Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting algemene heelkunde II, partim shock

Note
-
Vendu
-
Pages
9
Publié le
27-08-2025
Écrit en
2023/2024

Dit is een samenvatting van het onderdeel shock van algemene heelkunde II.










Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
27 août 2025
Nombre de pages
9
Écrit en
2023/2024
Type
Resume

Aperçu du contenu

Samenvatting algemene heelkunde II

Shock

= syndroom waarbij weefselperfusie onder de minimale behoeften voor een normaal oxidatief metabolisme daalt.

Aanhoudende hypoperfusie weefsels  schade aan cellen  afsterven van de weefsels  orgaanfalen  dood

Weefseloxygenatie en -perfusie worden bepaald door goede doorbloeding (bepaald door bloeddruk, perifere
weerstand (TPR), bloedvolume en hartfunctie), Hb-gehalte in RBC en goede longfunctie.

Arteriële bloeddruk bepaald door TPR, hartdebiet (CO) en bloedvolume

- Etiologie van shock: daling circulerend volume, problemen met hartfunctie, verstoorde BV tonus,
obstructie van de bloedvaten (vb luchtembolie) of ernstig trauma
- Hoofddoel therapie: bevorderen van de weefselperfusie en cellulaire schade voorkomen
- Indeling naargelang oorzaak:
1. HYPOVOLEMISHE SHOCK: door te laag circulerend vermogen.




Stressreactie met
Ischemische fase Hyperdynamische fase Stagnerende fase
Hypotensie en hypovolemie catecholamine vrijstelling
* Bleke mucosa * Gestuwde mucosa * Cyanotische/grijze mucosa
(adrenaline/noradrenaline)



 Hypotensie wordt gedetecteerd door baroreceptoren. Hierdoor wordt sympaticus geactiveerd
 adrenaline en noradrenaline vrij  VC kleine arteries en arteriolen door -receptor
stimulatie. (-receptor thv nier en huid = VC, 1 thv hart en 2 thv spier = VD) VC leidt tot
ischemie van de weefsels  bleke mucosa maar doorbloeding hersenen en hart blijft
gegarandeerd. Hyperdynamische fase: vasoactieve stoffen vrij uit weefselcellen 
precapillaire arteriolen relaxeren  gestuwde mucosa. Stagnerende fase: stagnatie + pooling
vnl splanchnicus  uittreden van vocht en cellen = oedeem + microcirculatie nog slechter 
stase  cyanotische en grijze mucosa. Veneuze retour daalt  minder bloed naar hart 
daling CO.
 Oorzaak: verlies van vocht, bloed of plasma , bijvoorbeeld door diarree, zweten, braken,
exsudatie (brandwonde) of staseproces (vb darmtorsie ~ soort bloedverlies)
 Symptomen: uitwendige bloeding vs inwendige bloeding (hyperacuut: geen symptomen vb
aorta ruptuur of acuut: compensatiemechanismen  vocht van intersititium naar
intravasculair waardoor toename bloedvolume, maar is beperkt bij dehydratatie,
hypoproteïnemie, hyponatriëmie, nierinsufficiëntie en obesitas.
Voorbeelden van compensatiemechanismen:
1) Miltcontractie door adrenaline  RBC vrij  toename hematocriet (PCV)
2) Inotroop en chronotroop effect thv myocard door 2 receptoren.
3) 2,3DPG in RBC stijgt  oxyHb dissociatiecurve naar rechts  Hb geeft makkelijker O2
af
4) Stimulatie van de ADH  meer O2 opname en eliminatie van O2 (respiratoire
alkalose)  positief effect op veneuze retour maar vaak inefficiënt
5) Tragere compensatie: beperken van waterverlies door minder secreties (speekselen),
oligurie (verminderde urineproductie door renale vasoconstrictie) en dorstgevoel leidt
tot verhoogde opname van drinkwater bij deshydratatie/hypovolemie

, 6) Herstel plasmaproteïnen door albumine sparen  minder filtratie door capillairen,
minder katabolisatie en meer synthese in hepatocyten
7) Herstel RBC: productie nieuwe onrijpe RBC door EPO via nier
8) Herstel hematocriet (PCV) traag (hond (3 weken) > paard (3 maanden))
 Behandeling acuut bloedverlies :
a) Voldoende RBC + normaal circulerend volume  bloeding stelpen
b) Voldoende RBC + minder circulerend volume  bloeding stelpen + herstel volume (vb
infuus (kristalloïden en/of colloïden)
c) Onvoldoende RBC + circulerend volume  bloeding stelpen + bloedtransfusie
 Hypovolemische shock zonder bloedverlies, maar wel verlies van vocht en/of eiwit: bijv bij
diarree, braken of reflux. Er is wel hypoperfusie, maar transportcapaciteit voor O2 blijft
behouden omdat er geen RBC verloren gaan. Er is wel een toename van de hematocriet
waardoor bloedviscositeit en stolbaarheid stijgen  sludging van RBC mogelijk of aggregaten
van thrombo’s. Deze toegenomen viscositeit zorgt ervoor dat bloed minder makkelijk bij
weefsels komt, dit samen met VC van de arterien/kleine arteriolen en sfincters zorgt voor een
stijging van de TPR  afterload van het hart groter  hypoperfusie.
2. CARDIOGENE SHOCK: door hartproblemen.
 Etiologie: door hartinsufficiëntie/aritmie  daling pompfunctie  daling CO  daling DO2 
ischemie + sympaticus activatie
 Myocard is zeer gevoelig aan hypoxie
 Behandeling: ACE-inhibitoren , niet meteen vocht toedienen
3. DISTRIBUTIEVE SHOCK: er is een bloeddrukval door vasodilatatie in sommige of
alle weefsels. Er is een probleem met de verdeling van het beschikbare hoeveelheid bloed in het
lichaam.
 Probleem in het regelen van de vasodilatatie (vb door allergische reactie)
 Meteen hyperdynamisch beeld nadien depressie met stagnerende fase (GEEN ischemische
fase). Door vasodilatatie ontstaat er een daling van de totale perifere weerstand (TPR) en
daardoor ook de arteriële bloeddruk. Compensatie via verhoogde hartfrequentie en -
contractiliteit.
 Mucosa: gestuwd  cyanotisch  grijs
 Lokale ontsteking (normaal gunstig effect op heling) vs extreem uitgebreide
ontstekingsreactie (SIRS = systemisch inflammatie respons syndroom en MODS = multiple
orgaan dysfunctie syndroom  ARDS, ALI = acute schade aan alveolair membraan of DIC =
activatie coagulatiecascade met vorming microthrombi)
o Ontstekingsmediatoren: cytokines (TNF, interleukine 1  koorts en hypotensie),
eicosanoïden, NO ( vasodilatatie), kinines (bradykinine zorgt voor hypotensie en
toename van de vasculaire permeabiliteit) en complement cascade systeem
(hypotensie)
o Vrijgestelde mediatoren zorgen voor disbalans in coagulatiecascade  DIC:
Gedissemineerde intravasculaire coagulatie (DIC)
A. ANAFYLACTISCHE SHOCK
 Ag/As reactie, meestal meteen nadat het antigen in de circulatie komt bij een
gesensibiliseerde patiënt.
 Sterke VD  dalen van TPR en CO. Ook is er verhoogde capillaire permeabiliteit met
verlies van vocht en eiwit dus hypovolemie.
 Symptomen: tachycardie, tachypnee, hypotensie, vaak urticaria, oedeem en
bronchoconstrictie
 Bijvoorbeeld: bij bloedtransfusie
B. ENDOTOXEMISCHE/SEPTISCHE SHOCK
 bacteriële infectie en/of endotoxines (vb. LPS van G- bacteriën)  VD +
ontstekingsmediatoren vrij. Endotoxines zorgen voor VD met systemische hypotensie,
leucopenie, koorts, acidose, verhoogde stollingsneiging, met thrombocytopenie tot
€6,49
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
DGKstudent123

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
DGKstudent123 Universiteit Gent
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
1
Membre depuis
3 mois
Nombre de followers
0
Documents
18
Dernière vente
3 mois de cela

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions