Term Betekenis
Pedagogiek De studie van het opvoeden
Didactiek Is afgeleid van het Griekse ‘didaskein’ wat onderwijzen betekent.
Kort gezegd is de didactiek de studie van het onderwijzen
(lesgeven) en het leren. Alle elementen die in onderwijs- en
vormingssituaties een invloed hebben, worden bestudeerd om
deze zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Onderwijzen wordt in
de kleutergroepen vertaald naar het begeleiden van kleuters in hun
ontwikkeling. Toch spreken we van didactiek. Didactiek is van
grote betekenis voor lesgevers. Zij moeten weten hoe ze het
ontwikkelingsproces bij kleuters kunnen volgen en op welke manier
zij hulp kunnen bieden. Zij moeten hun praktijk optimaal
organiseren. De meeste aspecten in de dagelijkse klaspraktijk zijn
te herleiden tot de didactiek.
Methodiek Is een onderdeel van de didactiek en behandelt de mogelijkheden
en de middelen, die men kan gebruiken om een optimaal
leerresultaat te behalen in functie van de vooropgestelde
doelstellingen. Het is dus een methode om op de meest efficiënte
manier les te geven. Methodiek is de systematische opbouw van
de gekozen leerinhouden, met als doel te streven naar het
adequaat
bereiken van de ontwikkelingsdoelen.
Didactisch model Een didactisch model is een vereenvoudigde, min of meer
abstracte weergave van relaties, tussen een aantal fundamentele
componenten van de onderwijsactiviteit.
Zone van de Naaste Is de afstand tussen het actuele ontwikkelingsniveau van de
Ontwikkeling kleuter (waarbij de lerende zelf problemen kan oplossen) en het
(Vygotsky) potentiële niveau waardoor het problemen kan oplossen met hulp
van andere kinderen en/of een volwassene. We organiseren
zinvolle leersituaties als we proberen kleuters te stimuleren om
zich te ontwikkelen binnen deze zone: we moeten hen dus in een
context plaatsen of hen activiteiten voorschotelen, die nét iets
complexer zijn dan wat de kleuter al kan, maar niet té complex zijn.
Mits begeleiding moet de kleuter er zeker in kunnen slagen. Door
de kleuters op deze manier in een uitdagende leeromgeving te
plaatsen, krijgen ze enorm veel mogelijkheden om nieuwe kennis
of
vaardigheden te verwerven.
Competenties het geheel van beoogde kennis, vaardigheden,
inzichten (in het eigen denken en handelen) en
attitudes (emoties, overtuigingen en houdingen).
Je merkt op dat de nadruk dus niet enkel op het
bereiken van kennis ligt: hoe leerlingen met de
inhoud omgaan is belangrijker dan de inhoud
zelf. De nadruk ligt dus niet enkel op prestaties,
die behaalde resultaten op specifieke taken
omvatten. Er zijn immers leerlingen die goede
, prestaties neerzetten, zonder dat de
onderliggende competentie is veranderd. Of
leerlingen kunnen erg competent zijn in
bepaalde domeinen, maar slagen er door
gebrek aan motivatie niet in om bepaalde
vaardigheden te verwerven.
Het doel is nu dat kinderen
competenties verwerven: ze moeten
leren problemen oplossen,
informatie selecteren, logisch
denken, communiceren, enzovoort.
Fundamenteel leren/ heeft ook met competenties te maken:
deep level learning competenties kunnen gezien worden als een
resultaat van fundamenteel leren of van deep
level learning. Fundamenteel leren verschilt van
oppervlakkig leren in die zin dat het veel
ingrijpender is. Kinderen leren elke dag op
school, maar het fundamenteel leren blijft
aanwezig en kan aanleiding geven tot kleine
veranderingen in het omgaan met de wereld.
Fundamenteel leren legt de lat dus hoger dan
het opstapelen van kennis: kinderen leren de
realiteit echt vatten of begrijpen. Hierbij is het
leren van de leerling vooral gericht op het
achterhalen van de betekenis van de leerinhoud
en benadert hij deze op een actieve manier.
Uitdagende een krachtige, uitdagende leeromgeving wordt
leeromgeving binnen deze leertheorie gezien als een
leeromgeving waarin leerlingen actief kunnen
zijn, waarin leerlingen mee verantwoordelijk zijn
voor de manier waarop kennis wordt verwerkt,
waarin aangesloten wordt bij begrippen die
leerlingen al kennen en waarin doelen worden
nagestreefd die de leerlingen mee bepalen of
waar ze zich achter kunnen stellen.
(Sociaal) Vygotsky stelde als grondlegger dat “kennis gebaseerd is op sociale
constructivisme interactie.” Kennis wordt met andere woorden steeds opgebouwd
door de interacties die we hebben met anderen: met de leerkracht,
met andere leerlingen en met ouders. Binnen deze leertheorie krijgt
de leerkracht de rol toegewezen van coach, ondersteuner en
begeleider.
Leergebieden draagt bij tot het realiseren van de doelstellingen. Dit betreft het
inhoudsaspect van de doelen.
Welke woordenschat leren de kleuters? Welke bewegingen verwacht je dat
de kleuters uitvoeren? Welke begrippen hanteren de kleuters? Verwoorden
de kleuters gevoelens en/of denkprocessen? Vergelijken de kleuters wat ze
waarnemen, vastnemen?...
Eindtermen Eindtermen zijn minimumdoelen op vlak van kennis en vaardigheden voor
het lager en secundair onderwijs. Kenmerkend voor eindtermen is de
resultaatsverplichting. Voor leergebiedoverschrijdende eindtermen geldt
inspanningsverplichting. Deze eindtermen zijn leergebiedoverschrijdend
aangezien ze in de verschillende leergebieden kunnen worden ingezet en
Pedagogiek De studie van het opvoeden
Didactiek Is afgeleid van het Griekse ‘didaskein’ wat onderwijzen betekent.
Kort gezegd is de didactiek de studie van het onderwijzen
(lesgeven) en het leren. Alle elementen die in onderwijs- en
vormingssituaties een invloed hebben, worden bestudeerd om
deze zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Onderwijzen wordt in
de kleutergroepen vertaald naar het begeleiden van kleuters in hun
ontwikkeling. Toch spreken we van didactiek. Didactiek is van
grote betekenis voor lesgevers. Zij moeten weten hoe ze het
ontwikkelingsproces bij kleuters kunnen volgen en op welke manier
zij hulp kunnen bieden. Zij moeten hun praktijk optimaal
organiseren. De meeste aspecten in de dagelijkse klaspraktijk zijn
te herleiden tot de didactiek.
Methodiek Is een onderdeel van de didactiek en behandelt de mogelijkheden
en de middelen, die men kan gebruiken om een optimaal
leerresultaat te behalen in functie van de vooropgestelde
doelstellingen. Het is dus een methode om op de meest efficiënte
manier les te geven. Methodiek is de systematische opbouw van
de gekozen leerinhouden, met als doel te streven naar het
adequaat
bereiken van de ontwikkelingsdoelen.
Didactisch model Een didactisch model is een vereenvoudigde, min of meer
abstracte weergave van relaties, tussen een aantal fundamentele
componenten van de onderwijsactiviteit.
Zone van de Naaste Is de afstand tussen het actuele ontwikkelingsniveau van de
Ontwikkeling kleuter (waarbij de lerende zelf problemen kan oplossen) en het
(Vygotsky) potentiële niveau waardoor het problemen kan oplossen met hulp
van andere kinderen en/of een volwassene. We organiseren
zinvolle leersituaties als we proberen kleuters te stimuleren om
zich te ontwikkelen binnen deze zone: we moeten hen dus in een
context plaatsen of hen activiteiten voorschotelen, die nét iets
complexer zijn dan wat de kleuter al kan, maar niet té complex zijn.
Mits begeleiding moet de kleuter er zeker in kunnen slagen. Door
de kleuters op deze manier in een uitdagende leeromgeving te
plaatsen, krijgen ze enorm veel mogelijkheden om nieuwe kennis
of
vaardigheden te verwerven.
Competenties het geheel van beoogde kennis, vaardigheden,
inzichten (in het eigen denken en handelen) en
attitudes (emoties, overtuigingen en houdingen).
Je merkt op dat de nadruk dus niet enkel op het
bereiken van kennis ligt: hoe leerlingen met de
inhoud omgaan is belangrijker dan de inhoud
zelf. De nadruk ligt dus niet enkel op prestaties,
die behaalde resultaten op specifieke taken
omvatten. Er zijn immers leerlingen die goede
, prestaties neerzetten, zonder dat de
onderliggende competentie is veranderd. Of
leerlingen kunnen erg competent zijn in
bepaalde domeinen, maar slagen er door
gebrek aan motivatie niet in om bepaalde
vaardigheden te verwerven.
Het doel is nu dat kinderen
competenties verwerven: ze moeten
leren problemen oplossen,
informatie selecteren, logisch
denken, communiceren, enzovoort.
Fundamenteel leren/ heeft ook met competenties te maken:
deep level learning competenties kunnen gezien worden als een
resultaat van fundamenteel leren of van deep
level learning. Fundamenteel leren verschilt van
oppervlakkig leren in die zin dat het veel
ingrijpender is. Kinderen leren elke dag op
school, maar het fundamenteel leren blijft
aanwezig en kan aanleiding geven tot kleine
veranderingen in het omgaan met de wereld.
Fundamenteel leren legt de lat dus hoger dan
het opstapelen van kennis: kinderen leren de
realiteit echt vatten of begrijpen. Hierbij is het
leren van de leerling vooral gericht op het
achterhalen van de betekenis van de leerinhoud
en benadert hij deze op een actieve manier.
Uitdagende een krachtige, uitdagende leeromgeving wordt
leeromgeving binnen deze leertheorie gezien als een
leeromgeving waarin leerlingen actief kunnen
zijn, waarin leerlingen mee verantwoordelijk zijn
voor de manier waarop kennis wordt verwerkt,
waarin aangesloten wordt bij begrippen die
leerlingen al kennen en waarin doelen worden
nagestreefd die de leerlingen mee bepalen of
waar ze zich achter kunnen stellen.
(Sociaal) Vygotsky stelde als grondlegger dat “kennis gebaseerd is op sociale
constructivisme interactie.” Kennis wordt met andere woorden steeds opgebouwd
door de interacties die we hebben met anderen: met de leerkracht,
met andere leerlingen en met ouders. Binnen deze leertheorie krijgt
de leerkracht de rol toegewezen van coach, ondersteuner en
begeleider.
Leergebieden draagt bij tot het realiseren van de doelstellingen. Dit betreft het
inhoudsaspect van de doelen.
Welke woordenschat leren de kleuters? Welke bewegingen verwacht je dat
de kleuters uitvoeren? Welke begrippen hanteren de kleuters? Verwoorden
de kleuters gevoelens en/of denkprocessen? Vergelijken de kleuters wat ze
waarnemen, vastnemen?...
Eindtermen Eindtermen zijn minimumdoelen op vlak van kennis en vaardigheden voor
het lager en secundair onderwijs. Kenmerkend voor eindtermen is de
resultaatsverplichting. Voor leergebiedoverschrijdende eindtermen geldt
inspanningsverplichting. Deze eindtermen zijn leergebiedoverschrijdend
aangezien ze in de verschillende leergebieden kunnen worden ingezet en