Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Zakelijke en juridische communicatie: module 1/2

Note
-
Vendu
1
Pages
33
Publié le
18-08-2025
Écrit en
2025/2026

Dit is een samenvatting van het vak 'zakelijke en juridische communicatie', module 1 en 2, in de richting rechtspraktijk aan de AP hogeschool. De samenvatting is gebaseerd op lesmateriaal, de syllabus en eigen notities. Ik was voor dit vak geslaagd in eerste zittijd.

Montrer plus Lire moins











Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
18 août 2025
Nombre de pages
33
Écrit en
2025/2026
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Zakelijke en juridische communicatie 1

Hoofdstuk 2: Publiekgericht schrijven
2.1 Doelgroep
= lezersgericht schrijven
•dwingt respect en vertrouwen af
•resulteert in efficiëntie en tijdswinst
•vermijdt vaak (begripsproblemen)
toenemend belang
→toegankelijk schrijven voor de doelgroep
Hoe doe je dat?
-Analyseren van de doelgroep: wie is de lezer?
-Welke achtergrond, kennis en ervaring heeft de lezer?
-Wat is mijn relatie tot de lezer?
-Toon altijd respect
→Bepalen van de doelgroep:
-sociodemografische kenmerken: bv: leeftijd, gender, opleiding, beroep,...
-algemene opvattingen: bv: godsdienst, politieke voorkeur, culturele tradities en gewoontes, …
-opvattingen van de doelgroep over het onderwerp van de tekst: bv: voorkennis, belangstelling,
ideeën, vooroordelen,...

2.2 Boodschap
Hetgene dat je als zender of schrijver wil communiceren naar de ontvanger
-duidelijk en concreet zijn
-vertel wel genoeg zodat het duidelijk en compleet is
-Vermijd juridische termen en verwijzingen in 'vak externe' communicatie




Boodschap kent 4 verschillende aspecten waar je je bewust van moet zijn:
1. Referentiële aspect: de inhoud van de boodschap
2. Expressieve aspect: hoe de zender zichzelf uitdrukt. bv: de gemoedstoestand,
deskundigheid,...
3. Relationele aspect: bewust of onbewust aangeven welke relatie je wil met de ontvanger.
4.Appellerend aspect: inhoud met bepaald doel voor ogen.

2.3 Tekstdoel
Informeren: alleen informatie overbrengen (WEET iets)

,Overtuigen: hetzelfde gaat vinden als jij over een bepaald thema/onderwerp, argumenten
aanhalen (VINDT iets)
Aansporen tot actie: je wil dat de lezer iets doet voor jou (DOET iets)
EXTRA: Vragen om informatie: gaat antwoorden en informatie geven.
Vb: krantenartikel, reclame, inzamelactie/facturen/uitnodiging, enquête/syllabus

Primaire teksten: hebben een bepaalde officiële status, rechters kunnen hun uitspraak hierop
baseren
Vb: wetteksten, eerdere vonnissen, …
Secundaire teksten: teksten gemaakt over primaire teksten
Vb: mail communicatie, brochures, folder over echtscheidingsprocedures, brieven,...

Oefeningen:
Bepaal de lezer adhv minstens 3 kenmerken: kijk naar leeftijd, opleidingsniveau, plaats, taal,...
Wat moet je doen om een inhoudelijke boodschap over te brengen naar niet-ingewijden?
Omzetten in normaal taalgebruik door:
→Vaktermen uit te leggen of vermijden
→Kortere zinnen vormen
→Modern Nederlands te gebruiken
→Juridische vermeldingen schrappen



Hoofdstuk 3: Spelling (oefeningen p.20-47!!!)
3.1 Werkwoordspelling
1. INFINITIEF werkwoord?
onvervoegde vorm op uitgang -en
maken, blijven, worden, lopen, hebben, breien, …

nodig voor regel ‘t kofschip
à vorming verleden tijd en voltooid deelwoord
“laatste klank voor uitgang -en in infinitief = t, k, f, s, ch, p?”
•maken k = ‘t kofschip DUS: maakte, gemaakt
•fuiven v ≠ ‘t kofschip DUS: fuifde, gefuifd
•breien i ≠ ‘t kofschip DUS: breide, gebreid
•faxen x = ks = ‘t kofschip DUS: faxte, gefaxt

2. STAM werkwoord?
ik-vorm = meestal infinitief zonder uitgang -en
maak, blijf, word, loop, heb, brei, …

nodig voor vorming tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord

3. VORM werkwoord?
•imperatief = bevelvorm

,Ga! Zwijg! Begeef u rustig naar buiten. Loop niet weg!

•adjectief = bijvoeglijk naamwoord
afgeleid van voltooid deelwoord
de gewonnen wedstrijd, het beoogde doel, …

PERSOONSVORM – tegenwoordige tijd (OTT)
op basis van stam
!! regel ‘t kofschip geldt niet !!

•1 enk = stam: ik maak, ik blijf, ik word, …
•2 enk = stam + t: jij maakt, jij blijft, …
!! let op voor DT: jij wordt, jij antwoordt, …
MAAR! 2 enk met onderwerp na werkwoord = stam
maak jij, blijf jij, …
!! nooit DT: word jij, antwoord jij, …
•3 enk = stam + t: hij maakt, Jan blijft, u drinkt, …
!! let op voor DT: Tom wordt, Tom antwoordt, …

PERSOONSVORM – tegenwoordige tijd (OTT)
TIP! Vervang door een ander werkwoord waar je de uitgang hoort: + t of niet? (smurfen)
jij huilt DUS jij redt
huil jij DUS red jij
huilt hij DUS redt hij
huilt u DUS redt u

PERSOONSVORM – tegenwoordige tijd (OTT)
Let op: onderwerp = 2 enk of 3 enk?
Maak je de taak? vs. Maakt je zus de taak?
Red je de hond? vs. Redt je vader de hond?

Let op: je = onderwerp of lijdend/meewerkend voorwerp?
Wie redt je uit het water? vs. Wie red je uit het water?
Tip! Wie redt jou …? vs. Wie red jij …?

PERSOONSVORM – verleden tijd (OVT)
op basis van stam
met regel ‘t kofschip

werkwoord in ‘t kofschip = stam + TE
maakte, faxte, dumpte, …
let op voor verdubbeling: zette, wachtte, …
werkwoord niet in ‘t kofschip = stam + DE
fuifde, breide, rolde, …

, let op voor verdubbeling: redde, antwoordde, …
onregelmatige werkwoorden: klankverandering
werd, bleef, liep, had, zong, …

PERSOONSVORM – voltooid deelwoord (in VTT & VVT)
op basis van stam
met regel ‘t kofschip

werkwoord in ‘t kofschip = ge + stam + T
gemaakt, gefaxt, gezet, gedumpt, …
werkwoord niet in ‘t kofschip = ge + stam + D
gefuifd, gebreid, gered, gerold, …
nooit -DT!
onregelmatige werkwoorden
•geworden, gebleven, gelopen, gezongen, …

IMPERATIEF (bevelvorm) = stam
Maak je huiswerk! Red de hond!

!! als onderwerp u volgt op imperatief, dan stam + t (= beleefdheidsvorm)
Denkt u gerust nog wat na. Loopt u door, alstublieft!
Let op voor DT: Snijdt u zich niet in uw vinger!

MAAR:
Snijd u niet in uw vinger!
u ≠ onderwerp, maar lijdend voorwerp
kan worden vervangen door uzelf: Snijd uzelf niet in uw vinger!
Wind u(zelf) niet zo op! Red u(zelf) voor het te laat is!

ADJECTIEF = voltooid deelwoord + e
Het werk is gemaakt à Het gemaakte werk
De muur is geschilderd à De geschilderde muur

= de gewone spellingsregels van adjectieven!
De resultaten werden verwacht à De verwachte resultaten
geen verdubbeling medeklinker: zacht/zachte
Het schip is bezet à Het bezette schip
korte klinker in gesloten lettergreep = verdubbeling medeklinker:
net/nette, dik/dikke, wit/witte, zot/zotte, …
De foto is vergroot à De vergrote foto
lange klinker in open lettergreep = één klinkerteken:
groot/grote, rood/rode, laat/late, zuur/zure, …
€7,99
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur
Seller avatar
BreinBoosterRechtspraktijk

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
BreinBoosterRechtspraktijk Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
5
Membre depuis
3 mois
Nombre de followers
0
Documents
9
Dernière vente
5 jours de cela

0,0

0 revues

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions