PERSOONLIJKHEIDSPSYCHOLOGIE
Fien Hofman (’24-’25)
• Boek = extra info
• Oefeningen bij bepaalde HOC (ufora)
• Examen
o Artikel (H9) + slides + selectie handboek
o 30 MC + 1 open vraag (onderverdeeld in 4 deelvragen)
▪ Open vraag gaat over WC samen met alles wat te maken heeft met assessment
• Leerdoelen uit pp werkcollege bekijken!!!
,INLEIDING (herhaling vorig jaar)
HEDENDAAGSE DEFINITIE
- A set of psychological traits
- And mechanisms
- Within the individual
- That are organized and relatively enduring
- And that influence
- His or her interactions with
- And adaptations to
- The environment
ASSUMPTIES BINNEN PERSOONLIJKHEIDSPSYCHOLOGIE
- Relatief stabiele aspecten van het zelf
- Relatief consistent over verschillende sociale contexten (ook bij sociale voorschriften)
- De essentie van het individu (denken, voelen, doen) in vergelijking met anderen
o Niet enkel gedraag maar ook emoties en cognities
- Zijn latent aanwezig, ook als er geen observeerbare expressie is van de trek !!
o Niet altijd observeerbaar maar altijd aanwezig
CONCEPTUALISATIE VAN PERSOONLIJKHEID
BIG FIVE MOGEL
- Dimensioneel model
- Hiërarchisch: domeinen en onderliggende facetten
- Universeel over culturen heen
- Valide voor kinderen, jongeren en volwassenen
HET VIJF-FACTOREN MODEL (VFM)
VIJF BASISDIMENSIES VAN PERSOONLIJKHEID
Staat volledig los v. extraversie
Vb. op reis gaan: elke dag ander restaurantje kiezen om
cultuur te leren kennen of naar Italiaan omdat je dat kent?
→ verwarrend: in oz wordt neuroticisme inwisselbaar gebruikt met emotionele stabiliteit
Richting van dimensie is anders:
o Hoog scoren op neuroticisme = emotioneel gevoelig
o Hoog scoren op emotionele stabiliteit = emotioneel stabiel
→ het zijn adaptieve verschillen tussen de mensen
- Een adaptieve range van de negatieve naar de positieve pool
- Het is niet persé meteen een psychopathologie
1
,MANIFESTATIE VAN PERSOONLIJKHEID TE VERKLAREN VANUIT DE TRAIT-ACTIVATION THEORY
- PH-trekken = latente tendensen, die ons gedrag in een bepaalde richting sturen
o Latent: onderliggend, niet zichtbaar
- In situaties die ‘relevant zijn’ voor een bepaalde trek, zal de trek zich duidelijker manifesteren
o Trekken worden geactiveerd door cues uit de omgeving als ze consistent zijn met de trek
waarvoor de cue bedoeld is (cfr. Trait-activation theorie (bach 1))
- Intrinsieke satisfactie ontstaat als resultante van expressie van de trek positieve geëvalueerd wordt
o beloningsmechanisme om PH vast te zetten → identiteit)
RELATIEF STABIEL EN RELATIEF CONSISTENT?
trekken zijn relatief stabiel → betekent niet dat alles aan PH stabiel is → variabiliteit
State versus trait
“Each individual has a mean level of personality expression (e.g. we may display a consistent level of
extraversion) but can occasionally deviate from this mean-level by expressing temporary, moment-to-moment,
personality states (e.g. we may be less extraverted when we’ve slept badly or when we’ve been surrounded by
people all weekend)”
- mean level = algemene tendens om zich op een bep manier te gedragen
o maar obv bepaalde omgevingsfactoren kan men hier van afwijken
o = within person variability = state expressie van onderliggende trek
▪ vb. zeer slecht geslapen → meer irriteerbaar
- State: momentante staat, gestuurd door een situatie
- Trait: doorgaans, gemiddeld level
Klassieke trait approach houdt geen rekening met hoe onze expressie van persoonlijkheid verandert naargelang
situatie, maar meet de “algemene tendensen van denken, voelen, doen”.
- Gaat uit van stabiliteit
- Vragenlijsten met mean level als uitkomst
- Vraag die nooit beantwoord wordt = in welke mate gaan trekken tov bep situaties al of niet meer
getriggerd worden?
→ opl.: werken met interview (bijvragen stellen)
▪ Voordeel: sensitiever
▪ Nadeel: duurt heel lang
MEER HOLLISTISCHE BESCHRIJVING VAN PERSOONLIJKHEID?
Hollistisch: verschillende methodes combineren
1. Standaard trait assessment via vragenlijst → zicht op algemene tendensen
2. Experience sampling design: within-person variability across time
3. Situational judgment test: within-person variability across situations
EXPERIENCE SAMPLING DESIGN
= ‘daily diary method’ of ‘ecological momentary assessment ‘
- pp worden gevraagd om over hun gedachten, gevoelens en gedrag te rapporteren op verschillende
tijdstippen doorheen een bepaalde periode
o Veel meetmomenten (over dagen heen mensen bevragen)
o Er van uitgaan dat mensen per dag dat ze het invullen zich in een andere situatie bevinden
o Situatie schetsen: ‘waar ben je nu?’, ‘bij wie ben je nu’, ‘wat ben je aan het doen’, of ‘hoe zou
je de situatie waarin je je nu bevindt gevoelsmatig beschrijven’
o Uitbreiding van within person variability ‘over time’ naar ‘across situations’
2
, - Kijken naar patronen in gedrag over de tijd heen BINNEN personen (= within-person variability)
Voorbeeld:
- ESM studie naar smartphone-gebruik bij adolescenten en welbevinden
o Meermaals per dag assessment van emoties
o Doorheen de dag registratie van aantal keer en duur smartphone gebruik
→ intra-individuele variabiliteit in emoties en smartphone gebruik kan aan elkaar (causaal)
gelinkt worden
Nadeel: tijds- en arbeidsintensief → weinig mensen houden het vol!
SITUATIONAL JUDGMENT TESTS
op 1 moment aan een individu verschillende situaties voorleggen en dan vragen hoe groot de kans is dat je op
een bep. manier zal reageren
- 5 antwoordopties (elk 1 v/d big five) → ‘wat is de kans dat je dit zou doen’
Voorbeeld:
“je zit in een vol auditorium en merkt plots dat de batterij van je laptop bijna plat is. Je hebt je lader niet mee.
Geen van je vrienden is aanwezig in de les, en er worden geen opnames van de les gemaakt. De docent heeft net
aangekondigd dat het stuk les dat nu volgt belangrijk is voor het examen. Het is een stuk dat voorgaande jaren
nog niet werd gedoceerd, dus er circuleren nog geen samenvattingen van deze leerstof. Hoe groot is de kans dat
valide zijn voor de persoon
ja als volgt zou reageren?”
!! de scenario’s moeten
- Ik zou vlug een blad papier nemen en noteren → conscientieusheid
- Ik zou na de les naar de docent gaan, en zeggen dat ik dit niet kunnen vind aangezien de inhoud niet in
de studiefiche staat → aangenaamheid
- Ik zou een medestudente naast mij aanspreken en vragen om haar nota’s door te sturen → extraversie
in kwestie
- Ik zou me zorgen maken dat ik nu niet kan slagen voor dit deel van de leerstof en kan niet meer
opletten in de les → neuroticisme
- Ik zou beginnen dagdromen en denken dat het allemaal wel goed zal komen → openheid voor
ervaringen
WAT METEN WE?
- Gecontextualiseerde gemiddelde trek-score → gemiddelde over situaties heen
- De grootte van de standaardafwijking → maat voor variabiliteit van de trek over situaties heen
o ‘within-person variability’ (SD)
o Weinig variabiliteit = consistent scoren over situaties heen
o Fluctuaties, maar NIET over de tijd heen ( ESM)
VALIDITEIT?
Lievens et al. (2018): eerste studie die aantoonde dat de SD (JSD) score een valide maat was voor meting van
within-person variability (sterker correlatie met ESM data)
- Minder tijdsintensief dan dagboek-data → goed alternatief
- Controle voor ‘confounding variables’ die optreden bij metingen over bv. een tijdsduur van twee weken
LINK MET WERKCOLLEGE
- Eigen FFM persoonlijkheidsprofiel construeren
- Link tussen algemene persoonlijkheid en gevoeligheden in eigen persoonlijkheid
- Link met eigen SJT data mbt. reacties op “moeilijke situaties”
→ LEER-OEFENING!!
→ open vraag rond trait assessment op eindexamen
3
Fien Hofman (’24-’25)
• Boek = extra info
• Oefeningen bij bepaalde HOC (ufora)
• Examen
o Artikel (H9) + slides + selectie handboek
o 30 MC + 1 open vraag (onderverdeeld in 4 deelvragen)
▪ Open vraag gaat over WC samen met alles wat te maken heeft met assessment
• Leerdoelen uit pp werkcollege bekijken!!!
,INLEIDING (herhaling vorig jaar)
HEDENDAAGSE DEFINITIE
- A set of psychological traits
- And mechanisms
- Within the individual
- That are organized and relatively enduring
- And that influence
- His or her interactions with
- And adaptations to
- The environment
ASSUMPTIES BINNEN PERSOONLIJKHEIDSPSYCHOLOGIE
- Relatief stabiele aspecten van het zelf
- Relatief consistent over verschillende sociale contexten (ook bij sociale voorschriften)
- De essentie van het individu (denken, voelen, doen) in vergelijking met anderen
o Niet enkel gedraag maar ook emoties en cognities
- Zijn latent aanwezig, ook als er geen observeerbare expressie is van de trek !!
o Niet altijd observeerbaar maar altijd aanwezig
CONCEPTUALISATIE VAN PERSOONLIJKHEID
BIG FIVE MOGEL
- Dimensioneel model
- Hiërarchisch: domeinen en onderliggende facetten
- Universeel over culturen heen
- Valide voor kinderen, jongeren en volwassenen
HET VIJF-FACTOREN MODEL (VFM)
VIJF BASISDIMENSIES VAN PERSOONLIJKHEID
Staat volledig los v. extraversie
Vb. op reis gaan: elke dag ander restaurantje kiezen om
cultuur te leren kennen of naar Italiaan omdat je dat kent?
→ verwarrend: in oz wordt neuroticisme inwisselbaar gebruikt met emotionele stabiliteit
Richting van dimensie is anders:
o Hoog scoren op neuroticisme = emotioneel gevoelig
o Hoog scoren op emotionele stabiliteit = emotioneel stabiel
→ het zijn adaptieve verschillen tussen de mensen
- Een adaptieve range van de negatieve naar de positieve pool
- Het is niet persé meteen een psychopathologie
1
,MANIFESTATIE VAN PERSOONLIJKHEID TE VERKLAREN VANUIT DE TRAIT-ACTIVATION THEORY
- PH-trekken = latente tendensen, die ons gedrag in een bepaalde richting sturen
o Latent: onderliggend, niet zichtbaar
- In situaties die ‘relevant zijn’ voor een bepaalde trek, zal de trek zich duidelijker manifesteren
o Trekken worden geactiveerd door cues uit de omgeving als ze consistent zijn met de trek
waarvoor de cue bedoeld is (cfr. Trait-activation theorie (bach 1))
- Intrinsieke satisfactie ontstaat als resultante van expressie van de trek positieve geëvalueerd wordt
o beloningsmechanisme om PH vast te zetten → identiteit)
RELATIEF STABIEL EN RELATIEF CONSISTENT?
trekken zijn relatief stabiel → betekent niet dat alles aan PH stabiel is → variabiliteit
State versus trait
“Each individual has a mean level of personality expression (e.g. we may display a consistent level of
extraversion) but can occasionally deviate from this mean-level by expressing temporary, moment-to-moment,
personality states (e.g. we may be less extraverted when we’ve slept badly or when we’ve been surrounded by
people all weekend)”
- mean level = algemene tendens om zich op een bep manier te gedragen
o maar obv bepaalde omgevingsfactoren kan men hier van afwijken
o = within person variability = state expressie van onderliggende trek
▪ vb. zeer slecht geslapen → meer irriteerbaar
- State: momentante staat, gestuurd door een situatie
- Trait: doorgaans, gemiddeld level
Klassieke trait approach houdt geen rekening met hoe onze expressie van persoonlijkheid verandert naargelang
situatie, maar meet de “algemene tendensen van denken, voelen, doen”.
- Gaat uit van stabiliteit
- Vragenlijsten met mean level als uitkomst
- Vraag die nooit beantwoord wordt = in welke mate gaan trekken tov bep situaties al of niet meer
getriggerd worden?
→ opl.: werken met interview (bijvragen stellen)
▪ Voordeel: sensitiever
▪ Nadeel: duurt heel lang
MEER HOLLISTISCHE BESCHRIJVING VAN PERSOONLIJKHEID?
Hollistisch: verschillende methodes combineren
1. Standaard trait assessment via vragenlijst → zicht op algemene tendensen
2. Experience sampling design: within-person variability across time
3. Situational judgment test: within-person variability across situations
EXPERIENCE SAMPLING DESIGN
= ‘daily diary method’ of ‘ecological momentary assessment ‘
- pp worden gevraagd om over hun gedachten, gevoelens en gedrag te rapporteren op verschillende
tijdstippen doorheen een bepaalde periode
o Veel meetmomenten (over dagen heen mensen bevragen)
o Er van uitgaan dat mensen per dag dat ze het invullen zich in een andere situatie bevinden
o Situatie schetsen: ‘waar ben je nu?’, ‘bij wie ben je nu’, ‘wat ben je aan het doen’, of ‘hoe zou
je de situatie waarin je je nu bevindt gevoelsmatig beschrijven’
o Uitbreiding van within person variability ‘over time’ naar ‘across situations’
2
, - Kijken naar patronen in gedrag over de tijd heen BINNEN personen (= within-person variability)
Voorbeeld:
- ESM studie naar smartphone-gebruik bij adolescenten en welbevinden
o Meermaals per dag assessment van emoties
o Doorheen de dag registratie van aantal keer en duur smartphone gebruik
→ intra-individuele variabiliteit in emoties en smartphone gebruik kan aan elkaar (causaal)
gelinkt worden
Nadeel: tijds- en arbeidsintensief → weinig mensen houden het vol!
SITUATIONAL JUDGMENT TESTS
op 1 moment aan een individu verschillende situaties voorleggen en dan vragen hoe groot de kans is dat je op
een bep. manier zal reageren
- 5 antwoordopties (elk 1 v/d big five) → ‘wat is de kans dat je dit zou doen’
Voorbeeld:
“je zit in een vol auditorium en merkt plots dat de batterij van je laptop bijna plat is. Je hebt je lader niet mee.
Geen van je vrienden is aanwezig in de les, en er worden geen opnames van de les gemaakt. De docent heeft net
aangekondigd dat het stuk les dat nu volgt belangrijk is voor het examen. Het is een stuk dat voorgaande jaren
nog niet werd gedoceerd, dus er circuleren nog geen samenvattingen van deze leerstof. Hoe groot is de kans dat
valide zijn voor de persoon
ja als volgt zou reageren?”
!! de scenario’s moeten
- Ik zou vlug een blad papier nemen en noteren → conscientieusheid
- Ik zou na de les naar de docent gaan, en zeggen dat ik dit niet kunnen vind aangezien de inhoud niet in
de studiefiche staat → aangenaamheid
- Ik zou een medestudente naast mij aanspreken en vragen om haar nota’s door te sturen → extraversie
in kwestie
- Ik zou me zorgen maken dat ik nu niet kan slagen voor dit deel van de leerstof en kan niet meer
opletten in de les → neuroticisme
- Ik zou beginnen dagdromen en denken dat het allemaal wel goed zal komen → openheid voor
ervaringen
WAT METEN WE?
- Gecontextualiseerde gemiddelde trek-score → gemiddelde over situaties heen
- De grootte van de standaardafwijking → maat voor variabiliteit van de trek over situaties heen
o ‘within-person variability’ (SD)
o Weinig variabiliteit = consistent scoren over situaties heen
o Fluctuaties, maar NIET over de tijd heen ( ESM)
VALIDITEIT?
Lievens et al. (2018): eerste studie die aantoonde dat de SD (JSD) score een valide maat was voor meting van
within-person variability (sterker correlatie met ESM data)
- Minder tijdsintensief dan dagboek-data → goed alternatief
- Controle voor ‘confounding variables’ die optreden bij metingen over bv. een tijdsduur van twee weken
LINK MET WERKCOLLEGE
- Eigen FFM persoonlijkheidsprofiel construeren
- Link tussen algemene persoonlijkheid en gevoeligheden in eigen persoonlijkheid
- Link met eigen SJT data mbt. reacties op “moeilijke situaties”
→ LEER-OEFENING!!
→ open vraag rond trait assessment op eindexamen
3