Stappenplan Formeel Strafrecht

WEEK 1
Mate van inbreuk


Juridisch kader: art. 3 Politiewet & 141 Sv – Arrest Post CG/Landeck
Vraagstelling: Is het handelen van een politieambtenaar bevoegd?

Stap 1: Stel vast op welk grond de politieambtenaar bevoegd is om de
handelingen te verrichten
 Handelingen zijn vastgelegd in art: 94/95/96 Sv.
- Concludeer dat de inbeslagnemingsbevoegdheid ook de
onderzoeksbevoegdheid omvat (r.o. 4.2.)

Stap 2: beoordeling van de inbreuk
 Beperkte inbreuk
- Art. 3 Politiewet  observatie valt onder de algemene taakstelling van de
politie en opsporingsbevoegdheden (art. 141 Sv) en bieden daarom een
toereikende grondslag.
 Meer dan een beperkte inbreuk?
- Art. 3 Politiewet en 141 Sv bieden geen toereikende wettelijke grondslag,
dit is onvoldoende specifiek geformuleerd.
- Criteria uit het HR Post CG/Landeck beoordelen:
o Min of meer een compleet beeld van bepaalde aspecten van het
persoonlijk leven (r.o. 2.6. en 4.2.)
o Afhankelijk van: plaats, duur intensiteit en frequentie van de observatie.

Stap 2: beoordeel de onderzoeksbevoegdheid bij beperkte of meer dan beperkte
inbreuk
i. Beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer
 Bevoegdheid: opsporingsambtenaren o.g.v. (art., 94, 95, 96 Sv + 141 & 148 Sv – r.o.
4.2. & 5.2.2.)
Wanneer sprake van beperkte inbreuk?
- Alleen identificatie van de gebruiker
- Enkele beperkte waarnemingen over het gebruik van een elektronische
gegevensdrager bij verdachte.
ii. Meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer
 Voorafgaande toetsing door de rechter-commissaris vereist of bevel OvJ.
Wanneer?
- Als door onderzoek aan smartphone inzicht wordt verkregen in verkeers- en
locatiegegevens of andere persoonlijke gegevens (zoals foto’s). (5.2.4.)
- De machtiging moet concreet omschrijven welk onderzoek wordt verricht en hoe.
(5.2.5.)
 Uitzondering:
- In spoedeisende gevallen is geen voorafgaande toetsing door de rechter-
commissaris of OvJ vereist (5.2.5)


Stap 3: Conclusie
> Beperkte inbreuk? Als het valt onder de wettelijke grondslag van de bevoegdheid
van de politieambtenaar dan is dit gerechtvaardigd.
> Meer dan een beperkte inbreuk? Gerechtvaardigd indien er toestemming is
gegeven door de RC. Geen toestemming = geen gerechtvaardigde inbreuk.

,Stap 4: [MOGELIJK VERVOLG]




Doorzoeking smartphone met geweld


Juridisch kader: Arrest – Ontgrendelplicht 2010
Vraagstellen: Was de doorzoeking onrechtmatig?

Stap 1: Beoordeling onderzoeksbevoegdheid
 Bevoegdheid voor politieambtenaren tot inbeslagneming (art. 94 in
verbinding met art. 95 en 96 Sv) bevatten tevens een wettelijke
basis voor onderzoeksbevoegdheid (r.o. 6.2.1.) ten behoeve van de
waarheidsvinding
- Let op! Valt dus niet onder hun algemene taakstelling, maar vloeit
echt voort uit de artikelen van 94, 95 en 96 Sv.
 Uitoefening van dat dwangmiddel kan inhouden dat desnoods met
toepassing proportioneel geweld handelingen worden verricht (r.o.
6.2.2.) die tot het in de zin van art. 134 lid 1 Sv onder zich nemen of
gaan houden ten behoeve van de strafvordering.
- Datzelfde geldt ook voor handelingen die strekken tot het verkrijgen
van toegang tot de inhoud van die voorwerpen.

, WEEK 2

Hechtenis/gevangenhouding/gevangenneming

Voorlopige hechtenis

Stap 1: Er sprake moet een geval zijn (artikel 67 lid 1 Sv)
 Wanneer is er sprake van een geval, hier zijn 3 categorieën van:
1. Misdrijf waarop een straf staat van 4 jaar of meer artikel 67 lid 1 sub
a SV
2. Enkele bijzondere delicten, indien dit zo is dan is er sprake van een
geval artikel 67 lid 1 sub b en c SV
3. Verdachte zonder een bekende woon of verblijfplaats artikel 67 lid 2
SV.

Stap 2: Er moet sprake zijn van ernstige bezwaren (artikel 67 lid 3 SV)
 Dit dient te blijken uit feiten en omstandigheden, het moet gaan om
een stevige verdenking. Er zijn meer bewijzen, en het dossier is
duidelijk. De lat ligt hoger dan enkel de verdachte verdenken van een
strafbaar feit
- Uitzondering (lid 4)  in geval van verdenking bij een terroristisch
misdrijf
Stap 3: Er moet een grond aanwezig zijn voor de voorlopige hechtenis
artikel 67a SV.
 Gronden zijn lid 1:
a) Vluchtgevaar (sub a)
b) Gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid: (sub b)
 Gronden uit lid 2 voor een gewichtige reden:
o 12-jaarsfeit (straf van 12) en ernstige geschokte rechtsorde
o Recidivegevaar 3 vormen (67a lid 2 onder 1,2 en 3)
o Snelheidsgrond, in geval van publieke strafbare feiten die
leiden tot een schok.
o Collusiegevaar, vrees dat de verdachte het onderzoek gaat
beïnvloeden als hij vrij is.

Stap 4: er moet een Anticipatiegebod artikel 67a lid 3 SV
 Het gaat om een gebod aan de rechter om te anticiperen/ vooruit te
denken over de waarschijnlijk op te leggen straf die gepaard gaat met
het delict. Verdachte mag niet langer in voorlopige hechtenis zitten dan
de straf die uiteindelijk opgelegd wordt.
- Indien er is voldaan aan bovenstaande vereisten kan er voorlopige
hechtenis worden opgelegd. Echter, indien hier aanleiding voor
wordt gegeven in de casus kan er sprake zijn van schorsing van de
voorlopige hechtenis artikel 80 lid 1 SV.