bloom:
“mensen zijn geboren dualisten”: 2
manieren om de wereld te begrijpen: de wereld =…
- een verzameling van materiële dingen (incl. eigen lichaam)
- een verzameling van immateriële geesten (incl. eigen geest)
Kunst en religie maken veel gebruik van dat intuïtieve dualisme
Tegenpool: het materialisme of fysicalisme: sommige wetenschappers +
filosofen:
recent neurowetenschappelijk onderzoek dualisme
Dick Swaab (hersenonderzoeker): bestseller: ‘Wij zijn ons brein’
Stelling:
- We vallen samen met een deel van ons lichaam (hersenen)
- We= wat ons typeert als individu (onze identiteit , PH, verzameling van
psychologische toestanden bv. herinneringen, verlangens, overtuigingen)
We knn de titel vh boek herformuleren: ‘onze mentale toestanden vallen samen
met onze hersenen’
= fysicalisme: nauwe band tss geest & lichaam
>< ook in wetenschap onderscheid bestaan tss geest en lichaam
- niet alle wetenschappers strikt fysicalistisch: artsen: onderscheid tssn psychische
en andere ziekten
o Psychiaters + klinisch psychologen:
psychische ziekten (depressie, schizofrenie)
gebruiken: DSM Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
o Neurologen:
hersenziekten ( epilepsie, dementie)
gebruiken: ICD International Statistical Classification of Diseases and Related Health
Problems
anderen opleidingen , handboeken => op =/=’e niveaus speelt
onderscheid tss psychisch en fysisch (vb. ziekenhuis)
Dit hoofdstuk:
o Hoe verhoudt onze geest zich tot onze hersenen? probleem lichaam-geest
=1 vd kernproblemen in de filosofie van de psychologie (psychologie of
mind)
Start: korte schets van de inhoud van de menselijke geest
Vier antwoorden:
dualisme
3 vormen van fysicalisme:
o Reductionisme: geest is niets meer dan de
hersenen, maar praten toch in psychologische termen
over de hersenen
o Eliminativisme: psychologen slaan wartaal uit, we
moeten op zoek naar een nieuwe taal om over
hersenen te spreken
1
, o
Niet-reductionisme: de geest bezit bepaalde
kenmerken (qualia), niet probleemloos reduceerbaar
tot hersentoestanden.
o Slot: nut + belang van de discussie verhouding lichaam-geest
1. De inhoud van ons gedachtenleven
Waarover spreken we wanneer we het hebben over de geest?
De geest = verzamelnaam voor onze psychologische of mentale
toestanden (heel breed)
In de filosofische literatuur: 3 categorieën obv 4 kenmerken:
Categorieën kenmerken
- Ervaringen - Intentionaliteit
- Propositionele attitudes - Communiceerbaarheid
- Mentale handelingen - Toegankelijkheid
- observeerbaarheid
Ervaringen: om bewust te zijn v wat er zich in onszelf + id buitenwereld
afspeelt
(lichamelijke) gewaarwordingen (awareness):
bewust van bepaalde veranderingen in ons lichaam of in onze
geest (pijn, geluk) = interne gewaarwordingen
Gewaarwordingen= specifieker dan ervaringen
(experiences)
(zintuigelijke) gewaarwordingen vd wereld waarin we ons
bewegen door bv zintuiglijke ervaringen (bv.voelen, horen, proeven,
ruiken, zien)
Sommige wetenschappers spreken over een 6 de zintuig:
proprioceptie = vermogen dat ons toelaat om onze
lichaamsdelen te situeren in de ruimte (neus aanraken met
ogen dicht, trap oplopen zonder naar de trap te kijken..)
Stemmingen (moods): diffuse ervaringen; hebben geen
duidelijk voorwerp (bv een object/ deel v lichaam)
Vb. we voelen ons licht of “ik heb er een slecht gevoel bij” geven
een bepaalde ‘kleur’ aan andere mentale toestanden
!(=/= zelfde als emoties: emoties hb meestal bep. object (bv boos
op iemand, door iets … >< stemmingen = diffuser: niet per se op
duidelijk VW gericht)
Qualia (quale (enk), verwijzen naar de subjectieve +
kwalitatieve aspecten v ervaringen (hoe is het om die
ervaring te hebben?)
zijn niet zo communiceerbaar dan de andere categorien
niet zo intentioneel
wel (subjectief) toegankelijk: we hebben een gepriviligeerde, directe toegang tot onze
eigen geest
(we hebben een andere soort toegang tot onze eigen geest dan tot de geest van iemand anders)
2