Examen: Meerkeuze en paar open vragen
Hoofdstuk 1: De betekenis van onderzoek
1.1 Inleiding
Het doel van je ‘onderzoek’: informatie verzamelen om een keuze te maken op basis van het
resultaat van de zoektocht
Wanneer een onderzoek wordt uitgevoerd voor een organisatie gebeurt dit altijd vanuit een
behoefte aan informatie; bijvoorbeeld om een probleem op te lossen
Bv. behoefte aan onderzoek = wat is de impact geweest van de oorlog in Oekraïne op de
economie => informatie verzamelen.
Onderzoek is gebaseerd op informatie: is deze informatie kwalitatief?
Hoe komt een onderzoeker aan de uitkomsten?
→ Onderzoeksmethode = een systematische en doelgerichte werkwijze (van een
onderzoeker) om gegevens te verzamelen, te analyseren en te interpreteren
→ Techniek = een activiteit (van een onderzoeker) om gegevens te verzamelen, bijvoorbeeld
een enquête, interview, observatie, test of simulatie
=> als de onderzoeker weet welke methoden en technieken het meest geschikt zijn voor het
beantwoorden van vragen van het management → waardevolle bijdrage leveren voor
organisaties
1.2 Wat is onderzoek?
= Doelbewust en methodisch zoeken naar nieuwe kennis in de vorm van antwoorden op
vooraf gestelde vragen volgens een vooraf opgesteld plan
Bevat 3 kenmerken:
1. Duidelijk doel: ‘we willen weten wat de impact is’
2. Gegevens systematisch verzameld: Er zit altijd een methode achter het nemen van
onze beslissing
3. Gegevens systematisch geïnterpreteerd
,1.3 Het doel van onderzoek in organisaties
Soorten onderzoek:
Fundamenteel onderzoek = onderzoek waar we in de uni continu mee bezig zijn, we
bouwen dus de fundamenten om de algemene kennis te gaan uitbreiden. (We willen
de kennis van een bepaald iets vergroten) (ontwikkelen of uitbreiden van
wetenschappelijke theorieën) ⇒ flexibel tijdschema (geen tijdsnood op)
Vb. wat is de relatie tussen blootstelling aan media en persoonlijke
gezondheid?
Praktijkgericht onderzoek = Onderzoek dat wordt uitgevoerd naar aanleiding van een
specifiek probleem in de praktijk (bedrijven, ...), dat resulteert in de oplossing van het
probleem of nieuwe kennis over het probleem ⇒ Strak tijdschema: ergens naartoe
werken (beleid of nieuw product brengen) moet snel gebeuren
Vb. Coca-cola verkoop daalt → praktijkgericht onderzoek uitvoeren
→ Hoe kunnen we mensen aantrekken die gezonder willen eten?
1.4 Het onderzoeksproces
Een onderzoek wordt uitgevoerd op systematische wijze en het dus bestaat uit geplande
activiteiten→ het proces bestaat uit 7 verschillende fasen (leidraad voor de opzet van het
boek):
, H2 → Fase 1 (Oriëntatie op probleem en context) en Fase 2 (Formuleren
onderzoeksdoelstelling en vraagstelling)
H3 → Fase 3 (Kritische literatuurstudie)
H4 → Fase 4 (Methodologische verantwoording)
H6 → Fase 5 (dataverzameling: secundaire gegevens)
H9 → Fase 5 (dataverzameling: kwalitatieve gegevens)
H10→ Fase 6 (Data-analyse: kwalitatieve gegevens)
1.5 Kwaliteit in onderzoek
Kwaliteit van een onderzoek is gebaseerd op 5 criteria:
1. Controleerbaarheid
= mate waarin beoordeeld kan worden wat er tijdens een onderzoek is gedaan, hoe
iets is uitgevoerd en welke gegevens dat heeft opgeleverd.
Vb. Diederik Stapel onderzocht vervalste, manipuleerde, verzon data in zeker
53 publicaties
2. Betrouwbaarheid en validiteit
Validiteit = behandelt de vraag of hetgene je van plan was te meten voldoet aan het
analytisch kader. (Hebben we ons doel bereikt door het te meten?)
Betrouwbaarheid = Verkrijg je dezelfde resultaten bij herhaling van de
metingsprocedure (Meetinstrumenten kwaliteitsvol?)
Onderscheid validiteit en betrouwbaarheid: aantoonbaar door cirkeldiagram,
proberen kort rond het midden te zitten
Zwarte dikke punt --> doel
Rondom het punt → valide
Niet gespreid→ betrouwbaar
3. Objectiviteit
= vermijden van vooroordelen en subjectieve selectie tijdens het uitvoeren en
beschrijven van het onderzoek
Vb. gevolgen van tabak op de gezondheid door de tabaksindustrie zelf
4. Ethisch verantwoord
= gehanteerde gedragsnormen, waarborg voor mensen die deelnemen aan het
onderzoek – correct uitgevoerd?
Vb. medische ethiek, dierproeven aan de universiteit
, Case hoofdstuk 1
Dat je voor computergames vandaag de dag de deur niet meer uit hoeft is niets nieuws. Al jaren
kunnen we onze spellen via webwinkels bestellen en worden ze de volgende dag al thuis afgeleverd.
De laatste jaren is het aantal mensen dat gebruikmaakt van digitale distributieplatforms van games
echter enorm toegenomen. Via deze platforms kunnen mensen online games kopen, direct
downloaden en spelen. De traditionele offline winkels waar games worden verkocht zagen de laatste
jaren al steeds minder mensen binnenwandelen, en verdwenen dan ook beetje bij beetje uit het
stadscentrum. Een paar offline gamewinkels houden echter nog dapper stand.
Een student wil voor zijn afstuderen een onderzoek uitvoeren voor een offline gamewinkel, aangezien
hij een enorme fan van games is. Zelf gebruikt hij ook digitale platforms om games te kopen, omdat
deze vaak enorme kortingen bieden en ze zo makkelijk in het gebruik zijn. Volgens de student is het
probleem van de offline winkels dat ze een slecht imago hebben als het om prijs gaat; ze zouden
duurder zijn dan online winkels en ook niet zo vaak stunten met prijzen om klanten te lokken.
Overtuigd van deze oorzaak doet de student een onderzoeksvoorstel aan een gamewinkel om uit te
zoeken of gamers de offline winkels te duur vinden. Vervolgens wil hij een adviesrapport schrijven
over wat de winkel in hun marketingbeleid zou moeten aanpassen om klanten aan te blijven trekken.
De eigenaar van de offline gamewinkel gaat akkoord, maar wil wel dat het rapport binnen drie
maanden opgeleverd wordt. Dit zou dan precies op tijd zijn voor het nieuwe jaarplan van het bedrijf.
Vraag 1: Welke kenmerken van onderzoek heeft de student toegelicht aan de eigenaar v.d.
offline gamewinkel?
Duidelijk doel: kijken hoe de verkoop van offline game winkels zou kunnen toenemen
Vraag 2: Bespreek aan de hand van de kenmerken van het onderzoek v.d. student o.b.v. de
begrippen ‘doel’ en ‘context’ welk van de 2 typen onderzoek van toepassing is.
Praktijkgericht onderzoek, hij wilt weten hoe ze het probleem gaan kunnen oplossen.
Vraag 3: In hoofdstuk 1 worden enkele criteria met betrekking tot kwaliteit in onderzoek
beschreven. ‘Overtuigd van de oorzaak van het probleem doet de student een
onderzoeksvoorstel.’ Welk kwaliteitscriterium in onderzoek lijkt op basis hiervan nu al een
probleem te gaan vormen? Licht je antwoord toe.
objectiviteit