Sarah van der Velde
Les 1 – Introductie
Familie = het concept familie is een variërend en niet strikt te definiëren
begrip (variatie over en binnen plaats en tijd), omringd door waarden en normen.
De concepten INCLUSIE, EXCLUSIE, en WEGLATING zijn hierbij belangrijk. De
omvang van wie tot een familie behoort, de normatieve verwachtingen omtrent
hoe je een familie moet vormen en het belang dat aan familie wordt gehecht
varieert over PLAATS EN TIJD.
Door studenten zijn er al veel verschillende vormen van families, maar wereldwijd
zijn er ook veel verschillende vormen. Denk je bijvoorbeeld alleen op basis van
bloedsverwanten, of op wettelijke basis? En wat als iemand is gescheiden?
Worden vrienden of familie opgenomen? En mensen die overleden zijn?
Bv. Een man van middelbare leeftijd kan misschien zeggen dat zijn broers geen
deel zijn van zijn familie. Als hij meerdere broers heeft, en hij neemt geen enkel
van hen op in zijn familie, dan gaat het wellicht over weglating, maar indien hij er
slechts één niet van opneemt, dan gaat het wellicht over exclusie..
Gezin = gezinsvormen veranderen continu waardoor een afbakening niet
mogelijk is. Erg afhankelijk van de context, maar ook van de plaats en tijd. Het
nucleaire gezin (een getrouwd of samenwonend koppel met een kind) wordt het
meest erkend als een gezin. Vaak is bloedsverwandschap, nabijheid en de waarde
die men hecht aan een gezin daar belangrijk bij.
In de sociologie is er geen definitie van een familie of gezin omdat het verschilt
per context.
Wat we wel zeggen in de sociologie dat we aan familie doen (doing family) op
een interactionele manier. Zie hieronder:
Doing family (Morgan, 1966)
Wat is doing Doing family is een perspectief van Morgan (1966) dat verwijst
family? naar de uitvoering van familierollen door middel van alledaagse
praktijken. Familie wordt gezien als dynamisch, voortdurend
geconstrueerd door sociale interacties. En verschuiving van
statistische definities van familie naar familie als een praktijk.
Het is iets wat we DOEN, eerder dan wat we zijn.
Het concept van doing family helpt ons te begrijpen hoe
familierollen en praktijken worden gevormd, maar ook hoe ze
worden uitgedaagd en veranderd.
Familie Familie is geen vaste structuur, maar een proces.
Routineactiviteiten en interacties “consituteren” de familie. Dit
gebeurt met allerlei rituele gebeurtenissen (kerst vieren).
Symbolisch Grondleggers zijn George Herbert Mead en Herbert Blumer.
interactionis
me Hoe de sociale werkelijkheid wordt geconstrueerd door
interacties en de betekenis die individuen hieraan geven.
1
, Kerkconcepten hiervan zijn:
§ Symbool. Een object, woord of handeling waaraan mensen
een specifieke betekenis toekennen. Bijv. een hand
schudden.
§ Interactie. Communicatie of wisselwerking tussen
individuen waarin betekenissen worden uitgewisseld en
gevormd.
§ Betekenisgeving. De betekenis is niet inherent aan
objecten of situaties, maar ontstaat door sociale interactie
en wordt continu herzien. Een hand schudden kan
bijvoorbeeld verschillende betekenissen geven en is
afhankelijk van de context: begroeting of afscheid,
vriendschappelijk of formeel.
De rol van Het zelf is het centrale concept dat zich vormt door de interactie
het Zelf en met anderen. Het zelf bestaat uit het spontane (I) en het
Identiteit reflectieve (Me). Me is het verleden van I.
Je identiteit is hoe een individu zichzelf ziet binnen sociale
contexten. Dit verandert voortdurend en wordt gevormd en
veranderd door interacties.
Thomas- Mensen handelen op basis van de betekenis die zij aan een
theorema bepaalde situatie toekennen. Bijvoorbeeld als mensen geloven
dat vrouwen gemaakt zijn om te zorgen, en mannen gemaakt
zijn om te werken, dan zullen ze zich ook volgens die
overtuigingen gedragen, wat dat geloof tot een realiteit maakt.
Doing Doing family bouwt voort op going gender van West &
gender Zimmerman. Een status die je moet bereiken; erkent worden als
man of als vrouw. Gender is niet iets wat we zijn, maar wat we
doen. Ook familierollen worden op vergelijkbare wijze
uitgevoerd door alledaagse interacties. Scripts en symbolen
gebruiken om te doen aan de verwachtingen. Bijvoorbeeld
gezamenlijk eten aan tafel. Familiepraktijken zijn dus een vorm
van symbolische interactie.
Kritiek Familiepraktijken kunnen sociale normen rond gender en macht
reproduceren. Een ongelijke verdeling van arbeid en zorg
binnen de familie weerspiegelt bredere maatschappelijke
ongelijkheden. Het hangt vaak samen met gender
verwachtingen en verwachtingen uit de maatschappij. Sociale
en economische veranderingen (bv. LGBTQI+ wetgeving,
geassisteerde reproductie, veranderende gendernormen)
veranderen hoe families aan “familie” doen. Ook kunnen
familiepraktijken verschillen per groep tot waar je behoort. Zie
hieronder.
!!!!!! Familiepraktijken verschillen naar klasse, religie, etniciteit, seksuele
oriëntatie etc. !!!!!!
Bijvoorbeeld, arbeidersgezinnen kunnen andere routines hebben dan
middenklassegezinnen, gebaseerd op beschikbare middelen, tijd en culturele
verwachtingen.
In sommige gezinnen is het zorgen voor de kinderen bijvoorbeeld een gedeelde
verantwoordelijkheid terwijl in andere gezinnen het meer de taak van de moeder
is. En ook is in sommige gezinnen het gebruik van kinderopvang een no go.
Wat goede familiepraktijken zijn hangt af van de groep tot waar je behoort.
2
,Er zijn heel wat normatieve ideeën rond het huwelijk. Bij het huwelijk wordt vaak
als norm gezien dat het een instituut is dat heteronormatief is en waarin kinderen
moeten geboren worden.
Heteronormativiteit =
heteronormativiteit/heteronormaliteit/heterocentrisme is het idee, de overtuiging
of aanname dat heteroseksualiteit de standaard en/of de natuurlijke toestand van
de mens is. Volgens die norm zijn er twee complementaire en tegenover elkaar
staande geslachten (of genders) met eigen sociale rollen.
De situatie in België:
→ Minder huwelijken, meer cohabitatie en meer geboortes buiten het
huwelijk
→ Toename scheiding, hertrouw en nieuw samengestelde gezinnen
→ Toename éénoudergezinnen
→ Kleinere gezinnen, minder kinderen
Bij same seks koppels is de huishoudelijke taakverdeling meer gelijk omdat de
interactie tussen hen anders is (doing family kader). Hier zijn geen/minder
traditionele familiepraktijken. Ze baseren hun rolverdeling niet op vaste
gendernormen, maar op persoonlijke voorkeuren, vaardigheden en praktische
overwegingen.
Familiebeleid = familiebeleid is dat type sociaal beleid dat gefocust is op het
ondersteunen en versterken van deze functie die gezinnen en families hebben
(reproductie, zorg, emotionele steun en intergenerationele solidariteit).
Les 2 – Historisch perspectief op familieverandering in Europa
Dit hoofdstuk gaat over hoe nuclaire gezinnen zijn opgekomen in de Europese
context.
Grand Narratives
Een specifieke vorm van een sociologische theorie dat betrekking heeft op de
industriële revolutie. De vroege sociologie heeft de neiging om geschiedenis op
te delen in periode voor en na industrialisatie. Dit komt vanuit klassieke denkers
zoals Marx en Durkheim. De opkomst van het nuclaire gezin is een uitkomst van
de industriële revolutie.
- Voordeel van deze macro-sociologische perspectieven dat het in staat is
om de grote veranderingen te beschrijven.
- Nadeel van deze macro-sociologische perspectieven is dat het verleden
vereenvoudigt als een homogene periode. Het wordt veralgemeend.
Een van de Grand Narratives is T. Parsons (1951):
Familievorm evolueert mee met veranderingen
maatschappij (= functionele fit). De familie
heeft een duidelijke functie. Parson is een
structureel functionalist. De maatschappij
bestaat uit systemen die ieder hun functie
hebben; de economie, onderwijs, religie. Maar
dus ook de familie die een functie heeft.
3
, Pre-industrieel (uitgebreide familienetwerken) en industrieel (nucleaire familie).
De functie van de familie verandert met industrialisatie. Functies van uitgebreide
familie worden overgenomen door andere instituties (gezondheidszorg,
onderwijs, politie).
Dus volgens Parsons verandert de familie met industrialisatie: de gezinnen
trokken meer naar stedelijke gebieden, gingen buitenshuis werken. Individuele
prestaties en talenten werden belangrijker op werkvlak en niet noodzakelijk
nodige functie in grote familie op platteland vervullen (ascription and nepotism).
Tijdens de pre-industriële periode waren mensen verplicht om met familieleden
samen te werken om te kunnen overleven. Familieleden verzorgden bijvoorbeeld
elkaars gezondheidszorg, onderwijs, moreel politiewerk, tewerkstelling. Tijdens
de industrialisatie hebben familieleden elkaar niet meer nodig voor deze taken.
Een groot deel van deze taken wordt overgenomen door de overheid en markt
(bv. door bedrijven, scholen, ziekenhuizen, politie, kerk = structurele
differentiatie). Volgens Parsons was deze verschuiving van verantwoordelijkheid
van het gezin naar de overheid een sociale evolutie, eerder dan een afbraak van
het bestaande sociale systeem.
Het geïsoleerde nucleaire gezin is zoals een warm bad. Het geïsoleerd nucleaire
gezin specialiseert zich in 2 functies: de primaire socialisatie en de stabilisatie
van volwassen persoonlijkheden. Het geïsoleerd nucleaire gezin
specialiseert zich dus in 2 functies volgens Parson:
1. Primaire socialisatie = socialisatie die tijdens de kinderjaren plaatsvindt.
Tijdens deze tijd wordt de persoonlijkheid van het kind in die mate
gevormd dat het de kernwaarden van de maatschappij geïnternaliseerd.
Kinderen leren normen en waarden aan waardoor de consensus en sociale
orde in de maatschappij wordt bewaard. Parsons geloofde dat
persoonlijkheden gemaakt worden en niet worden geboren. Volgens
Parsons kan een kind alleen een verantwoordelijke en effectieve sociale
volwassene worden als de ouders ervoor zorgden dat ze gesocialiseerd
worden in de gedeelde normen en waarden van de samenleving waartoe
ze behoorden (waardeconsensus). Hij zag kerngezinnen daarom als
'persoonlijkheidsfabrieken', die jonge burgers voortbrachten die toegewijd
waren aan de regels, gedragspatronen en geloofssystemen die positieve
betrokkenheid bij het sociale leven mogelijk maken. In die zin zag Parsons
het gezin als een cruciale brug die het individuele kind/de volwassene
verbindt met de bredere samenleving. Hij zag ook in het bijzonder
4