Hoofdstuk 1: Situering groepsdynamica & definities van groepen
1. Groepsdynamica: tussen psychologie & sociologie
Het belang & plaats van groepen
Groepsdynamica
= Studie v/h gedrag van mensen in kleine groepen.
→ Vaak gedrag individu beter begrijpen als je aandacht hebt voor groep wrin gedrag
plaatsvindt.
= Kijken naar invloed die we op elkaar uitoefenen binnen groep.
Elk individu wordt beïnvloed door omgeving en beïnvloedt zelf ook omgeving. Iedereen
heeft invloed op groepen waartoe behoren. Weinig invloed op maatschappij = meestal dr
groepen waartoe behoren.
Vb: Actiegroepen, belangengroepen
- Elk individu wordt bep dr groepen
(cultuuroverdracht via groepen)
- Individu invloed via groepen
(Actiegroepen, belangengroepen)
= brugfunctie van groepen
Vb: uw gezin is groep met normen & waarden van maatschappij die opvoeding zullen
bepalen.
Mogelijke brugfunctie van groepsdynamica
Psychologie & sociologie eerder tot stand dan groepsdynamica
Groepsdynamica
= Toont hoe mensen, groepen & samenleving elkaar beïnvloeden & nodig hebben.
= Toont hoe met elkaar verbonden zijn & niet los van elkaar functioneren
Definitie groepsdynamica
= Wetenschappelijke studie van groepen. Gaat ober uitvoeren van sociaal psychologische
experimenten met groepen
Vb: Groepsontwikkeling, communicatie, leiderschap,...
= Algemene term vr processen die zich in groepen afspelen & interventies die je kunt
uitoefenen. Gaat over gereedschapskist die ter beschikking hebt om groepen te analyseren
+ basis van analyse ingrijpen
1
,Weerstand tov groepsdynamica
Veel mensen dachten alleen individuele eigenschappen bepalen wat in groep gebeurt
Alport: vraag “are groups real?” (Jaren 20)
→ Groepen zijn hersenschimmen waarbij realiteit bij individu ligt
Opkomst groepsdenken = sommigen groepsverschijnselen niet verklaard worden dr alleen
individu kijken (Jaren 50)
Belang groepsdynamica = onderzoek groepsproces belang = inzicht hoe leiderschap &
groepsgedrag kunnen worden afgestemd op groepscontext = zo groepsrollen bereiken
Onbewustheid van groepen = vanzelfsprekend => vaak niet opgemerkt net als vis in water
2. Definitie groepen
Groep
= Verzameling van 2/meer mensen die in zekere mate afhankelijk van elkaar zijn om doel
bereiken, die gemeenschappelijke uitgangspunten hebben + elk wederzijds beïnvloeden
4 belangrijke kenmerken groep:
- Directe interactie: context met meer interactie met elkaar dan anderen
- Gezamenlijke uitgangspunten: mensen kunnen lid worden groep om
gemeenschappelijke doelstellingen bereiken, ook onderling contact als zinvol gezien.
- Groepsstructuur: groepen vertonen aantal structuurkenmerken; worden bep rollen
opgenomen, ontstaat netwerk onderlinge relaties wr status aspecten meespelen.
- Interpretatie: soort wederzijdse betrokkenheid/afhankelijkheid & beïnvloeding.
Groepsleden hoeven niet gelijk zijn aan elk maar wel op 1/andere manier verbonden.
Gebeurtenissen invloed groepslid/subgroep
= Weerslag alle groepsleden
Interpretatie ≠ collectiviteit (= meer dan toevallig gezamenlijk kenmerk, zekere
verwantschap in waarden & normen)
Voorbeeld:
Vb 1: Is de klassengroep van MAW een groep?
Ja, vertonen alle kenmerken
Vb 2: Vormen alle AHS studenten een groep?
Nee, gezamenlijke kenmerken + enige verwantschap & gelijkaardig doel mr te weinig
sprake interactie & interdependentie
Vb 3: Vormen alle vrouwen een groep?
Nee, enkel toevallig gezamenlijke kenmerken = sociale categorie
2
, Een groep is geen…
Collectiviteit
= Verzameling mensen die meer dan toevallig gezamenlijke kenmerken hebben. Hebben
verwantschap in waarden & normen + gericht gelijkwaardig doel. Weinig spraak interactie
on van groep spreken
Vb: Artevelde, studenten vegetariërs
Sociale categorie
= Geen sprake verwantschap, wel gemeenschappelijke kenmerken. Geen gedeelde doelen
& interactie
Vb: Vrouwen, jongeren
Togetherness-situatie
= Toevallige situaties wrin aantal mensen zich bij elk verbindt
Vb: Mensen die wachten op bus
Groepstypen
= Manier om groepen indelen
(1) Primaire & secundaire groepen
● Primaire: (psychische groepen)
○ Relatie: persoonlijk, directe contractsituaties + gedraagt spontaan
○ Kleine sociale afstand tss groepsleden
○ Groepsleden hebben persoonlijke relaties met elkaar
○ Groepsleden beoordelen elkaar op wie ze werkelijk zijn, in termen van karakter
“Wie je bent’
● Secundaire (Sociogroepen)
○ Relatie: koel, formeel & onpersoonlijk
○ Grote sociale afstand tss groepsleden
○ Groepsleden status bepaalde relatie met elkaar
○ Groepsleden beoordelen elkaar op basis van externe factoren zoals
status/sociale categorie
“Wat je bent”
Belangrijk:
Kan dat je groep bevindt waar primaire kenmerken vasthangen
→ betekent niet dat primaire groep is
Vb: gezin kies je niet waar je opgroeit, maar het is niet omdat je persoonlijke banden met
iemand hebt, dat je er ook een match mee hebt. Je kan samenwonen met broers en
zussen maar daarmee niet overeenkomen.
3
1. Groepsdynamica: tussen psychologie & sociologie
Het belang & plaats van groepen
Groepsdynamica
= Studie v/h gedrag van mensen in kleine groepen.
→ Vaak gedrag individu beter begrijpen als je aandacht hebt voor groep wrin gedrag
plaatsvindt.
= Kijken naar invloed die we op elkaar uitoefenen binnen groep.
Elk individu wordt beïnvloed door omgeving en beïnvloedt zelf ook omgeving. Iedereen
heeft invloed op groepen waartoe behoren. Weinig invloed op maatschappij = meestal dr
groepen waartoe behoren.
Vb: Actiegroepen, belangengroepen
- Elk individu wordt bep dr groepen
(cultuuroverdracht via groepen)
- Individu invloed via groepen
(Actiegroepen, belangengroepen)
= brugfunctie van groepen
Vb: uw gezin is groep met normen & waarden van maatschappij die opvoeding zullen
bepalen.
Mogelijke brugfunctie van groepsdynamica
Psychologie & sociologie eerder tot stand dan groepsdynamica
Groepsdynamica
= Toont hoe mensen, groepen & samenleving elkaar beïnvloeden & nodig hebben.
= Toont hoe met elkaar verbonden zijn & niet los van elkaar functioneren
Definitie groepsdynamica
= Wetenschappelijke studie van groepen. Gaat ober uitvoeren van sociaal psychologische
experimenten met groepen
Vb: Groepsontwikkeling, communicatie, leiderschap,...
= Algemene term vr processen die zich in groepen afspelen & interventies die je kunt
uitoefenen. Gaat over gereedschapskist die ter beschikking hebt om groepen te analyseren
+ basis van analyse ingrijpen
1
,Weerstand tov groepsdynamica
Veel mensen dachten alleen individuele eigenschappen bepalen wat in groep gebeurt
Alport: vraag “are groups real?” (Jaren 20)
→ Groepen zijn hersenschimmen waarbij realiteit bij individu ligt
Opkomst groepsdenken = sommigen groepsverschijnselen niet verklaard worden dr alleen
individu kijken (Jaren 50)
Belang groepsdynamica = onderzoek groepsproces belang = inzicht hoe leiderschap &
groepsgedrag kunnen worden afgestemd op groepscontext = zo groepsrollen bereiken
Onbewustheid van groepen = vanzelfsprekend => vaak niet opgemerkt net als vis in water
2. Definitie groepen
Groep
= Verzameling van 2/meer mensen die in zekere mate afhankelijk van elkaar zijn om doel
bereiken, die gemeenschappelijke uitgangspunten hebben + elk wederzijds beïnvloeden
4 belangrijke kenmerken groep:
- Directe interactie: context met meer interactie met elkaar dan anderen
- Gezamenlijke uitgangspunten: mensen kunnen lid worden groep om
gemeenschappelijke doelstellingen bereiken, ook onderling contact als zinvol gezien.
- Groepsstructuur: groepen vertonen aantal structuurkenmerken; worden bep rollen
opgenomen, ontstaat netwerk onderlinge relaties wr status aspecten meespelen.
- Interpretatie: soort wederzijdse betrokkenheid/afhankelijkheid & beïnvloeding.
Groepsleden hoeven niet gelijk zijn aan elk maar wel op 1/andere manier verbonden.
Gebeurtenissen invloed groepslid/subgroep
= Weerslag alle groepsleden
Interpretatie ≠ collectiviteit (= meer dan toevallig gezamenlijk kenmerk, zekere
verwantschap in waarden & normen)
Voorbeeld:
Vb 1: Is de klassengroep van MAW een groep?
Ja, vertonen alle kenmerken
Vb 2: Vormen alle AHS studenten een groep?
Nee, gezamenlijke kenmerken + enige verwantschap & gelijkaardig doel mr te weinig
sprake interactie & interdependentie
Vb 3: Vormen alle vrouwen een groep?
Nee, enkel toevallig gezamenlijke kenmerken = sociale categorie
2
, Een groep is geen…
Collectiviteit
= Verzameling mensen die meer dan toevallig gezamenlijke kenmerken hebben. Hebben
verwantschap in waarden & normen + gericht gelijkwaardig doel. Weinig spraak interactie
on van groep spreken
Vb: Artevelde, studenten vegetariërs
Sociale categorie
= Geen sprake verwantschap, wel gemeenschappelijke kenmerken. Geen gedeelde doelen
& interactie
Vb: Vrouwen, jongeren
Togetherness-situatie
= Toevallige situaties wrin aantal mensen zich bij elk verbindt
Vb: Mensen die wachten op bus
Groepstypen
= Manier om groepen indelen
(1) Primaire & secundaire groepen
● Primaire: (psychische groepen)
○ Relatie: persoonlijk, directe contractsituaties + gedraagt spontaan
○ Kleine sociale afstand tss groepsleden
○ Groepsleden hebben persoonlijke relaties met elkaar
○ Groepsleden beoordelen elkaar op wie ze werkelijk zijn, in termen van karakter
“Wie je bent’
● Secundaire (Sociogroepen)
○ Relatie: koel, formeel & onpersoonlijk
○ Grote sociale afstand tss groepsleden
○ Groepsleden status bepaalde relatie met elkaar
○ Groepsleden beoordelen elkaar op basis van externe factoren zoals
status/sociale categorie
“Wat je bent”
Belangrijk:
Kan dat je groep bevindt waar primaire kenmerken vasthangen
→ betekent niet dat primaire groep is
Vb: gezin kies je niet waar je opgroeit, maar het is niet omdat je persoonlijke banden met
iemand hebt, dat je er ook een match mee hebt. Je kan samenwonen met broers en
zussen maar daarmee niet overeenkomen.
3