PEDAGOGIEK
Hoorcollege 1
1b niveaus van denken binnen sociaal werk
Sociaal werk: "Sociaal werk is een praktijkgericht beroep en een academische discipline
die maatschappelijke verandering, sociale cohesie en de emancipatie en
zelfstandigheid van mensen bevordert.Principes van sociale rechtvaardigheid,
mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit staan centraal in
het sociaal werk. Versterkt door theorieën van sociaal werk, sociale wetenschappen,
geesteswetenschappen en relevante lokale kennis, stimuleert het sociaal werk mensen en
instituties om uitdagingen in het leven aan te gaan en het welzijn van individu en
samenleving te verbeteren." (Sociaal Werk Nederland)
Niveaus pedagogisch denken (Brezinka)
1.Praktijk: Opvoeder-kind → direct opvoedkundig handelen van opvoeders in de praktijk. VB:
Er kwam een kind spelen en ze hadden ruzie. Dus moeder ging bemiddelen. Ad Hoc
handelen.
êé
2.Praktijktheorie: Doelen en middelen praktijk. Gaat om het denken en handelen van
professional in de praktijk. De pedagoog heeft haar kennis vanuit haar opleidings kennis
maar dat niet alleen maar ook je ervaringskennis. En misschien denkt ze dat die moeder zich
overal te veel bemoeit en dat het kind een boost nodig heeft met sociale vaardigheden. Wat
blijkt uit een succesvol onderzoek dat werkt voor het overbrengen van die sociale
vaardigheden.
êé
3.Object Theorie: Pedagogische wetenschap: Gaat over het wetenschappelijk onderzoek
naar het denken en handelen. Als pedagoog kijk je of het onderzoek recent is.
êé
4.Metatheoretisch: Theoretische pedagogiek. Je zet je kritische bril op want het jongetje
wordt aangemeld voor een cursus voor sociale vaardigheden. Moet je kinderen wel sociale
vaardigheden overbrengen? Zijn de normen en waarden die worden uitgevoerd, sta ik daar
wel achter. Denkt kritisch na over alle andere niveaus. Klopt het onderzoek wel?
Conclusie deel 1:
Pedagogiek= onderdeel van sociaal werk omdat een pedagoog net als andere
beroepen bezig zijn met het welzijn van het individu en de samenleving. Net als al die
andere beroepen zijn we bezig zodat het individu zelfstandig wordt. En je als
pedagoog kunt switchen tussen de 4 niveaus.
•Pedagogiek = sociaal werk, omdat....
•Binnen SW vier niveaus van denken
•Voortdurende switch
Lesdoel:
•Je past de vier niveaus van pedagogisch denken en handelen toe.
Deel 2: Methodisch werken en de plancyclus
Methodisch werken: planmatig werken, systematisch, bepaalde structuur. Manier van
methodisch handelen binnen de opleiding pedagogiek: onderzoekende cyclus. Waarom is
methodisch werken belangrijk: dat je niet maar klakkeloos wat doet want dan kan je net zo
goed naar de buurvrouw gaan. Maakt het verschil tussen een professional en een amateur.
Zorgt ervoor dat we kunnen uitleggen aan iemand waarom we iets zo doen.
1.Praktijk: Opvoeder-kind →
, 2.Praktijktheorie: Doelen en middelen praktijk → begint het methodisch werken
3.Objecttheorie: Pedagogische wetenschap
4.Metatheoretisch: Theoretische pedagogiek
Methodisch werken
Overeenkomsten en kenmerken sociaal werk
Altijd doelgericht dus je gaat doelen opstellen met de moeder. Waar gaan we aan
werken en waar beginnen we mee? Moeder die heeft 2x tijd voor haar zelf zodat ze
minder overspannen is.
Systematisch → moet met structuur en logica. Het zat hem in dat we begonnen met
het overspannen zijn en daarna pas over het eetprobleem van vigo.
Situationeel → dat we onze kennis goed blijven afstemmen op het unieke persoon of
gezin. Eet spelletje voor 4 jarige veranderen naar een 3 jarige.
Relationeel → de relatie heeft een enorme belangrijke plek in het methodisch
denken bij de hulpverlening. Taakalliantie: samen met de cliënt dat we het eens zijn
over de doelen/ waaraan jullie gaan werken. Emotionele alliantie: je een klik of geen
klik hebt die je met iemand ervaart. Dit geldt voor de hulpverlener als voor de cliënt.
Versterkend: zorgen dat ze uiteindelijk zonder jou verder kunnen. Manon moest weer
het gevoel krijgen dat ze zelf goed voor haar kinderen kon zorgen zonder haar
hulpcoach
Moreel: methodisch handelen is altijd aan normen en waarden verbonden.
Gesprekken voeren met ouders over kinderen niet slaan. Je zegt wat goed of fout is.
Staat ook in de wet.
Tastend: is nooit zwart wit. Er is geen goed of fout. We weten nooit helemaal zeker of
we wel het juiste doen. Misschien was er wel een betere methode of loste het
probleem zich vanzelf op.
Hoorcollege 1
1b niveaus van denken binnen sociaal werk
Sociaal werk: "Sociaal werk is een praktijkgericht beroep en een academische discipline
die maatschappelijke verandering, sociale cohesie en de emancipatie en
zelfstandigheid van mensen bevordert.Principes van sociale rechtvaardigheid,
mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit staan centraal in
het sociaal werk. Versterkt door theorieën van sociaal werk, sociale wetenschappen,
geesteswetenschappen en relevante lokale kennis, stimuleert het sociaal werk mensen en
instituties om uitdagingen in het leven aan te gaan en het welzijn van individu en
samenleving te verbeteren." (Sociaal Werk Nederland)
Niveaus pedagogisch denken (Brezinka)
1.Praktijk: Opvoeder-kind → direct opvoedkundig handelen van opvoeders in de praktijk. VB:
Er kwam een kind spelen en ze hadden ruzie. Dus moeder ging bemiddelen. Ad Hoc
handelen.
êé
2.Praktijktheorie: Doelen en middelen praktijk. Gaat om het denken en handelen van
professional in de praktijk. De pedagoog heeft haar kennis vanuit haar opleidings kennis
maar dat niet alleen maar ook je ervaringskennis. En misschien denkt ze dat die moeder zich
overal te veel bemoeit en dat het kind een boost nodig heeft met sociale vaardigheden. Wat
blijkt uit een succesvol onderzoek dat werkt voor het overbrengen van die sociale
vaardigheden.
êé
3.Object Theorie: Pedagogische wetenschap: Gaat over het wetenschappelijk onderzoek
naar het denken en handelen. Als pedagoog kijk je of het onderzoek recent is.
êé
4.Metatheoretisch: Theoretische pedagogiek. Je zet je kritische bril op want het jongetje
wordt aangemeld voor een cursus voor sociale vaardigheden. Moet je kinderen wel sociale
vaardigheden overbrengen? Zijn de normen en waarden die worden uitgevoerd, sta ik daar
wel achter. Denkt kritisch na over alle andere niveaus. Klopt het onderzoek wel?
Conclusie deel 1:
Pedagogiek= onderdeel van sociaal werk omdat een pedagoog net als andere
beroepen bezig zijn met het welzijn van het individu en de samenleving. Net als al die
andere beroepen zijn we bezig zodat het individu zelfstandig wordt. En je als
pedagoog kunt switchen tussen de 4 niveaus.
•Pedagogiek = sociaal werk, omdat....
•Binnen SW vier niveaus van denken
•Voortdurende switch
Lesdoel:
•Je past de vier niveaus van pedagogisch denken en handelen toe.
Deel 2: Methodisch werken en de plancyclus
Methodisch werken: planmatig werken, systematisch, bepaalde structuur. Manier van
methodisch handelen binnen de opleiding pedagogiek: onderzoekende cyclus. Waarom is
methodisch werken belangrijk: dat je niet maar klakkeloos wat doet want dan kan je net zo
goed naar de buurvrouw gaan. Maakt het verschil tussen een professional en een amateur.
Zorgt ervoor dat we kunnen uitleggen aan iemand waarom we iets zo doen.
1.Praktijk: Opvoeder-kind →
, 2.Praktijktheorie: Doelen en middelen praktijk → begint het methodisch werken
3.Objecttheorie: Pedagogische wetenschap
4.Metatheoretisch: Theoretische pedagogiek
Methodisch werken
Overeenkomsten en kenmerken sociaal werk
Altijd doelgericht dus je gaat doelen opstellen met de moeder. Waar gaan we aan
werken en waar beginnen we mee? Moeder die heeft 2x tijd voor haar zelf zodat ze
minder overspannen is.
Systematisch → moet met structuur en logica. Het zat hem in dat we begonnen met
het overspannen zijn en daarna pas over het eetprobleem van vigo.
Situationeel → dat we onze kennis goed blijven afstemmen op het unieke persoon of
gezin. Eet spelletje voor 4 jarige veranderen naar een 3 jarige.
Relationeel → de relatie heeft een enorme belangrijke plek in het methodisch
denken bij de hulpverlening. Taakalliantie: samen met de cliënt dat we het eens zijn
over de doelen/ waaraan jullie gaan werken. Emotionele alliantie: je een klik of geen
klik hebt die je met iemand ervaart. Dit geldt voor de hulpverlener als voor de cliënt.
Versterkend: zorgen dat ze uiteindelijk zonder jou verder kunnen. Manon moest weer
het gevoel krijgen dat ze zelf goed voor haar kinderen kon zorgen zonder haar
hulpcoach
Moreel: methodisch handelen is altijd aan normen en waarden verbonden.
Gesprekken voeren met ouders over kinderen niet slaan. Je zegt wat goed of fout is.
Staat ook in de wet.
Tastend: is nooit zwart wit. Er is geen goed of fout. We weten nooit helemaal zeker of
we wel het juiste doen. Misschien was er wel een betere methode of loste het
probleem zich vanzelf op.
