H1: ALGEMENE PSYCHOLOGIE
1.1 EEN DEFINITIE VAN PSYCHOLOGIE
Y IS EEN WETENSCHAP WAARBIJ HET GEDRAG BESTUDEERD WORDT EN WAARBIJ DE
GEDRAGSEVIDENTIE GEBRUIKT WORDT OM DE INTERNE PROCESSEN TE BEGRIJPEN DIE
AAN DAT GEDRAG TEN GRONDSLAG LIGGEN
Wetenschap: we baseren ons op wetenschappelijk onderzoek
Gedrag: heel breed -> rondlopen, kiezen wel/niet naar de les komen, etc
Interne processen: het zijn onze hersenen die het gedrag aansturen
=> de studies gieten we in theorieën of modellen
Is psychologie wel echte wetenschap?
◾ geesteswetenschappen (α) vs exacte wetenschappen (β): observeerbaarheid?
◾ dynamisch begrip: er is een grote evolutie op wetensch vlak (neuronen meten,
etc)
→ wat op een bepaald moment niet waar te nemen is kan het later wel worden
◾ schijntegenstelling
(e.g. fysica – deeltjesversnellers; kijken naar deeltjes die er niet zijn)
1.2 ONTWIKKELINGEN DIE DE PSYCHOLOGIE MOGELIJK GEMAAKT HEBBEN
REDE, INTUITIE EN GELOOF
◾ Socrates, Plato, Aristoteles (4de-5de eeuw b.c.):
◾ intuïtie/rede, geen observatie (sofa science) = mensen zijn enige wezens met
rede / intuïtie
◾ eigene vd mens = ziel gehoorzaamt aan bepaalde niet-aardse
wetmatigheden ~ geloof
◾ geen wetenschappelijke studie gedrag / mentale processen, géén observatie,
wel axioma’s
axioma’s = een niet bewezen, maar als grondslag aanvaarde bewering
◾ 21ste eeuw: neurowetenschappen -> lange geschiedenis
DE WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIE
◾ Een nieuwe manier van denken
◾ Oude Grieken / kerk: kennis gebaseerd op nadenken, intuïtie, goddelijke
ingevingen
◾ Europa 16e-17e eeuw: kennis gebaseerd op systematische observatie
1
, = kijken, opschrijven,
vergelijken
=> Wetenschappelijke revolutie!
> nieuwe manier van denken kwam op gang tegenover manier van denken
van de kerk, etc
2
, Copernicaanse revolutie
Mens = centrum universum, wij zijn niet aan natuurwetten onderworpen
16 eeuw: kalender loopt achter → Copernicus: Aarde niet centrum van het
e
universum maar zon
axioma’s in vraag gesteld
◾ nieuwe kennis uit observaties & experimenten (Galilei, Newton)
HET ONTSTAAN VAN TWEE CULTUREN
◾ Wetenschap en macht
◾ Wetenschappelijke vooruitgang groter in niet-katholieke landen
vb. Zwitserland, Duitsland, V.K., Nederland Italië, Frankrijk, Spanje
Ook V.S. zette enorm in op ontwikkeling natuurwetenschappen
De twee culturen
◾ klassieke humanistische cultuur (alfa): geesteswetenschappen
→ ideaal: bestuderen en uitbreiden van de bestaande cultuur en kunst
natuurwetenschappelijke cultuur (beta): exacte wetenschappen
→ ideaal: samenleving moet heringericht worden obv wetenschappelijke
inzichten
Deze twee culturen wedijveren/concurreren met elkaar, je kan dit nog steeds zien in het
onderwijs en de 2 wetenschappen weten niet veel van elkaar + ze hebben tegengestelde
opvattingen over wat belangrijk is (de opvattingen staan bij ideaal)
TOEPASSING VAN WETENSCHAPPELIJK METHODE OP MENSELIJK FUNCTIONEREN
◾ Observaties: moet gedetailleerd zijn!
◾ Mensen niet onfeilbaar: mensen observeren en maken fouten
→ natuurwetenschappelijke studies over menselijk functioneren
◾ Eerste ‘psychologische’ experimenten
◾ De persoonlijke fout bij observatie beweging hemellichamen
◾ Snelheid neurale transmissie : onderzoeken hoe snel een signaal in zenuwen gaat
→ Von Helmholtz slaagde erin de snelheid van informatieoverdracht te bepalen
deze bleek niet oneindig groot te zijn (wat men altijd dacht), maar ‘slechts
30 m/s of +- 100 km/u
◾ Weber: psychofysica
Hoe ervaren of interpreteren we bij fysische stimulatie
Bv. Licht die op ,ons afkomt, etc
◾ Young: trichromatische theorie kleurperceptie (RGB)
In ogen 3 verschillende kleurenperceptie (rood signaal, groen signaal,
blauw signaal)
3
1.1 EEN DEFINITIE VAN PSYCHOLOGIE
Y IS EEN WETENSCHAP WAARBIJ HET GEDRAG BESTUDEERD WORDT EN WAARBIJ DE
GEDRAGSEVIDENTIE GEBRUIKT WORDT OM DE INTERNE PROCESSEN TE BEGRIJPEN DIE
AAN DAT GEDRAG TEN GRONDSLAG LIGGEN
Wetenschap: we baseren ons op wetenschappelijk onderzoek
Gedrag: heel breed -> rondlopen, kiezen wel/niet naar de les komen, etc
Interne processen: het zijn onze hersenen die het gedrag aansturen
=> de studies gieten we in theorieën of modellen
Is psychologie wel echte wetenschap?
◾ geesteswetenschappen (α) vs exacte wetenschappen (β): observeerbaarheid?
◾ dynamisch begrip: er is een grote evolutie op wetensch vlak (neuronen meten,
etc)
→ wat op een bepaald moment niet waar te nemen is kan het later wel worden
◾ schijntegenstelling
(e.g. fysica – deeltjesversnellers; kijken naar deeltjes die er niet zijn)
1.2 ONTWIKKELINGEN DIE DE PSYCHOLOGIE MOGELIJK GEMAAKT HEBBEN
REDE, INTUITIE EN GELOOF
◾ Socrates, Plato, Aristoteles (4de-5de eeuw b.c.):
◾ intuïtie/rede, geen observatie (sofa science) = mensen zijn enige wezens met
rede / intuïtie
◾ eigene vd mens = ziel gehoorzaamt aan bepaalde niet-aardse
wetmatigheden ~ geloof
◾ geen wetenschappelijke studie gedrag / mentale processen, géén observatie,
wel axioma’s
axioma’s = een niet bewezen, maar als grondslag aanvaarde bewering
◾ 21ste eeuw: neurowetenschappen -> lange geschiedenis
DE WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIE
◾ Een nieuwe manier van denken
◾ Oude Grieken / kerk: kennis gebaseerd op nadenken, intuïtie, goddelijke
ingevingen
◾ Europa 16e-17e eeuw: kennis gebaseerd op systematische observatie
1
, = kijken, opschrijven,
vergelijken
=> Wetenschappelijke revolutie!
> nieuwe manier van denken kwam op gang tegenover manier van denken
van de kerk, etc
2
, Copernicaanse revolutie
Mens = centrum universum, wij zijn niet aan natuurwetten onderworpen
16 eeuw: kalender loopt achter → Copernicus: Aarde niet centrum van het
e
universum maar zon
axioma’s in vraag gesteld
◾ nieuwe kennis uit observaties & experimenten (Galilei, Newton)
HET ONTSTAAN VAN TWEE CULTUREN
◾ Wetenschap en macht
◾ Wetenschappelijke vooruitgang groter in niet-katholieke landen
vb. Zwitserland, Duitsland, V.K., Nederland Italië, Frankrijk, Spanje
Ook V.S. zette enorm in op ontwikkeling natuurwetenschappen
De twee culturen
◾ klassieke humanistische cultuur (alfa): geesteswetenschappen
→ ideaal: bestuderen en uitbreiden van de bestaande cultuur en kunst
natuurwetenschappelijke cultuur (beta): exacte wetenschappen
→ ideaal: samenleving moet heringericht worden obv wetenschappelijke
inzichten
Deze twee culturen wedijveren/concurreren met elkaar, je kan dit nog steeds zien in het
onderwijs en de 2 wetenschappen weten niet veel van elkaar + ze hebben tegengestelde
opvattingen over wat belangrijk is (de opvattingen staan bij ideaal)
TOEPASSING VAN WETENSCHAPPELIJK METHODE OP MENSELIJK FUNCTIONEREN
◾ Observaties: moet gedetailleerd zijn!
◾ Mensen niet onfeilbaar: mensen observeren en maken fouten
→ natuurwetenschappelijke studies over menselijk functioneren
◾ Eerste ‘psychologische’ experimenten
◾ De persoonlijke fout bij observatie beweging hemellichamen
◾ Snelheid neurale transmissie : onderzoeken hoe snel een signaal in zenuwen gaat
→ Von Helmholtz slaagde erin de snelheid van informatieoverdracht te bepalen
deze bleek niet oneindig groot te zijn (wat men altijd dacht), maar ‘slechts
30 m/s of +- 100 km/u
◾ Weber: psychofysica
Hoe ervaren of interpreteren we bij fysische stimulatie
Bv. Licht die op ,ons afkomt, etc
◾ Young: trichromatische theorie kleurperceptie (RGB)
In ogen 3 verschillende kleurenperceptie (rood signaal, groen signaal,
blauw signaal)
3