Hoofdstuk 1: Op ontdekkingstocht door eenbekend
gebied?
Inleiding: De eigen aard van de samenleving
● Sociologie als ‘studie van de samenleving’ of ‘samenlevingskunde’
○ sociologie = de leer van de samenleving in haar micro, meso en macro dimensie ->
kijken of vergelijken op macro-niveau betekent dat je kijkt naar de samenleving als
geheel. Kijken of vergelijken op meso-niveau betekent dat je kijkt naar groepen
mensen. Kijken of vergelijken op micro-niveaubetekent dat je kijkt naar individuele
mensen)
○ sociologie is een samentrekking van 2 begrippen
■ socius: gezel, bondgenoot -> iets dat interactie heeft met anderen, alles wat
te maken heeft met sociale omgeving
● 3 niveaus:
○ Microsociologisch (interacties tussen individuen)
○ Mesosociologisch (interacties tussen organisaties)
■ Politieke partijen, culturele instellingen of
economische actoren
○ Macro-sociologisch = het systemisch karakter van aantal
onderdelen in SL (politiek, religie, economie..)
■ logie: de leer van…
● Van Sieyès tot Comte, en van normatief tot empirisch
○ Sieyès = Frans abt in periode van Franse Revolutie, hij schreef over de derde stand en
hij bekritiseerde het AR en hij schreef alles over de derde stand
■ hij wilde de SL hervormen om de gewone bevolking meer toegang te
verlenen tot dienstervlerning + een grotere gelijkheid verwezenlijken
■ hij zag sociologie als manier om kritiek uit te oefenen op SL en deze te
hervormen
● dit is een activistische benadering, sommigen vinden dat de SL per
definitie ten dienste moet staan voor diegenen die minder
mogelijkheden hebben en zoeken dus manieren om de SL te
veranderen
○ Comte = Frans wetenschapper die zichzelf profileerde als eerste echte socioloog
■ hij wilde van sociologie een wetenschap maken die inzichten in de SL zou
bundelen en het paradigma van de natuurlijk wetenschappen zou nabootsen
■ zijn la phsyique sociale (wetenschap die de fundamentele wetten van de
natuur wil vatten) staat tegenover sociologie als normatieve wetenschap
zoals Sieyès stelde
○ Empirische benadering (Compte) vs. normatieve (Sieyès)
1
, ○ Spanning tussen 2 benaderinge: diegenen die activistisch zijn en willen veranderen
vs. diegenen die willen begrijpen
● De studie van:
○ Sociale verbanden (sociologie houdt zich bezig met sociale verbanden) -> verband
kan tussen 2 personen, maar ook tussen veel meer mensen of entiteiten vb
politieke partijen, sportleden…
○ Kenmerken -> hoe zitten de relaties precies in elkaar? vb onderscheid tussen
posities en rollen of verbanden in een bepaalde culturele context en wat is cultuur
volgens de sociologie
○ ‘Wetmatigheden’ (wetten van de physique social) -> fundamentele relaties moeten
gevat kunnen worden, want zonder begrip van die relaties zal het moeilijk zijn om
veranderingen te realiseren => zelfs de socioloog die de SL wil veranderen beseft dat
je fundamentele relaties moet kunnen vatten want anders w het moeilijk om
veranderingen door te voeren
-> sociologen gaan op zoek naar onderliggende wetmatigheden
■ wetmatigheden staat tussen komma’s omdat deze wetmatigheid anders is
dan die van de natuurkunde
■ sociologen zeggen dat er veel context is in de SL en deze kan makkelijk
wijzigen en afhankelijk van deze context kan die wetmatigheid zich anders
manifesteren vb als economische context verandert gaan mensen mss
anders met elkaar om
■ De sociale omgeving kan voortdurend wijzigen en tot andere gevolgen
aanleiding geven
1.1 Een beeld van een titel
● Samenleving is een speelveld met spelregels en spelers
○ mensen interageren in de SL, een speelveld waar men bepaalde regels volgt
■ sociale regels, etiquettenormen… spelen allemaal een rol in sociale
interacties met elkaar
○ speelveld met regels en spelers
■ SL bestaat uit een speelveld met regels en spelers
■ de echte activiteit in SL zit bij diegene die gebruikmaken van het speelveld
en die zich onderwerpen aan de regels van het spel dat ze aan het spelen
zijn
■ dynamische kant van het speelveld: spelers en spelregels veranderen
● Specifieke posities
○ spelers staan op posities = plaats die men inneemt in hiërarchie van een
organisatorisch geheel (je hebt mensen die aan top staan, aan basis en tussenin)
○ ook in informele situaties zie je dit: sommigen gedragen zich meer als leiders in een
groep dan anderen
● Specifieke rollen
○ rol ≠ positie
○ rol = verwachting die men heeft over de invulling van de positie
■ vb rector zijn betekent univeristeit vertegenwoordigen tav de buitenwereld +
interne taak van bestuur en beheer
2
, ● Hoge of lage status
○ sommige posities hebben een hoge status, andere een lage
○ ook perceptie van buitenwereld hierin is belangrijk -> hoe ziet buitenwereld de
positie
=> positie, rol en status horen eig samen
● Informatie en communicatie
○ elke speler informeert en communiceert
○ kan formeel, informeel, heel intens…
● Taakverdeling en hiërarchie
○ soms zijn taken strak, soms een stuk soepeler
○ taakverdeling en hiërarchie kan veranderen
○ vb kopman bij wielrenners w verwacht de wedstrijd te winnen en de andere
ploeggenoten staan ter beschikking om de kopman te helpen
○ vb voetballer speelt niet goed en wordt vervangen
● Ruimte rond het speelveld in concentrische cirkels
○ vb trainer die instructies geeft aan spelers
1.2 Het dagelijks leven door de lens
van de socioloog
● Sociologen kijken naar de SL op een andere manier dan anderen omdat ze zaken in
perspectief kunnen plaatsen wat anderen niet kunnen
● De sociologische lens …
○ … verleent betekenis aan de samenleving
○ sociologische lens = manier om naar de SL te kijken
■ en deze lens verleent betekenis aan SL in al haar dimensies/facetten
● Bij Mils heeft de betekenisgeving betrekking op de geschiedenis,
persoonlijke elementen (biografieën vd individuen die de SL
meemaken), de structuren die uit de SL voortvloeien (en kunnen
veranderen), en het belang van de multiperspectiviteit (belangrijk
om van elkaars perspectieven te leren en u eigen perspectief soms
eens te veranderen)
● C. W. Mills (Amerikaanse socioloog) over ‘sociological imagination’ (1959) = sociologische
verbeelding en hij maakt gebruik van:
○ Geschiedenis
○ Biografie
○ Structuur
○ Wisseling van perspectieven
-> sociologen kijken op andere manier naar SL omdat ze dingen zien die anderen niet kunnen
-> hij zegt dat je binnen sociologie gebruik maakt van: de geschiedenis (hoe zijn dingen tot
stand gekomen), biografieën = kenmerken van individuen die een rol spelen in de
geschiedenis (Napoleon veranderde de geschiedenis), structuur = binnen welk speelveld en
regelgeving vinden deze elementen plaats (in welke omgeving vindt iets plaats vb Frankrijk in
18e is uiteraard niet te vergelijken met Be vandaag de dag) en mogelijkheid om te wisselen
van perspectieven (vb Trump kiezers die perspectieven van Harris kiezers horen en zo
veranderen van perspectief en andersom)
3
, => sociologische verbeelding is niet per se het overnemen of overstappen naar een ander
standpunt, maar vereist wel intellectuele inspanning om verder te gaan dan eigen
denkbeelden en referentiekaders
● Selectieve waarneming:
= vanuit eigen positie en rollen die men bekleedt gaat men de buitenwereld/SL percipiëren
op een bepaalde wijze -> men denkt niet enkel op die manier maar men stelt het handelen
ook af op dat denkpatroon
○ Het gewicht van routineus denken en handelen op basis van …
○ Fysische en sociale beperkingen
■ vb klasse/milieu waaruit je komt heeft impact op je handelingen in het leven
○ Belangen
■ vb medewerker en CEO kunnen andere belangen hebben
■ belangen verklaren waarom iemand dingen zegt en doet
○ Kennis en informatie (en onderwijs)
■ hoe meer kennis, hoe meer perspectieven men kan zien en hoe veelzijdiger
de uitspraken kunnen zijn
■ kennis komt vaak uit onderwijs/opleiding
● soms komt kennis ook uit ervaring
○ Voorkeuren en afkeer
■ vb sommige mensen hebben een fundamentele afkeer tegen bepaalde
mensen of ideeën
-> al deze zaken beïnvloeden onze waarneming
● Sociologie heeft verschillende deeldiscplines zoals rechtssociologie
● Referentiekader/s:
-> niemand ontsnapt eraan: we hebben allen referentiekaders die een soort sociale bril zijn
waarmee we kunnen kijken naar de realiteit + bij elke ontmoeting moeten we ons nieuwe
vragen stellen en gebruiken we onze referentiekaders, dus dit is een soort van selectieve
waarneming op een hoger niveau
-> referentiekader:
○ Vormt/en een geheel
■ interne consistentie
○ Stabiel doch niet onveranderlijk
■ stabiel wil niet zeggen dat het onveranderlijk is
■ het ‘hogere’ niveau biedt ons een vaste bril aan die we hanteren om te
kijken naar de realiteit
○ Talrijk, divers en individueel
■ iedereen heeft zijn eigen unieke referentiekader/eigen sociale bril
● Jouw referentiekader maakt hoe je naar de wereld kijkt. Dit is
namelijk het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen
van waaruit iemand denkt en handelt
○ Ook gedeelde kaders
■ soms overlappen de individuele referentiekaders
■ vb eenzelfde juridische opleiding waardoor juristen allen dezelfde taal
spreken
4