LES 10 LUCIE
SOCIALE ONGELIJKHEID IN HET ONDERWIJS
Waarom zijn er zoveel jongeren school moe, krijgen ze gelijke kansen, waarom is er zoveel uitval op
school?
Het debat over school uitval is gepolariseerd: meningen zijn sterk verdeeld, tegenovergestelde
standpunten.
Veel grafieken vormen inzicht
➔ Armoede in het onderwijs: hoe armer de gemeente, hoe meer school achterstand
➔ Mannen stoppen het meeste met school. 16% van de jongens in Brussel heeft geen diploma en
gaat niet naar school
➔ Veel leerlingen met migratieachtergrond, eenoudergezinnen, MAATSCHAPPELIJK KWETSBARE
KINDEREN worden in het watervalsysteem geplaatst. BSO, TSO
➔ Armoede risico graad: meer kans om in armoede te geraken als je geen diploma hebt van het
hoger
Er zijn verschillende VERKLARINGSMECHANISME over de oorzaak.
Unicef: ‘België is wereldkampioen in sociale ongelijkheid op school. We zijn het land met de grootste kloof
tussen de sterkste en de zwakste presteerders op school en die prestatiekloof houdt verband met sociale
afkomst.’
HOOFDSTUK 1: ANALYSE
DE CIJFERS
De cijfers geven een goede indicatie over de schoolsystemen
VASTSTELLING: Hoge gemiddelde prestaties in wiskunde en lezen gaan samen met hoge graad
ongelijkheid .
➢ Frankrijk, Hongarije, Bulgarije, Luxemburg, ... BELGIË
→ Grootste kloof tussen schoolprestaties op basis van sociale afkomst
➢ Sociale ongelijkheid tussen 2000 en 2024 neemt niet af!
,SOCIALE ONGELIJKHEID GEVOLG VAN: STRUCTURELE KENMERKEN (vaste systemen in de sl die
sommige groepen bevoordelen en andere benadelen).
Sociale ongelijkheid in ons onderwijs -> Bevestigd en/of versterkt door deze Corona-crisis
Ons onderwijssysteem reproduceert sociale ongelijkheid
<->
Onderwijs: potentieel krachtigste hefboom voor sociale participatie van achtergestelde groepen
‘De echte democratische en emanciperende school is die school die alle jongeren (en zeker de
maatschappelijk kwetsbare jongeren) de intellectuele ‘wapens’ aanbiedt zodat ze de samenleving kunnen
lezen en begrijpen om zo te strijden voor meer rechtvaardigheid, voor een betere wereld.’
1. PISA-testen
PISA TESTEN (program for international student acces): internationaal onderzoek dat om de 4 jaar wordt
uitgevoerd. Het vergelijkt de onderwijssystemen van verschillende landen door leerlingen te testen. PISA
meet niet alleen verschillen tussen landen, maar ook ongelijkheid binnen landen. Het bestaat al 32 jaar.
• Wat? Meet competenties in 3 domeinen: wiskunde, taal en wetenschappelijke geletterdheid
• Internationaal en gestandaardiseerd meetinstrument
• Vlaanderen: ongeveer 8000 leerlingen getest (in 2022)
Kritiek:
Gorder zegt dat mensen multipele intelligent zijn, enkel die 3 domeinen testen toont geen juiste
resultaten.
Statistieken kunnen interpreteren, niet vanbuiten leren!
19 onderwijssystemen: relatief kleine verschillen voor de gemiddelde prestaties.
, • Uitstekend instrument om verschillen binnen landen te meten eerder dan verschillen tussen
landen
Leerplicht van 5 jaar tot 18 jaar. Maar geen schoolplicht! Je moet niet naar school gaan maar je moet op
het einde van het jaar de leerdoelen behalen vb. thuisonderwijs, examencommissie
Als je meerdere keren blijft zitten en 18 bent in het 4 de middelbaar MAG je dus stoppen. Zorgt ervoor dat ze
later ook slecht op de arbeidsmarkt terecht komen.
Vanaf 16 jaar is er ook duaal leren: 3 dagen werken en 2 dagen naar school gaan
Democratisch onderwijs is zo belangrijk!
Ongelijke prestaties: is een probleem wanneer er een link/correlatie is met geslacht, religie, huidskleur,
sociale afkomst, migratieachtergrond → reproduceert bestaande ongelijkheden in de maatschappij.
Prestatiekloof tussen ‘arme’ en ‘rijke’ leerlingen
Hoe rijker, hoe betere prestaties in het onderwijs. De grafiek stijgt
Video: leerkracht tegen armoedebestrijding. De leerlingen die leven onder de armoedegrens hebben het
moeilijk op school. Hebben vaker lege brooddozen, het menselijke kapitaal in het gezin is kleiner
waardoor de kindjes minder hulp krijgen bij huiswerk, ouders hebben veel gezondheidsproblemen, de
culturele bagage is kleiner, ze gaan niet op vakantie en (informeel) leren ze minder bij, ze hebben een klein
sociale netwerken waarop een kind kan terugvallen, weinig vriendjes, niet betalen voor bijles
SOCIALE ONGELIJKHEID IN HET ONDERWIJS
Waarom zijn er zoveel jongeren school moe, krijgen ze gelijke kansen, waarom is er zoveel uitval op
school?
Het debat over school uitval is gepolariseerd: meningen zijn sterk verdeeld, tegenovergestelde
standpunten.
Veel grafieken vormen inzicht
➔ Armoede in het onderwijs: hoe armer de gemeente, hoe meer school achterstand
➔ Mannen stoppen het meeste met school. 16% van de jongens in Brussel heeft geen diploma en
gaat niet naar school
➔ Veel leerlingen met migratieachtergrond, eenoudergezinnen, MAATSCHAPPELIJK KWETSBARE
KINDEREN worden in het watervalsysteem geplaatst. BSO, TSO
➔ Armoede risico graad: meer kans om in armoede te geraken als je geen diploma hebt van het
hoger
Er zijn verschillende VERKLARINGSMECHANISME over de oorzaak.
Unicef: ‘België is wereldkampioen in sociale ongelijkheid op school. We zijn het land met de grootste kloof
tussen de sterkste en de zwakste presteerders op school en die prestatiekloof houdt verband met sociale
afkomst.’
HOOFDSTUK 1: ANALYSE
DE CIJFERS
De cijfers geven een goede indicatie over de schoolsystemen
VASTSTELLING: Hoge gemiddelde prestaties in wiskunde en lezen gaan samen met hoge graad
ongelijkheid .
➢ Frankrijk, Hongarije, Bulgarije, Luxemburg, ... BELGIË
→ Grootste kloof tussen schoolprestaties op basis van sociale afkomst
➢ Sociale ongelijkheid tussen 2000 en 2024 neemt niet af!
,SOCIALE ONGELIJKHEID GEVOLG VAN: STRUCTURELE KENMERKEN (vaste systemen in de sl die
sommige groepen bevoordelen en andere benadelen).
Sociale ongelijkheid in ons onderwijs -> Bevestigd en/of versterkt door deze Corona-crisis
Ons onderwijssysteem reproduceert sociale ongelijkheid
<->
Onderwijs: potentieel krachtigste hefboom voor sociale participatie van achtergestelde groepen
‘De echte democratische en emanciperende school is die school die alle jongeren (en zeker de
maatschappelijk kwetsbare jongeren) de intellectuele ‘wapens’ aanbiedt zodat ze de samenleving kunnen
lezen en begrijpen om zo te strijden voor meer rechtvaardigheid, voor een betere wereld.’
1. PISA-testen
PISA TESTEN (program for international student acces): internationaal onderzoek dat om de 4 jaar wordt
uitgevoerd. Het vergelijkt de onderwijssystemen van verschillende landen door leerlingen te testen. PISA
meet niet alleen verschillen tussen landen, maar ook ongelijkheid binnen landen. Het bestaat al 32 jaar.
• Wat? Meet competenties in 3 domeinen: wiskunde, taal en wetenschappelijke geletterdheid
• Internationaal en gestandaardiseerd meetinstrument
• Vlaanderen: ongeveer 8000 leerlingen getest (in 2022)
Kritiek:
Gorder zegt dat mensen multipele intelligent zijn, enkel die 3 domeinen testen toont geen juiste
resultaten.
Statistieken kunnen interpreteren, niet vanbuiten leren!
19 onderwijssystemen: relatief kleine verschillen voor de gemiddelde prestaties.
, • Uitstekend instrument om verschillen binnen landen te meten eerder dan verschillen tussen
landen
Leerplicht van 5 jaar tot 18 jaar. Maar geen schoolplicht! Je moet niet naar school gaan maar je moet op
het einde van het jaar de leerdoelen behalen vb. thuisonderwijs, examencommissie
Als je meerdere keren blijft zitten en 18 bent in het 4 de middelbaar MAG je dus stoppen. Zorgt ervoor dat ze
later ook slecht op de arbeidsmarkt terecht komen.
Vanaf 16 jaar is er ook duaal leren: 3 dagen werken en 2 dagen naar school gaan
Democratisch onderwijs is zo belangrijk!
Ongelijke prestaties: is een probleem wanneer er een link/correlatie is met geslacht, religie, huidskleur,
sociale afkomst, migratieachtergrond → reproduceert bestaande ongelijkheden in de maatschappij.
Prestatiekloof tussen ‘arme’ en ‘rijke’ leerlingen
Hoe rijker, hoe betere prestaties in het onderwijs. De grafiek stijgt
Video: leerkracht tegen armoedebestrijding. De leerlingen die leven onder de armoedegrens hebben het
moeilijk op school. Hebben vaker lege brooddozen, het menselijke kapitaal in het gezin is kleiner
waardoor de kindjes minder hulp krijgen bij huiswerk, ouders hebben veel gezondheidsproblemen, de
culturele bagage is kleiner, ze gaan niet op vakantie en (informeel) leren ze minder bij, ze hebben een klein
sociale netwerken waarop een kind kan terugvallen, weinig vriendjes, niet betalen voor bijles