1. ONDERZOEK ORIENTEREN & VOORBEREIDEN
A. ONDERZOEKENDE HOUDING ONTWIKKELEN
Het concept heeft verschillende invulling; afhankelijk vd context verschillend gedefinieerd/ geoperationaliseerd
Een onderzoekende houding = de mate waarin iemand gemotiveerd is, het vertrouwen heeft en in een veelheid aan
beroepssituaties toont (Van den Herik & Schuitema):
- opmerkzaam te zijn
- nieuwgierig te zijn
- bedachtzaam te zijn
- kritisch te zijn
Reductionisme = je kan in een onderzoek onmogelijk met alles rekening houden MAAR je kan dat wel tonen aan het
publiek dat je niet met alles rekening kan houden (// dual iceberg model)
B. ‘PERFECT’ ONDERZOEKSPROCES DOORLOPEN
“zekerheid in onderzoek bestaat NIET omdat onze wereld vaak geen absolute zekerheid biedt rond alles wat er
gebeurt, wat we doen en wat we onderzoek” “onzekerheid is de enige zekerheid” (Van de Herik & Schuitema)
Onderzoek doen = een iteratief proces
Onderzoek voorbereiden: op voorhand al bepaalde problemen oplossen
Materiaal verzamelen: wat? hoe?
Materiaal beoordelen
Rapport structuren: kan vanalles zijn (ook bachelorscriptie en masterproef)
Argumentatie opbouwen
Onderzoek rapporteren
alle stappen hangen samen en alles heeft effect op elkaar
iteratief: je gaat continu door hetzelfde proces en gaat telkens dingen aanpassen
C. ONDERZOEK VOORBEREIDEN
1. Onderwerp vinden globaal onderwerp
WAT? allereerste en cruciale stap vh onderzoeksproces
Globaal VS afgebakend onderwerp (hoe meer je afbakent, hoe moeilijker het zoeken v bronnen wordt)
Trechterprincipe: tijdens het zoeken van je onderwerp zal je continu moeten raffineren tot iets concreets
Algemeen leidende principes
Onderwerp dat je aanspreekt, dat onderzoeksmogelijkheden biedt etc.
Ideeën om onderwerpen te genereren en voorkennisproblemen aan te pakken
Persoonlijke belangstelling, inhoud colleges, bepaalde kwesties, (media, actua) bestaand onderzoek
2. Onderwerp en afbakening
, WAT? verdere afbakening globaal onderwerp
Trechterprincipe, algemene leidende principes
Toename specificiteit onderwerp
Zichtbaarheid vakgebied en vakgebied specifieke thema’s
Ambitie-, inperkings- en onderzoekbaarheidsproblemen
Ideeën om afgebakende onderwerpen te genereren
Door strategisch literatuur te lezen en samen te vatten zal je je onderwerp concreet kunnen maken
Focus op sleutelwoorden die telkens weer verschijnen en leg een lijst vast
Om verder te zoeken naar gespecialiseerde bronnen voor je onderzoek
3. Van onderwerp naar onderzoeksvraag
WAT? verdere verkenning afgebakende onderwerp
Trechterprincipe
!! afgebakend onderwerp ≠ onderzoeksvraag
Hoe kom je v onderwerp onderzoeksvraag
Tijdens het genereren van je globale en afgebakende onderwerp heb je je ingelezen
Gebruik je notities vh inlezen om interessante aspecten te formuleren voor mogelijk OV
Gebruik dezelfde notities om te brainstormen en schrijf op wat je over het O weet
Stel zogenaamde topische vragen = verkennende vragen om je O in kaart te brengen
TOPISCHE VRAGEN (CURRY-SUMNER ET AL.)
Wie of wat doet het? Wie of wat is erbij betrokken?
Wat is het? Welke kenmerken heeft het?
Waar en wanneer komt het voor?
Hoe gebeurt het? Welk doel dient het? Welke taak heeft het?
Wanneer is het begonnen of beëindigd?
….
WAT DOE JE MET JE ONDERZOEKSVRAAG BIJ HET RAPPORTEREN
Formuleer een onderzoeksvraag expliciet als… een vraag
Gebruik je onderzoeksvraag als richtinggevend kompas voor onderzoek en inhoud bachelorscriptie
Introduceer je onderzoeksvraag in de inleiding van je bachelorscriptie
Werk, indien nodig, je onderzoeksvraag uit in deelvragen
Beantwoord je onderzoeksvraag in de conclusie van je bachelorscriptie
Licht je antwoord op je onderzoeksvraag toe voor de lezer als het antwoord niet het finale antwoord is
Je kan onduidelijkheden, beperkingen, … kort vermelden en suggesties geven voor verder onderzoek
Eenduidig antwoord is vaak niet mogelijk zelf nuances aanbrengen en kritische ingesteldheid tonen
4. Soorten onderzoeksvragen
Typologieën: verschillende systemen om onderzoeksvragen onder te verdelen
Vb: beschrijvende (descriptieve) en verklarende onderzoeksvragen
(b) focus op wat of hoe iets is (aspecten, eigenschappen, kenmerken, soorten)
(v) focus op waarom iets is zoals het is en hoe dat komt (achtergrond, verbanden, bronnen)
5. Eisen aan een onderzoeksvraag
Expliciet: je OV is herkenbaar als een vraag