Algemene Bacteriologie
1.Introductie
Evolutie
Microbiële fossielen: eerste leven op aarde 3,5 tot 4 miljard
- Stromatolieten: afzettingsgesteenten met fossiele filamenteuze micro-organismen (cyano B)
- Fossiele microbiële matten: In getij gebieden
- Kerogen: organisch materiaal in oude gesteenten
➔ O2 productie zorgt voor ander leven
Historisch overzicht
Voor 1650: Theorie van spontane generatie (levende organisme uit niet-levend materiaal)
Overdraagzaamheid van ziekte
Vanaf 17e eeuw: Ontwikkeling microscoop (30x) waardoor cel ontdekt
Antoni van Leeuwenhoek
Lichtmicroscoop (270-480x) + Bacterieën (animalcules)
Carolus Linnaeus
Taxonomie van planten, dieren, bacteriën en classificatie
Louis Pasteur
Ziektekiemtheorie mbv pasteurisatie
a. Nonsteriele vl in fles
b. Nek van fles gebogen
c. Vl gesteriliseerd door verhitting
d. Traag afgekoeld – microorganisme vast in boog
e. Geen contact met vl: geen groei
f. Contact door te kantelen: groei van kiemen
Robert koch
Ziektekiemtheorie bevestigd met 4 postulates (voorwaarden)
- Pathogeen aanwezig in zieke organismen en afwezig in gezonde organisme
- Pathogeen kan gekweekt worden in cultuur
- Pathogeen veroorzaakt ziekte in nieuw organisme
- Geisoleerd pathogeen van nieuw ziek organisme moet hetzelfde vertonen als orgineel
Martinus Beijerinck en Sergei Winogradsky
Grondleggers ecologische bacteriologie
Domeinen van het leven
Fylogenetische stamboom: obv geconserveede rRNA-seq
- Bacteria
- Archea (= B in extreme omstandigheden)
, - Eukarya (= protisten, fungi, planten, dieren)
Groepen micro-organismen (meestalmunicellulair zonder diffrentiatie)
- Bacteria
- Archea
- Fungi
- Protiten
Cel: fundamentele eenheid van alle levende organismen
- Functioneel: metabolisme en reproductie
- Structureel: cytoplasma, DNA, celmembraan, …
Nomenclatuur micro-organismen
Naam geving: Genus (geslacht) – Species (soort)
Indeling:
Types
Stammen
Genus/ species
Familie
Orde
Klasse
Fylum
2.Morfologie bacteriën en archea
(0,3-750µm) + celgrootte en vorm genetisch/ voeding/ omgeving
Unicellulair
Gescheiden van elkaar
Aggregaten
Filamenteus, mycelium (massa van haartjes)
Pleomorfie
Verschillende vormen
Associaties
Biofilmvorming, symbiose
Verscheidene vormen
Coccen
bolvormig
- Streptococcen (slinger)
- Diplococcen (2 coccen)
- Tetrade (2x2 vierkant)
- Sarcina (2x2x2 kubus)
1.Introductie
Evolutie
Microbiële fossielen: eerste leven op aarde 3,5 tot 4 miljard
- Stromatolieten: afzettingsgesteenten met fossiele filamenteuze micro-organismen (cyano B)
- Fossiele microbiële matten: In getij gebieden
- Kerogen: organisch materiaal in oude gesteenten
➔ O2 productie zorgt voor ander leven
Historisch overzicht
Voor 1650: Theorie van spontane generatie (levende organisme uit niet-levend materiaal)
Overdraagzaamheid van ziekte
Vanaf 17e eeuw: Ontwikkeling microscoop (30x) waardoor cel ontdekt
Antoni van Leeuwenhoek
Lichtmicroscoop (270-480x) + Bacterieën (animalcules)
Carolus Linnaeus
Taxonomie van planten, dieren, bacteriën en classificatie
Louis Pasteur
Ziektekiemtheorie mbv pasteurisatie
a. Nonsteriele vl in fles
b. Nek van fles gebogen
c. Vl gesteriliseerd door verhitting
d. Traag afgekoeld – microorganisme vast in boog
e. Geen contact met vl: geen groei
f. Contact door te kantelen: groei van kiemen
Robert koch
Ziektekiemtheorie bevestigd met 4 postulates (voorwaarden)
- Pathogeen aanwezig in zieke organismen en afwezig in gezonde organisme
- Pathogeen kan gekweekt worden in cultuur
- Pathogeen veroorzaakt ziekte in nieuw organisme
- Geisoleerd pathogeen van nieuw ziek organisme moet hetzelfde vertonen als orgineel
Martinus Beijerinck en Sergei Winogradsky
Grondleggers ecologische bacteriologie
Domeinen van het leven
Fylogenetische stamboom: obv geconserveede rRNA-seq
- Bacteria
- Archea (= B in extreme omstandigheden)
, - Eukarya (= protisten, fungi, planten, dieren)
Groepen micro-organismen (meestalmunicellulair zonder diffrentiatie)
- Bacteria
- Archea
- Fungi
- Protiten
Cel: fundamentele eenheid van alle levende organismen
- Functioneel: metabolisme en reproductie
- Structureel: cytoplasma, DNA, celmembraan, …
Nomenclatuur micro-organismen
Naam geving: Genus (geslacht) – Species (soort)
Indeling:
Types
Stammen
Genus/ species
Familie
Orde
Klasse
Fylum
2.Morfologie bacteriën en archea
(0,3-750µm) + celgrootte en vorm genetisch/ voeding/ omgeving
Unicellulair
Gescheiden van elkaar
Aggregaten
Filamenteus, mycelium (massa van haartjes)
Pleomorfie
Verschillende vormen
Associaties
Biofilmvorming, symbiose
Verscheidene vormen
Coccen
bolvormig
- Streptococcen (slinger)
- Diplococcen (2 coccen)
- Tetrade (2x2 vierkant)
- Sarcina (2x2x2 kubus)