ONDERZOEKSMETHODOLOGIE
THE FIELD OF MANAGEMENT RESEARCH
INFLUENCES ON RESEARCH
RESEARCH STRATEGIES
PRACTICAL CONSIDERATIONS
Praktische elementen die voor beperkingen zorgen
o Tijd
o Budget
o Ethiek
o Wetgeving
o Financiën
1
,CREATING BIAS
4 fasen van onderzoek
1) Ontwerp: geeft weer wat je gaat doen
2) Datacollectie: geeft weer hoe je data gaat verzameling
3) Data analyse: geeft weer wat je gaat analyseren
4) Report: hoe ga je al dit publiek maken
Probleem: fouten in het ontwerp neem je mee naar andere fasen dus je moet fouten
beperken (een zo klein mogelijke bias creëren)
RESEARCH DESIGN: “WHAT, WHY AND HOW FRAMEWORK”
Wat? Waarom?
Wat puzzelt/intrigeert me! Waar wil ik Waarom is dit interessant genoeg voor
meer over weten/ beter begrijpen? Wat anderen om gepubliceerd te worden als
zijn mijn belangrijkste onderzoeksvragen? scriptie, boek, paper, gids voor
praktijkmensen of beleidsmakers? Kan het
onderzoek worden gerechtvaardigd als
een 'bijdrage aan de kennis'?
Hoe (conceptueel) Hoe (praktisch)
Uit welke modellen, concepten en Welke onderzoeksstijlen en -technieken
theorieën kan ik putten/ontwikkelen om zal ik gebruiken om mijn conceptuele
mijn onderzoeksvragen te beantwoorden! kader toe te passen (zowel om materiaal
Hoe kunnen deze worden samengebracht te verzamelen als om het te analyseren)?
in een basisconceptueel kader om mijn Hoe krijg en houd ik toegang tot
onderzoek te sturen? informatiebronnen?
2
,TURTLE TEMPLATE
HOOFD: WELKE RICHTING GAAN WE UIT
ONTOLOGY VERSUS EPISTEMOLOGIE
Ontology: “wat is onze sociale werkelijkheid”
o Objectivisme: de sociale werkelijkheid is objectief
Je hoeft mensen niet te leren kennen om er uitspraken over te doen
Je moet er als buitenstaander ook buiten blijven om beïnvloeding te
voorkomen
Bv: graad van vermoeidheid (iedereen heeft dit op een moment)
Sociale fenomenen en hun betekenissen hebben een bestaan dat
onafhankelijk is van sociale actoren
o Constructionisme: de sociale werkelijkheid is subjectief
Sociale werkelijkheid wordt constant geconstrueerd
Sociale betekenissen worden voortdurend tot stand gebracht door sociale
actoren
Wat betekent een cijfer in tevredenheid
Kennis is onbepaald
Epistemologie: “hoe kunnen we iets weten” (kennistheorie)
o Positivisme: er is een objectieve werkelijkheid en we doen ons best om
die te meten
Voorstander van toepassing van methoden uit de natuurwetenschappen op
de studie van de sociale werkelijkheid
Houdt zich bezig met wetenschappelijke verklaringen en dus niet met
normatieve verklaringen
Sociale wetenschappen moeten zoveel mogelijk een weerspiegeling zijn
van de positieve wetenschap
Fenomenalisme: alleen fenomenen en dus zintuigelijk bevestigde kennis
kunnen werkelijk als kennis worden gerechtvaardigd
Deductivisme: het doel van theorie is het genereren van hypothesen die
getest kunnen worden
Objectivisme: wetenschap moet worden bedreven op een manier die
waardevrij is
o Interpretivisme
Er zijn verschillen tussen mensen en de objecten van de natuurwetenschap
Sociale wetenschappers moeten de subjectieve betekenis van sociale actie
begrijpen
Inductivisme: kennis wordt verkregen door het verzamelen van feiten
3
, REALISME
Natuurwetenschap en sociale wetenschappen moeten dezelfde aanpak hanteren (~
positivisme)
Empirisch realisme: de werkelijkheid kan worden begrepen door het gebruik van
geschikte methoden
Kritisch realisme
o Identificeert structuren die gebeurtenissen en discours genereren
o Structuren zijn niet spontaan zichtbaar in de observaties, ze kunnen alleen
geïdentificeerd worden door het praktische en theoretische werk
KNOWLEDGE MATRIX
Uiterste zijn positivisme en post modernisme
Links komen meer dingen voor zoals econometrie
o Econometrie is wel meer aan het opschuiven
van links naar rechts
o Laatste nobelprijs economie: mensen die de
economie iets breder trekken dan louter
positivisme
Rechts komen meer dingen voor zoals psychologie
NOG VERDER UITLEG OVER OPZOEKEN
ONTOLOGY EN EPISTEMOLOGIE : CONTINUUM
Theorie in relatie tot onderzoek
o Deductief: je gaat een bestaande theorie toepassen op een andere omgeving om
te zien of dit hetzelfde resultaat geeft
1) Theorie
2) Hypothese
3) Data verzamelen
4) Bevindingen
5) Hypothesen wordt bevestigd of verworpen
6) Herziening van de theorie
B alleen uit A afleiden, als B een formeel logisch gevolg is van A
Conclusie is gegarandeerd juist
o Inductief: je gaat “direct in het veld duiken”
1) Data verzamelen
2) Vragen stellen
3) Categorieën vormen
4) Patronen zoeken
5) Theorie ontwikkelen
6) Theorie vergelijken
Het afleiden van B uit A waarbij B niet noodzakelijk volgt uit A A kan ons een
zeer goede reden geven op B te accepteren maar het garandeert B niet
Conclusie is waarschijnlijk juist
4
THE FIELD OF MANAGEMENT RESEARCH
INFLUENCES ON RESEARCH
RESEARCH STRATEGIES
PRACTICAL CONSIDERATIONS
Praktische elementen die voor beperkingen zorgen
o Tijd
o Budget
o Ethiek
o Wetgeving
o Financiën
1
,CREATING BIAS
4 fasen van onderzoek
1) Ontwerp: geeft weer wat je gaat doen
2) Datacollectie: geeft weer hoe je data gaat verzameling
3) Data analyse: geeft weer wat je gaat analyseren
4) Report: hoe ga je al dit publiek maken
Probleem: fouten in het ontwerp neem je mee naar andere fasen dus je moet fouten
beperken (een zo klein mogelijke bias creëren)
RESEARCH DESIGN: “WHAT, WHY AND HOW FRAMEWORK”
Wat? Waarom?
Wat puzzelt/intrigeert me! Waar wil ik Waarom is dit interessant genoeg voor
meer over weten/ beter begrijpen? Wat anderen om gepubliceerd te worden als
zijn mijn belangrijkste onderzoeksvragen? scriptie, boek, paper, gids voor
praktijkmensen of beleidsmakers? Kan het
onderzoek worden gerechtvaardigd als
een 'bijdrage aan de kennis'?
Hoe (conceptueel) Hoe (praktisch)
Uit welke modellen, concepten en Welke onderzoeksstijlen en -technieken
theorieën kan ik putten/ontwikkelen om zal ik gebruiken om mijn conceptuele
mijn onderzoeksvragen te beantwoorden! kader toe te passen (zowel om materiaal
Hoe kunnen deze worden samengebracht te verzamelen als om het te analyseren)?
in een basisconceptueel kader om mijn Hoe krijg en houd ik toegang tot
onderzoek te sturen? informatiebronnen?
2
,TURTLE TEMPLATE
HOOFD: WELKE RICHTING GAAN WE UIT
ONTOLOGY VERSUS EPISTEMOLOGIE
Ontology: “wat is onze sociale werkelijkheid”
o Objectivisme: de sociale werkelijkheid is objectief
Je hoeft mensen niet te leren kennen om er uitspraken over te doen
Je moet er als buitenstaander ook buiten blijven om beïnvloeding te
voorkomen
Bv: graad van vermoeidheid (iedereen heeft dit op een moment)
Sociale fenomenen en hun betekenissen hebben een bestaan dat
onafhankelijk is van sociale actoren
o Constructionisme: de sociale werkelijkheid is subjectief
Sociale werkelijkheid wordt constant geconstrueerd
Sociale betekenissen worden voortdurend tot stand gebracht door sociale
actoren
Wat betekent een cijfer in tevredenheid
Kennis is onbepaald
Epistemologie: “hoe kunnen we iets weten” (kennistheorie)
o Positivisme: er is een objectieve werkelijkheid en we doen ons best om
die te meten
Voorstander van toepassing van methoden uit de natuurwetenschappen op
de studie van de sociale werkelijkheid
Houdt zich bezig met wetenschappelijke verklaringen en dus niet met
normatieve verklaringen
Sociale wetenschappen moeten zoveel mogelijk een weerspiegeling zijn
van de positieve wetenschap
Fenomenalisme: alleen fenomenen en dus zintuigelijk bevestigde kennis
kunnen werkelijk als kennis worden gerechtvaardigd
Deductivisme: het doel van theorie is het genereren van hypothesen die
getest kunnen worden
Objectivisme: wetenschap moet worden bedreven op een manier die
waardevrij is
o Interpretivisme
Er zijn verschillen tussen mensen en de objecten van de natuurwetenschap
Sociale wetenschappers moeten de subjectieve betekenis van sociale actie
begrijpen
Inductivisme: kennis wordt verkregen door het verzamelen van feiten
3
, REALISME
Natuurwetenschap en sociale wetenschappen moeten dezelfde aanpak hanteren (~
positivisme)
Empirisch realisme: de werkelijkheid kan worden begrepen door het gebruik van
geschikte methoden
Kritisch realisme
o Identificeert structuren die gebeurtenissen en discours genereren
o Structuren zijn niet spontaan zichtbaar in de observaties, ze kunnen alleen
geïdentificeerd worden door het praktische en theoretische werk
KNOWLEDGE MATRIX
Uiterste zijn positivisme en post modernisme
Links komen meer dingen voor zoals econometrie
o Econometrie is wel meer aan het opschuiven
van links naar rechts
o Laatste nobelprijs economie: mensen die de
economie iets breder trekken dan louter
positivisme
Rechts komen meer dingen voor zoals psychologie
NOG VERDER UITLEG OVER OPZOEKEN
ONTOLOGY EN EPISTEMOLOGIE : CONTINUUM
Theorie in relatie tot onderzoek
o Deductief: je gaat een bestaande theorie toepassen op een andere omgeving om
te zien of dit hetzelfde resultaat geeft
1) Theorie
2) Hypothese
3) Data verzamelen
4) Bevindingen
5) Hypothesen wordt bevestigd of verworpen
6) Herziening van de theorie
B alleen uit A afleiden, als B een formeel logisch gevolg is van A
Conclusie is gegarandeerd juist
o Inductief: je gaat “direct in het veld duiken”
1) Data verzamelen
2) Vragen stellen
3) Categorieën vormen
4) Patronen zoeken
5) Theorie ontwikkelen
6) Theorie vergelijken
Het afleiden van B uit A waarbij B niet noodzakelijk volgt uit A A kan ons een
zeer goede reden geven op B te accepteren maar het garandeert B niet
Conclusie is waarschijnlijk juist
4