Inge Decleir
DEEL 4: Uitgebreidere studie van de activa
Hoofdstuk 1: Investeringen in vaste activa
Achtergrond:
STAP 1: beginbalans
STAP 2: alle actief- en passiefrekeningen openen
→actief debiteren en passief crediteren (=allereerste boekingen)
STAP 3: Documenten boeken in journaal: kosten en opbrengsten
→kost consumeer je en ben je kwijt, actief kan je verkopen en geld terughalen
→Klasse 1-5 is balansrekening, klasse 6&7 zijn resultatenrekeningen
1.Materiële vaste activa
=een bezit dat je kan aanraken en fysiek aanwezig is
1.1 Wat zijn MVA?
= actiefbestanddelen:
•lichamelijk in de onderneming aanwezig
•gedurende langere tijd, direct of indirect aangewend:
direct : rechtstreeks voor de exploitatie (bv. keukenuitrusting)
indirect : niet strict noodzakelijk (bijv. conciërgewoning)
1.2 Situering op de balans en in het MAR
22 Terreinen en gebouwen
→Terreinen dalen niet in waarde, gebouwen wel
23 Installaties, machines, uitrusting
→Installaties (25-30j mee), machines (10j mee), uitrusting (2-3j mee)
24 Meubilair en rollend materieel
25 Leasing en soortgelijke rechten
→Operationeel: een bedrag aan leasing betalen en zij betalen alles voor jou MAAR nooit
eigendom van de onderneming (wel K maar geen VA)
→Financieel: vragen of iemand anders iets voor jou kan kopen en bedrijf betaald af aan die
instelling, naarmate het afbetalingsplan vordert wordt het meer eigendom van het bedrijf tot het
plan is afgelopen (WEL VA na een tijd)
26 Overige materiële vaste activa (vb: een conciërgewoning)
27 Activa in aanbouw en vooruitbetalingen (Vb: half gebouw als waarde in activa in aanbouw
inbrengen)
1.3 Waardering tegen aanschafwaarde
Principe: Verwerving gebeurt tegen aanschaffingswaarde.
Begrip AW:
,AW= aanschaffingsprijs (aankoop bij derden)
Toelichting:
Bij de aankoop van een onroerend goed worden de registratierechten en notariskosten
toegevoegd aan de aanschaffingsprijs.
Deze kosten worden geactiveerd en afgeschreven.
Boeking:
Afspraak:
De rekening waarop de aanschaffingswaarde wordt geboekt, eindigt steeds op ‘0’!
Vb:
2200 Terreinen - AW
2210 Gebouwen - AW
1.4 Boekhoudkundige verwerking van de aanschafwaarde
Situatieschets:
Investering voor een nieuwe boetiek:
- Een tweede gebouw, ter waarde van 150.000 euro,
- Grond: 125.000 euro (stijgt in waarde)
- Gebouwen: 75.000 euro
- + 2% notariskosten
- excl 21% BTW
- Een PC van 900 euro, excl. 21% BTW
- Een bestelwagen voor 20.000 euro (daalt in waarde, afschrijven)
,NIET de BTW: krijg je terug dus is geen extra kost (=nuloperatie)
1)Bereken de aanschaffingswaarde:
Hoe kom je aan het bedrag van de BTW?
Terreinen en gebouwen optellen want op notariskosten is ook BTW betaald
2)Boeking in het journaal:
1.5 Waardeverminderingen mbt MVA
D Resultatenrekening C
Kosten Opbrengsten
Bedrijfskosten Bedrijfsopbrengsten
Recurrente BK Recurrente BO
Handelsgoederen, grond- en Omzet
hulpstoffen:
Aankopen
Voorraad: afname/ toename
Diensten en diverse goederen Andere bedrijfsopbrengsten
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
Afschrijvingen en waardeverminderingen op
oprichtingskosten, immat. en mat. vaste
activa
, Niet recurrente BK Niet recurrente BO
Minderwaarde op de realisatie van VA Meerwaarde op de realisatie van VA
Niet recurrente BK
→Minderwaarde bij verkoop van VA
→Is niet de normale gang van zaken, ga je niet vanuit
1) Waardedalingen
MVA kunnen in waarde dalen, niet alles
→vb: terreinen worden meer waard
MVA met beperkte levensduur dalen in waarde tgv slijtage.
Soorten:
TECHNISCHE SLIJTAGE
Tgv gebruik – vb bestelwagen
ECONOMISCHE SLIJTAGE
Tgv nieuwe technologie – vb pc
Gevolg:
Stelselmatige waardedalingen op MVA moeten geboekt worden.
Benaming van deze techniek = afschrijvingen.
Nut: Boekwaarde aanpassen aan werkelijke waarde!
Vereiste:
Afschrijvingen kunnen alleen worden toegepast op:
activa die voor beroepswerkzaamheden gebruikt worden
Vb: de helft van een ijskast afschrijven
activa met beperkte levensduur
Wat MAG je afschrijven?
Waarom schrijven bedrijven vaak af? Is een niet kaskost
=Je moet minder btw betalen op de boekhoudkundige winst want niet kaskost houdt die
winst zo laag mogelijk
Gevolg: wordt streng gecontroleerd
Welke activa mag je niet afschrijven?
1) Terreinen
Vb: vervuilde grond, getrokken autostrade,...
Tgv onbeperkte levensduur
2) Financiële vaste activa
Vb: Aandelen, obligaties,... =fluctueren constant
3) Vlottende activa
Vb: als klant failliet gaat dan ga je minder kunnen vorderen