Constructie ruwbouw
Hoofdstuk 1: voorbereidende werken
Het terrein
De ligging
- Bestemming van terrein belangrijk = bouwgrond of niet? → kadaster / RUP
- Grootte van het terrein (vrijstaande woning / half open / gesloten)
- Rooilijn / bouwlijn / bouwzone / bouwvrije zones
- Oriëntatie
- Nutsvoorzieningen ja/nee
- Erfdienstbaarheden ja/nee
o Zo doorgang mogen
- Overstromingsgevoeligheid?
Antwoorden?:
- Technische dienst van gemeente/stad
- Verkoper
- Immo-kantoor
- Notaris
De ondergrond
= allemaal grondlagen (met verschillende samenstelligen)
- Bepalen funderingssystemen
- Soms de vorm van het toekomstig huis
Verkeerde funderingssysteem → Kan oorzaak zijn van bouwschade
Hoe bepalen?:
- Terreinverkenning
- Bodemonderzoek!!! (vooral dit)
= barsten in de voegen (voegen zijn minder sterk dan stenen / soms
ook stenen)
De terreinverkenning
- Teken van grondverschuivingen of sterke erosie van taluds?
, - Teken van plaatselijke verzakkingen?
- Bruuske wijzigingen van het reliëf van hellingen?
- Aanduiden omtrent de aanwezigheid van aangevoerde grond
- Aanwezigheid ophogingen, storten van afval en huisvuil, enz. ?
- Plotse wijzigingen van de aard van de grond?
- Soorten bomen, hoogte, omtrek, staat?
o Knitwilgen bv. -> veel water nodig dus vochtige grond
o Rietplanten groeien u grond → ook vochtige grond
- Sporen van oude waterloop?
- Sporen van eventuele overstromingen ?
- Waterplannen?
De grond
Vereenvoudigde classificatie: losse versus rotsachtige grond
Losse grond:
= kan je doorgaans tussen de vingers verbrokkelen
- Wordt gekenmerkt door
o Volgens korrelsamenstelling (tactiel onderscheid)
▪ Klei
• Zacht en vattig
• Kleeft aan vingers
• Droogt langzaam
• Absorptie water en opzwellen
• Barsten door de grote krimp
▪ Leem
• Ruw gevoel
• Knarsen
• Absorbeert gemakkelijk water
• Vrij hetzelfde als klei maar iets grotere
korrels
• Glanzend uitzicht
• Goed om te tuinieren
▪ Zand
• Geen cohesie
▪ Grind
• Grotere korrels
▪ Brokken, keien
• Praktijk = samengestelde mengsels
, o Volgens consistentie (samenhang)
▪ Onsamenhangende grond: grond uit zand en/of grind
▪ Samenhangede of cohesieve grond:: grond uit leem en/of klein
o Gehalte aan organische en kalkhoudende stoffen
▪ Organisch
• Plantaardige afvalstoffen in ontbinding
• Donkerbruine kleur
• Geur
▪ Indien groot gehalte aan organische stoffen → verdachte funderingsgrond (=
voorzichtig!!)
▪ Grote waterabsorptie van de grond !!!
▪ Kalkhoudend
• Zand + kalk = uitzicht van rotsgrond (kalkzandsteen)
• Beperkte draagkracht, steeds plaatselijk
Rotsachtige grond:
- Sterkte = verbinding tussen fragmenten die blokken of banken
vormen
- Verkleining nodig ifv uitgraving
- Kunnen verwerven tot losse grond
- Gevaar = scheidingsvlakken breuk + verglijden
Basisbegrippen over grond
Fysische karakteristieken:
- Samenstelling = korrels + water + lucht
- Lucht tussen bepaald dichtheid
- Samenstelling kan zo zijn dat het drijfzand volgt (grondverhoudingen
opletten)
Mechanische karakteristieken:
- Inwendige wrijvingshoek: hoek waarlangs grond afschuift
o Soms graaf je en blijft het mooi vast staan omdat het aan elkaar gebonden is maar bij
zand bv. Valt het telkens terug naar beneden.
, Grote korrels zand = veel lucht tussen
Klei duurt heel lang voor het water eruit is
want het zit echt gebonden
Zandgrond zakt en dan stopt dat gewoon
Bij klei gaat het pas later zakken (= meer
schade) → bij trage consedalatie meer
schade
- Cohesie of samenhang
- Samendrukbaarheid (gevolg ‘zetten van een constructie’)
Draagvermogen van grond:
- Ene grond kan meer dragen dan andere grondsoorten
- Grensdraagvermogen van de grond op plaats waar fundering is voorzien
o Waar het kantelt
o Je wilt het NOOIT bereiken want dan begint het gebouw te kantelen
- Grensdraagvermogen is afhankelijk van
o Natuurlijke druk op dat niveau
o Afmetingen van de fundering
o Cohesie van betrokken lagen
o Inwendige wrijvingshoek
o Volumegewicht van de lagen
o Grondwaterstand
Toelaatbaar draagvermogen = grensdraagvermogen verminderd met veiligheidsfactor 2 of 3.
- Het grensdraagvermogen → veiligheid
Hoofdstuk 1: voorbereidende werken
Het terrein
De ligging
- Bestemming van terrein belangrijk = bouwgrond of niet? → kadaster / RUP
- Grootte van het terrein (vrijstaande woning / half open / gesloten)
- Rooilijn / bouwlijn / bouwzone / bouwvrije zones
- Oriëntatie
- Nutsvoorzieningen ja/nee
- Erfdienstbaarheden ja/nee
o Zo doorgang mogen
- Overstromingsgevoeligheid?
Antwoorden?:
- Technische dienst van gemeente/stad
- Verkoper
- Immo-kantoor
- Notaris
De ondergrond
= allemaal grondlagen (met verschillende samenstelligen)
- Bepalen funderingssystemen
- Soms de vorm van het toekomstig huis
Verkeerde funderingssysteem → Kan oorzaak zijn van bouwschade
Hoe bepalen?:
- Terreinverkenning
- Bodemonderzoek!!! (vooral dit)
= barsten in de voegen (voegen zijn minder sterk dan stenen / soms
ook stenen)
De terreinverkenning
- Teken van grondverschuivingen of sterke erosie van taluds?
, - Teken van plaatselijke verzakkingen?
- Bruuske wijzigingen van het reliëf van hellingen?
- Aanduiden omtrent de aanwezigheid van aangevoerde grond
- Aanwezigheid ophogingen, storten van afval en huisvuil, enz. ?
- Plotse wijzigingen van de aard van de grond?
- Soorten bomen, hoogte, omtrek, staat?
o Knitwilgen bv. -> veel water nodig dus vochtige grond
o Rietplanten groeien u grond → ook vochtige grond
- Sporen van oude waterloop?
- Sporen van eventuele overstromingen ?
- Waterplannen?
De grond
Vereenvoudigde classificatie: losse versus rotsachtige grond
Losse grond:
= kan je doorgaans tussen de vingers verbrokkelen
- Wordt gekenmerkt door
o Volgens korrelsamenstelling (tactiel onderscheid)
▪ Klei
• Zacht en vattig
• Kleeft aan vingers
• Droogt langzaam
• Absorptie water en opzwellen
• Barsten door de grote krimp
▪ Leem
• Ruw gevoel
• Knarsen
• Absorbeert gemakkelijk water
• Vrij hetzelfde als klei maar iets grotere
korrels
• Glanzend uitzicht
• Goed om te tuinieren
▪ Zand
• Geen cohesie
▪ Grind
• Grotere korrels
▪ Brokken, keien
• Praktijk = samengestelde mengsels
, o Volgens consistentie (samenhang)
▪ Onsamenhangende grond: grond uit zand en/of grind
▪ Samenhangede of cohesieve grond:: grond uit leem en/of klein
o Gehalte aan organische en kalkhoudende stoffen
▪ Organisch
• Plantaardige afvalstoffen in ontbinding
• Donkerbruine kleur
• Geur
▪ Indien groot gehalte aan organische stoffen → verdachte funderingsgrond (=
voorzichtig!!)
▪ Grote waterabsorptie van de grond !!!
▪ Kalkhoudend
• Zand + kalk = uitzicht van rotsgrond (kalkzandsteen)
• Beperkte draagkracht, steeds plaatselijk
Rotsachtige grond:
- Sterkte = verbinding tussen fragmenten die blokken of banken
vormen
- Verkleining nodig ifv uitgraving
- Kunnen verwerven tot losse grond
- Gevaar = scheidingsvlakken breuk + verglijden
Basisbegrippen over grond
Fysische karakteristieken:
- Samenstelling = korrels + water + lucht
- Lucht tussen bepaald dichtheid
- Samenstelling kan zo zijn dat het drijfzand volgt (grondverhoudingen
opletten)
Mechanische karakteristieken:
- Inwendige wrijvingshoek: hoek waarlangs grond afschuift
o Soms graaf je en blijft het mooi vast staan omdat het aan elkaar gebonden is maar bij
zand bv. Valt het telkens terug naar beneden.
, Grote korrels zand = veel lucht tussen
Klei duurt heel lang voor het water eruit is
want het zit echt gebonden
Zandgrond zakt en dan stopt dat gewoon
Bij klei gaat het pas later zakken (= meer
schade) → bij trage consedalatie meer
schade
- Cohesie of samenhang
- Samendrukbaarheid (gevolg ‘zetten van een constructie’)
Draagvermogen van grond:
- Ene grond kan meer dragen dan andere grondsoorten
- Grensdraagvermogen van de grond op plaats waar fundering is voorzien
o Waar het kantelt
o Je wilt het NOOIT bereiken want dan begint het gebouw te kantelen
- Grensdraagvermogen is afhankelijk van
o Natuurlijke druk op dat niveau
o Afmetingen van de fundering
o Cohesie van betrokken lagen
o Inwendige wrijvingshoek
o Volumegewicht van de lagen
o Grondwaterstand
Toelaatbaar draagvermogen = grensdraagvermogen verminderd met veiligheidsfactor 2 of 3.
- Het grensdraagvermogen → veiligheid