Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Agrochemie 24-25

Note
-
Vendu
-
Pages
18
Publié le
25-08-2025
Écrit en
2024/2025

een samenvatting met uitleg om de oefeningen stap voor stap te maken


















Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
25 août 2025
Nombre de pages
18
Écrit en
2024/2025
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Elyse Pauwels Agrochemie Jan 2024




Theorie Agrochemie
H2: Bouw
- Enkelvoudige zuivere stof: niet ontbinden aka 1 soort atoom (Na, K, Fe,…)
- Samengestelde zuivere stof: kan ontbinden aka meerdere atomen (H 2O)
- Homogene mengsels: moleculen zijn niet zichtbaar aka lucht, suiker
- Heterogene mengsels: moleculen zijn zichtbaar aka suikerwater
- Scheiden mengsels:
o Filteren (scheiden door aggregatietoestand)
o Centrifugeren (scheiden door massa verschil)
o Destilleren (scheiden door verschillende kookpunt)
o Kristalliseren (scheiden door oplosbaarheid)
o Absorptie (scheiden door koppeling met actieve kool)
- Molecule: kleinste deel die opgebouwd is uit atomen (elementen)
- Rangschikking PSE door protonengentaal (atoomnummer Z) en
eigenschappen
o Groep Ia: alkalimetalen
o Groep IIa: aardalkalimetalen
o Groep IIIa: aardmetalen
o Groep IVa: koolstofgroep
o Groep Va: stikstofgroep
o Groep VIa: zuurstof
o Groep VIIa: halogenen
o Groep 0: edelgassen
- Atoom bestaat uit p+ en n0 in kern en rond uit e-
- Isotopen: atomen met gelijk aantal p+ en e- maar verschillend aantal n0
- Relatieve atoommassa (Ar): frequentie x atoomnummer (links boven) +
idem ander isotoop (zie kleine berekeningen)
- Elektronenschillen:
o Begint van K schil tot Q schil
o 2, 8, 18, 32, 50, 72, 98
o Max aantal op buitenste schil is 8 en voorlaatste is 18
o Massagetal = p++n0
- Orbitalen ruimte tussen kern waar e- zitten
o Verschillende soorten (s, p, d en f) met verschillende vorm en grote
- Ionen: buitenste e- zijn mobiel en kunnen verdwijnen/verplaatsen/bijkomen
o Met lading Na+ = e- komen bij
o Met lading Mg2+ = e- vallen weg
- Verandering aantal
o P+ = ander atoom
o N0 = isotoop
o E- = ion




1

,Elyse Pauwels Agrochemie Jan 2024



H3: Type bindingen
- Elektronegatieviteit (EN):
o Maat voor kracht waarmee atoom een elektron in buitenste schil
aantrekt
o Tussen 0.1 en 4 (meer richting 4 = sterker)
o Te vinden recht onder atoommassa (rechts boven)
- Bindingen:
o Ionbinding: metaal + niet-metaal
 verschil in EN > 1.5
 Meestal een zout vorming
 Lossen goed op in water
o Covalente bindingen: niet-metaal + niet-metaal
 EN is < 1.5
 Gewone: beide atomen leveren 1 e-
 Datieve: 1 atoom levert beide e-
 Polair-apolair:
 Polair: 1 of meerdere e- gaan naar ander atoom door
verschillende EN en dat atoom harder trekt maar blijft
delen
 Apolair: gelijke EN dus er word evenveel getrokken
 Hybridisatie: ongelijkwaardige e- orbitalen combineren tot
gelijkwaardige orbitalen  meer bindingen en stabieler
 Sigma binding: gebied vh molecuulorbitaal ligt symmetrisch
rond as die kernen verbind
 Pi-binding: versmelten van 2 evenwijdige P orbitalen (boven
of onder kern)
o Metaalbindingen: metaal + metaal
 Lage EN
 Laten makkelijk uit e- los
- Vorming zouten:
o NaCl via ionbinding
o Zuur + base = zout en water
o HCl + NaOH  NaCl + H2O
- Intermoleculaire krachten;
o Dipool-dipool: aantrekking tussen polaire moleculen met
permanente dipolen
o Ion-dipool: interactie tussen ion en polaire molecuul
o Waterstofbruggen: sterke binding tussen H en een elektronegatief
atoom in ander molecuul
o Vanderwaalkrachten: zwakke aantrekkingskrachten tussen
moleculen door tijdelijke dipolen
o Hydrofoob gedrag: afstoting van water door apolaire moleculen
o Condensatie: vorming van een binding tussen moleculen waarbij
water vrijkomt
o Hydrolyse: splitsing van een binding door toevoeging van water
o Complexbinding: binding waarbij een centraal metaalion omringd
word door liganden
- Valentie: lading ion

2

,Elyse Pauwels Agrochemie Jan 2024


- Oxidatiegetal: fictieve lading uitgedrukt in romeinse cijfers (zie kleine
berekeningen)




3

,Elyse Pauwels Agrochemie Jan 2024



H4: Anorganisch vs organisch
- Organisch: gevormd in of na tussenkomst met levende organismen (dieren,
planten)
o Geneeskunde (aspirine, antibiotica)
o Voedingsindustrie (alcohol, kleurstoffen)
o Polymeerindustrie (plastics…)
o Land- en tuinbouw (bestrijdingsmiddelen, meststoffen)
- Anorganisch: stoffen uit levenloze natuur (zout, water etc)
- Verschil
o Organisch = altijd element C
o Organische verbindingen bevatten beperkte aantal elementen (C, H,
O,…)
o …
- Koolstofverbindingen:
o Ketens, open en ring structuren
o Enkelvoudig, dubbel of driedubbele bindingen
o Meerdere combinaties met (meerdere) hetero-atomen
o Isomerie: zelfde brutoformule met meerdere structuurformules
- Isomerie:
o Gelijke brutoformule maar verschillende structuurformule
o Structuur isomerie (functie, plaats, keten)
o Stereo-isomerie (cis-trans, spiegelbeeldisomerie)

H5: Belangrijke chemische stoffen
- Chemische stoffen in de lucht:
o N
o O2
o CO2
- Chemische stoffen in bodem:
o Organische stoffen (humus)
o Planten nutriënten (microbiële mineralisatie)
o Valste structuur (korrelgrootte en textuurklasse)
- Chemische stoffen in landbouw:
o Broeikasgassen (CO2, methaan, CFK, lachgas)
o Ammoniak (NH3)
o Gewasbeschermers (totaal of selectieve herbiciden)
- Biomoleculen:
o AZ (eiw)
o Kh (mono, di of polysachariden)
o Nucleotiden (5 koolstofsuiker, N-base en fosfaatgroepen in DNA)
o Lipiden/vetten (glycerol en vetzuren)




4

,Elyse Pauwels Agrochemie Jan 2024



H6: Reactievergelijkingen
- Zie apart blad stoichiometrie
- Chemische reacties en wetten:
o Wet van behoud van massa: totale massa reagentia = totale massa
reactieproducten
o Wet van constante massaverhouding: verbindingen en
samenstellingen blijven constant
- Reactievergelijkingen (zie kleine berekeningen)
- Kwantitatieve aspecten:
o Massa (g) = m
o Mol (g/mol) = M
o Volume (l/mol) = V  altijd 22.4

H7: Stofklassen anorganische chemie
Zuren
- Definitie: Verbindingen die in water ioniseren en H⁺-ionen afsplitsen,
waardoor de oplossing zuur wordt.
o Binaire zuren: Bevatten waterstof en een niet-metaal.
o Ternaire zuren: Bevatten drie elementen, vaak inclusief zuurstof.
- Sterkte: Bepaald door de mate van ionisatie in water:
o Sterke zuren: Volledige ionisatie (bijv. HNO₃, H₂SO₄).
o Zwakke zuren: Gedeeltelijke ionisatie (bijv. H₃PO₄).
o Zeer zwakke zuren: Nauwelijks ionisatie (bijv. H₃BO₃).
- Geleidbaarheid: Sterke zuren hebben een hoog geleidingsvermogen door
meer ionen.
- pH: Zuurgraad lager dan 7.
- Nomenclatuur: Gebaseerd op het niet-metaal dat het zuur bevat.
Basen
- Definitie: Verbindingen die in water OH⁻-ionen afsplitsen.
- Vorming: Ontstaan door reactie van metaaloxiden met water.
- Nomenclatuur: "Metaal + hydroxide".
Zouten
- Definitie: Ionische verbindingen die ontstaan door de reactie van een
zuur met een base (neutralisatiereactie).
- Samenstelling: Positieve metaal- of ammoniumionen en negatieve
zuurrestionen.
- Nomenclatuur: "Metaal/ammonium + (oxidatiegetal) + zuurrest".
- Soorten:
o Normale zouten: Alleen metaal- en zuurrestionen.
o Zure zouten: Bevatten nog H-atomen van het zuur.
o Basische zouten: Bevatten nog OH-groepen van de base.
o Dubbelzouten: Bevatten meerdere metaal- of zuurrestionen.
Belangrijke Concepten
- Ionisatiegraad (α): Mate van ionisatie in water.
- Neutralisatiereactie: Zuur + base → water + zout.
- Indicatoren: Stoffen die van kleur veranderen afhankelijk van de pH.
o Voorbeeld: Lakmoes: rood (pH < 5,5), blauw (pH > 7,5), paars
daartussen.

5

,Elyse Pauwels Agrochemie Jan 2024




6

,Elyse Pauwels Agrochemie Jan 2024



H8: Stofklassen organische chemie
Koolwaterstoffen (KWS)
- Definitie: Verbindingen van koolstof (C) en waterstof (H).
- Soorten:

Alkanen: Verzadigde KWS (enkelvoudige bindingen), formule
o
CnH₂n+₂. Energiebronnen en grondstoffen.
o Cycloalkanen: Alkanen met een ringstructuur.
o Alkenen: Onverzadigde KWS (dubbele binding), formule CnH₂n.
Reactiever, grondstoffen voor polymeren.
o Alkynen: Onverzadigde KWS (drievoudige binding), formule CnH₂n-
₂. Zeer reactief.
o Aromaten: Bevatten een benzeenring (C₆H₆).
Functionele Groepen en Stofklassen
- Alcoholen: Bevatten -OH; naam eindigt op "-ol".
- Fenolen: -OH direct aan een benzeenring.
- Thiolen: Bevatten -SH; naam eindigt op "-thiol".
- Ethers: Bevatten C-O-C.
- Epoxiden: Cyclische ethers met een driering.
- Sulfiden: Bevatten C-S-C.
- Aminen: Bevatten -NH₂; naam eindigt op "-amine".
- Alkaloïden: N-houdende verbindingen uit planten, vaak biologisch actief.
- Aldehyden: Bevatten -CHO; naam eindigt op "-al".
- Ketonen: Bevatten C=O tussen twee C-atomen; naam eindigt op "-on".
- Carbonzuren: Bevatten -COOH; naam eindigt op "-zuur".
- Esters: Ontstaan uit een carbonzuur en alcohol; bevatten -COO-.
Nomenclatuur
1. Hoofdketen/ring: Langste koolstofketen of belangrijkste ring.
2. Nummering: Functionaliteit krijgt de laagste nummers.
3. Substituenten: Benoem vertakkingen en halogenen met posities.
4. Functionele groepen: Voeg functionele groepen toe aan de stamnaam.

Isomerie
- Ketenisomerie: Verschillende vertakkingspatronen.
- Plaatsisomerie: Verschillende posities van functionele groepen.
- Functie-isomerie: Verschillende functionele groepen.
- Cis-trans isomerie: Ruimtelijke verschillen bij dubbele binding.
- Spiegelbeeldisomerie: Moleculen die elkaars spiegelbeeld zijn
(enantiomeren).




7

,Elyse Pauwels Agrochemie Jan 2024



H9: Oplosbaarheid, reactiesnelheid en chemische
evenwicht
- Oplosbaarheid
o Oplossingen: Mengsels zijn homogeen of heterogeen. Ze kunnen
bestaan uit gas, vloeistof of vaste stoffen.
o Eigenschappen: Oplossingen kunnen verdund, geconcentreerd,
verzadigd of oververzadigd zijn. Polaire stoffen lossen op in polaire
oplosmiddelen; apolaire in apolaire. Water is een belangrijk
oplosmiddel door waterstofbruggen.
o Warmte-effecten: Oplossen kan exotherm (energie vrij) of
endotherm (energie opname) zijn.
o Dampdruk: Bepaald door temperatuur en componenten. Wet van
Raoult beschrijft de totale dampdruk van een mengsel.
o Kook- en vriespunt: Oplossen van niet-vluchtige stoffen verhoogt
het kookpunt en verlaagt het vriespunt.
o Osmose en diffusie: Osmose is het transport door een semi-
permeabele wand naar de meest geconcentreerde oplossing.
- Reactiesnelheid
o Definitie: Snelheid waarmee reagentia omgezet worden in
producten, gemeten in concentratieverandering per tijdseenheid.
o Botsingsmodel: Reacties gebeuren bij effectieve botsingen
(voldoende energie en juiste oriëntatie).
- Invloedfactoren:
o Concentratie: Meer botsingen bij hogere concentratie.
o Temperatuur: Reactiesnelheid verdubbelt of verdrievoudigt per
10°C stijging.
o Verdelingsgraad: Groter contactoppervlak versnelt reacties.
o Katalysatoren: Verlagen activeringsenergie, waardoor reacties
sneller verlopen. Enzymen werken als biokatalysatoren.
- Chemisch Evenwicht
o Omkeerbare reacties: Concentraties veranderen niet meer in
evenwicht. Het evenwicht kan links of rechts liggen.
o Evenwichtsconstante (K): Verhouding concentraties
producten/reactanten.
 K≫1K \gg 1K≫1: Reactieproducten domineren.
 K≪1K \ll 1K≪1: Uitgangsstoffen domineren.
- Beïnvloeding van evenwicht:
o Wet van Le Chatelier: Veranderingen in concentratie, temperatuur of
druk verschuiven het evenwicht om de verandering tegen te
werken.




8

,Elyse Pauwels Agrochemie Jan 2024



H10: Redoxreactie
- Oxidatie en reductie
o Oxidatie: Afgifte van elektronen, met een toename van het
oxidatiegetal.
o Reductie: Opname van elektronen, met een afname van het
oxidatiegetal.
- Oxidator en reductor
o Oxidator: Neemt elektronen op en wordt zelf gereduceerd.
o Reductor: Staat elektronen af en wordt zelf geoxideerd.
- Oxidatiegetal
o Fictieve lading toegewezen aan een atoom om elektronenoverdracht
te visualiseren.
- Contexten van redoxreacties
o Verdringingsreeksen van metalen: Rangschikking van metalen
op basis van elektronegativiteit, voorspelt welke metalen elkaar in
redoxreacties verdringen.
o Stikstofbinding en stikstofcyclus: Reductie van luchtstikstof (N₂)
tot ammoniak (NH₃) door planten en bacteriën.
o Bepaling van mangaan in bodem: Mangaan wordt gereduceerd
tot Mn²⁺ met een reductiemiddel, waarna de hoeveelheid gemeten
kan worden.

H11: Zuur-base evenwicht
- Zie blad pH berekening
- Zuren: Stoffen met H en een zuurrest; geven H⁺ af in water
- Basen: Stoffen met metaal en OH; geven OH⁻ af in water
- Neutralisatiereactie: Zuur + base → zout + water.
- Sterk zuur/basen: Geven/ontvangen makkelijk protonen.
- Evenwichtsconstantes en waarden
o Zuurconstante (Kz): Evenwicht van zuur in water; hogere Kz =
sterker zuur.
o pKz: -log(Kz); lagere pKz = sterker zuur.
o Baseconstante (Kb): Evenwicht van base;
 verwant aan Kz via Kb=10−14KzKb = \frac{10^{-14}}
{Kz}Kb=Kz10−14.
o pH en pOH:
 pH = -log[H⁺]; pOH = -log[OH⁻].
 pH + pOH = 14.
- pH-berekeningen
o Sterke zuren/basen: Volledige dissociatie → pH/pOH berekend uit
concentratie.
o Zwakke zuren/basen: Geen volledige dissociatie; rekening houden
met ionisatiegraad.
- Mengsels:
o Zuur + base → neutralisatie afhankelijk van ionenverhouding.
o Verdunning → pH dichter bij 7.
o Zoutoplossingen: Sterke zuren/basen → neutrale pH (bijv. NaCl).
- Buffers

9

, Elyse Pauwels Agrochemie Jan 2024


o Buffer: Stof die pH stabiel houdt bij toevoeging van zuren, basen of
water.
o Voorbeeld: Azijnzuur (HAc) + natriumacetaat (NaAc)
(geconjugeerde base).
o Werking: Binding van extra H⁺/OH⁻ om pH schommelingen te
minimaliseren.
o Toepassing: Bloed (pH 7,4) wordt gestabiliseerd door
koolzuur/waterstofcarbonaatbuffer.


Naamgeving anorganische chemie
- Oxiden: element(en) (M of nM) + O
o Metaaloxide: naam M + #O’s + Oxide
o Niet-metaaloxide: naam nM + #O’s + Oxide
o Algemeen: Naam element + #O’s + oxide
 Vb: P2O5 = Difosforpentoxide

- Zuren: nM-oxide + H2O
o Algemeen: #H’s + waterstof + stam van nM + ide
 Vb: H2S = Diwaterstofsulfide
o Triviale naam: naam nM + zuur
o Systematische naam: #H’s + waterstof + stam van nM + aat

- Basen: metaalion + hydroxide groep (OH-)
o Naam metaal + (evt OG cijfer) + hydroxide
 Vb: NaOH = Natriumhydroxide
 Vb: Fe(OH)2 = ijzer(II)hydroxide

- Zouten: positief ion (metaal) + negatief ion (zuurrest)
o Naam metaal + (evt lading OG) + zuurrest
 Vb: NaCl = natriumchloride
 Vb: FeCl = ijzer(II)chloride

- vorming zouten
o zout is een verbinding tussen een metaal en een zuurrest
o zure en basische oplossing mengen  H+ en OH- ionen reageren
met H2O
o zuur + base  water + (opgelost) zout
o Metaal + zuur  zout + waterstofgas (H2)
 Vb: Mg + H2SO4  MgSO4 + H2
 M verliest e- om positief ion te vormen (Mg2+)
 Dat ion combineert met zuurrest (SO42-) van zuur en word zout

o




10
€5,49
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
elysepauwels

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
elysepauwels Hogeschool Gent
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
0
Membre depuis
11 mois
Nombre de followers
1
Documents
7
Dernière vente
-

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions