Introductiecollege BLOK 2
PEDAGOGIEK HOORCOLLEGE 0
Superdiversiteit in de samenleving Veelheid aan aspecten op basis waarvan wij van elkaar
verschillen.
- Etniciteit
- Sociale klasse
- Levensfase
- Talent/handicap
- Religie/levensbeschouwing
- Sekse/gender
- Seksuele oriëntatie
- Socialisatie
Kruispuntdenken Onze identiteit wordt niet bepaald door één aspect,
Maar verschillende aspecten komen in ons samen.
Binnen personen kunnen bepaalde identiteiten zich kruisen.
Ieder individu is multicultureel.
Sensitief vakmanschap zelfbewust van je eigen identiteit en dat je jezelf kunt
verbinden met andere mensen met andere identiteiten.
Pedagogische vragen bij diversiteit
1. Welke verschillende perspectieven op opvoeden zijn er in de diverse
samenleving? (Ouders die uit Suriname kijken anders naar de opvoeding dan
bijvoorbeeld ouders uit Rotterdam)
2. Wat voor pedagogische opdracht(en) brengt een diverse samenleving met zich
mee? (Hoe kunnen we onze kinderen opvoeden in deze wereld met veel
verschillen?)
3. Wat betekent diversiteit voor de ontwikkeling van kinderen? (Gaat over de
sociaal- emotionele ontwikkeling en welke rol diversiteit daarin speelt)
SOCIOLOGIE HOORCOLLEGE 0
De samenleving is van invloed op denken, voelen en handelen van
mensen. Verschilt sterk per categorie mensen.
Bijvoorbeeld bij:
Kleding
Partnerkeuze
Aantal kinderen
Opvoedingsstijl
Categorie voorbeelden zijn:
Inkomen
Opleidingsniveau
Geografische locatie (land, plaats)
Gehuwd – alleenstaand
Religie
Leeftijd
Afkomst
Geslacht
,Durkheim ontdekte een verband tussen de categorieën: de mate van
sociale integratie en groepsnormen.
- Bijv. dat joden en katholieken meer tradities en rituelen hebben dan
protestanten -> sociale integratie
- Bijv. dat vrouwen groter en hechter sociaal netwerk dan mannen
- Bijv. dat rijke mensen meer vrijheid hebben dan arme mensen ->
individualistischer en dus minder sociale integratie
Sociale integratie het gevoel hebben om bij een gemeenschap te horen en je
verboden voelt.
Functies van sociologie
- Overheidsbeleid; opstellen van voorzieningen en regels die categorieën
mensen in de samenleving helpen, beschermen, evenwicht brengen,
stimuleren
- Persoonlijke groei & effectiviteit; mythekraker, inzicht in mogelijkheden
en hindernissen, deelname aan de samenleving, positionering bij diversiteit in
samenleving
- Succes in je werk: inzicht en bewustzijn over maatschappelijke invloeden op
opvoeden en opgroeien
PEDAGOGIEK HOORCOLLEGE 1
1. Wat is de tijdgeest?
- Wat zijn belangrijke ontwikkelingen?
- Hoe kijkt men aan tegen verschillen?
2. Hoe wordt het gesprek gevoerd over diversiteit?
- Hoe ontwikkelen groepen zich door generaties heen?
- Welke emancipatiebewegingen komen op gang?
- Welke perspectieven spelen een rol in de samenleving?
3. Hoe is het jeugdwerk georganiseerd?
- Wat zijn de maatschappelijke structuren waarin het jeugdwerk georganiseerd
is?
- Welke wetten spelen daarbij een rol (van belang bij participatiesamenleving)
1940 Antillen, Indonesië en Suriname hoorde bij het Koninkrijk der Nederlanden.
Toen was Nederland al heel erg divers.
De samenleving na 1945
- Noodzaak tot wederopbouw na de oorlog
- Zo snel mogelijk de oorlog achter je laten
, - Terug naar ‘normaal’
- Grote babyboom
1950-1960
Verzuilde samenleving – verzuild stelsel
- Verschillen in de samenleving worden georganiseerd aan de hand van zuilen
(katholiek, protestants, socialistisch)
- Binnen die zuilen moesten mensen zich aanpassen aan de traditionele
normen.
- Traditionele normen wat betreft man/vrouw verhouding, autoriteit en
seksualiteit. (Gedwongen adoptie)
- Goede opvoeding vraagt om normen overdragen.
- Molukkers kwamen naar Nederland en kozen voor de kant van Nederland.
Jeugdwerk en onderwijs in verzuild Nederland
- Veel taken in onderwijs en jeugdzorg, worden door organisaties vanuit de
zuilen verzorgd.
- Zuilen zorgen voor mensen die hulp nodig hebben.
- Ondertussen wordt langzaam een zorgstelsel opgebouwd. (Zie jaren ’70)
Jaren ’60: Eerste gastarbeiders (Bijvoorbeeld uit Turkije, Marokko en Italië)
Onvrede over de traditionele verzuilde samenleving. (Kinderen van de babyboomer
zijn nu twintigers.
- Zijn de dominante waarden wel de beste waarden?
- Zijn de waarden wel rechtvaardig voor alle groepen?
- Welke rol speelt persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid?
1970 – 1980
Emancipatie in de samenleving
- Traditionele normen en rolpatronen komen ter discussie te staan.
- Minderheden moeten ‘bevrijd’ worden van onderdrukkende tradities en
autoritaire systemen.
- In de opvoeding moeten jongeren gestimuleerd worden om vrij te zijn.
1975 treinkaping Molukkers
1971 eerste school met Islamitische grondslag (start gezinshereniging)
1975 Surinaamse onafhankelijkheid veel Surinamers naar Nederland omdat ze het
niet eens zijn met de regie die aan de macht kwam in Suriname.
Jeugdzorg en onderwijs in een verzorgingsstaat
- Traditionele maatschappelijke organisaties (kerken, ideologische
gemeenschappen) zijn minder dominant aanwezig in het onderwijs- en
jeugdzorg.
- De staat (nationale overheid) draagt de verantwoordelijkheid in de jeugdzorg.
- Dankzij relatief hoge belastingen en een goed draaiende economie is het
mogelijk om bijvoorbeeld studiefinanciering en kinderbijslag uit te keren.
PEDAGOGIEK HOORCOLLEGE 0
Superdiversiteit in de samenleving Veelheid aan aspecten op basis waarvan wij van elkaar
verschillen.
- Etniciteit
- Sociale klasse
- Levensfase
- Talent/handicap
- Religie/levensbeschouwing
- Sekse/gender
- Seksuele oriëntatie
- Socialisatie
Kruispuntdenken Onze identiteit wordt niet bepaald door één aspect,
Maar verschillende aspecten komen in ons samen.
Binnen personen kunnen bepaalde identiteiten zich kruisen.
Ieder individu is multicultureel.
Sensitief vakmanschap zelfbewust van je eigen identiteit en dat je jezelf kunt
verbinden met andere mensen met andere identiteiten.
Pedagogische vragen bij diversiteit
1. Welke verschillende perspectieven op opvoeden zijn er in de diverse
samenleving? (Ouders die uit Suriname kijken anders naar de opvoeding dan
bijvoorbeeld ouders uit Rotterdam)
2. Wat voor pedagogische opdracht(en) brengt een diverse samenleving met zich
mee? (Hoe kunnen we onze kinderen opvoeden in deze wereld met veel
verschillen?)
3. Wat betekent diversiteit voor de ontwikkeling van kinderen? (Gaat over de
sociaal- emotionele ontwikkeling en welke rol diversiteit daarin speelt)
SOCIOLOGIE HOORCOLLEGE 0
De samenleving is van invloed op denken, voelen en handelen van
mensen. Verschilt sterk per categorie mensen.
Bijvoorbeeld bij:
Kleding
Partnerkeuze
Aantal kinderen
Opvoedingsstijl
Categorie voorbeelden zijn:
Inkomen
Opleidingsniveau
Geografische locatie (land, plaats)
Gehuwd – alleenstaand
Religie
Leeftijd
Afkomst
Geslacht
,Durkheim ontdekte een verband tussen de categorieën: de mate van
sociale integratie en groepsnormen.
- Bijv. dat joden en katholieken meer tradities en rituelen hebben dan
protestanten -> sociale integratie
- Bijv. dat vrouwen groter en hechter sociaal netwerk dan mannen
- Bijv. dat rijke mensen meer vrijheid hebben dan arme mensen ->
individualistischer en dus minder sociale integratie
Sociale integratie het gevoel hebben om bij een gemeenschap te horen en je
verboden voelt.
Functies van sociologie
- Overheidsbeleid; opstellen van voorzieningen en regels die categorieën
mensen in de samenleving helpen, beschermen, evenwicht brengen,
stimuleren
- Persoonlijke groei & effectiviteit; mythekraker, inzicht in mogelijkheden
en hindernissen, deelname aan de samenleving, positionering bij diversiteit in
samenleving
- Succes in je werk: inzicht en bewustzijn over maatschappelijke invloeden op
opvoeden en opgroeien
PEDAGOGIEK HOORCOLLEGE 1
1. Wat is de tijdgeest?
- Wat zijn belangrijke ontwikkelingen?
- Hoe kijkt men aan tegen verschillen?
2. Hoe wordt het gesprek gevoerd over diversiteit?
- Hoe ontwikkelen groepen zich door generaties heen?
- Welke emancipatiebewegingen komen op gang?
- Welke perspectieven spelen een rol in de samenleving?
3. Hoe is het jeugdwerk georganiseerd?
- Wat zijn de maatschappelijke structuren waarin het jeugdwerk georganiseerd
is?
- Welke wetten spelen daarbij een rol (van belang bij participatiesamenleving)
1940 Antillen, Indonesië en Suriname hoorde bij het Koninkrijk der Nederlanden.
Toen was Nederland al heel erg divers.
De samenleving na 1945
- Noodzaak tot wederopbouw na de oorlog
- Zo snel mogelijk de oorlog achter je laten
, - Terug naar ‘normaal’
- Grote babyboom
1950-1960
Verzuilde samenleving – verzuild stelsel
- Verschillen in de samenleving worden georganiseerd aan de hand van zuilen
(katholiek, protestants, socialistisch)
- Binnen die zuilen moesten mensen zich aanpassen aan de traditionele
normen.
- Traditionele normen wat betreft man/vrouw verhouding, autoriteit en
seksualiteit. (Gedwongen adoptie)
- Goede opvoeding vraagt om normen overdragen.
- Molukkers kwamen naar Nederland en kozen voor de kant van Nederland.
Jeugdwerk en onderwijs in verzuild Nederland
- Veel taken in onderwijs en jeugdzorg, worden door organisaties vanuit de
zuilen verzorgd.
- Zuilen zorgen voor mensen die hulp nodig hebben.
- Ondertussen wordt langzaam een zorgstelsel opgebouwd. (Zie jaren ’70)
Jaren ’60: Eerste gastarbeiders (Bijvoorbeeld uit Turkije, Marokko en Italië)
Onvrede over de traditionele verzuilde samenleving. (Kinderen van de babyboomer
zijn nu twintigers.
- Zijn de dominante waarden wel de beste waarden?
- Zijn de waarden wel rechtvaardig voor alle groepen?
- Welke rol speelt persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid?
1970 – 1980
Emancipatie in de samenleving
- Traditionele normen en rolpatronen komen ter discussie te staan.
- Minderheden moeten ‘bevrijd’ worden van onderdrukkende tradities en
autoritaire systemen.
- In de opvoeding moeten jongeren gestimuleerd worden om vrij te zijn.
1975 treinkaping Molukkers
1971 eerste school met Islamitische grondslag (start gezinshereniging)
1975 Surinaamse onafhankelijkheid veel Surinamers naar Nederland omdat ze het
niet eens zijn met de regie die aan de macht kwam in Suriname.
Jeugdzorg en onderwijs in een verzorgingsstaat
- Traditionele maatschappelijke organisaties (kerken, ideologische
gemeenschappen) zijn minder dominant aanwezig in het onderwijs- en
jeugdzorg.
- De staat (nationale overheid) draagt de verantwoordelijkheid in de jeugdzorg.
- Dankzij relatief hoge belastingen en een goed draaiende economie is het
mogelijk om bijvoorbeeld studiefinanciering en kinderbijslag uit te keren.
