OVERZICHT VAN DE HISTORISCHE
KRITIEK
DEEL 1: DE BRON, BOUWSTOF VOOR DE KENNIS IN HET VERLEDEN
DE NOTIEBRON
Historische bronnen ‘Overblijfselen’ vs. ‘getuigenissen’
- Artefacten: materiële overblijfselen - Overblijfselen van het verleden
door de mens gemaakt (bvb. a) Materiële voorwerpen
werktuigen) b) Domein van archeologie
- Natuurlijke overblijfselen (bvb.
botten, pollen, ...) - Getuigenissen over het verleden
- Landschap a) Geschreven ‘teksten’
- Teksten b) Domein van geschiedenis
- Visuele bronnen: afbeeldingen,
schilderijen, foto, film, ... (artefact - Belangrijk onderscheidend criterium
én “verhaal”) is bewuste vs. Onbewuste creatie
- Culturele criminologie a) PV opgemaakt door politie =
bewuste creatie van
informatiebron
b) ‘unwritting testimony’ = bron
opgesteld met bepaalde intentie
bevat informatie waarnaar in
oorsprong niet zou worden
verwezen
Naar selectiviteit en betrouwbaarheid toe:
overblijfsel > getuigenis
ð Overleveringen?
o Mondeling/ schriftelijk
o Beschrijven/ geven commentaar op eenvoudige/ complexe gebeurtenissen
BRONNEN: BEWUSTE CREATIES?
Bronnen: wat, hoe, waarom?
- Niet altijd aanwezig want duidelijke functie voor tijdgenoten
o Aan historici om alles te achterhalen
1
,Intentie bronnen
- Met opzet gecreëerd met functie dagelijks leven
o Worden bron door historici
- Per ongeluk, onbewust bestaan
o Worden bron door historici, ‘onschuldig’
§ Interpretatiebronnen
• Verstoring context
• Secundaire depositie (niet op oorspronkelijke plaats)
- Ontstaan met bepaalde intentie maar andere functie door historicus
o Unwitting testimony
§ Bron opgesteld met bepaalde intentie bevat informatie waarnaar in
oorsprong niet zou worden verwezen
• Vroeger: zeldzaam want afhankelijk van apparatuur
o Staatsgreep van Tejero: op moment staatsgreep debat
op tv → weerstand tijdig & efficiënt georganiseerd
o Zapruder: filmde tijdens testen camera per ongelijk
moord op Kennedy
• Nu: explosie → vorming publieke opinie
o George Floyd → BLM
o Marteling in Amerikaanse gevangenis in Irak (Abu
Ghraib)
- Bewust gecreërde bronnen: objectief of subjectief (ook waardevol)
DE VORMEIGENSCHAPPEN
GESCHREVEN BRONNEN
Verhalende of literaire teksten en egodocumenten
- Kronieken (oude geschiedenisverhalen), godsdienstige/ geleerde traktaten, fictie
o Zegt veel over periode en cultuur
o Motieven: inlichten, opinie opdringen/ verkondigen, ontspanning
o Structuralistische visie: circulerende vertogen die onbewust zijn opgenomen
o Belangrijker: intentie auteur → te radicaal
- Egodocumenten
o Presser: doc. Waarin het ego zich (on)opzettelijk onthult of verbergt
o Jaren 50: zeer onbetrouwbaar, slechts teken toenemende individualisering
§ Eigen waarheid is ook historische waarheid maar anders dan harde
feiten
o Eeuwenoud fenomeen
o 1750 – 1850: exponentiële toename
§ Door versnelling politiek-sociale en economische ontwikkelingen
§ 2 prototypes: Rousseau en Goethe
o Niet altijd accuraat
2
, § Zelfbedrog, voorspelling latere lectuur/ontdekking, functioneel
vergeten ongepaste zaken en narcisme
§ Teleologisering (achteraf doel toekennen)
§ Rationalisatie post factum (willekeurige/ irrationele actie achteraf
rationeel voorstellen)
§ Memoires koning Leopold III
• Regelt openstaande rekeningen + herinterpreteert het
verleden in functie van latere gebeurtenissen (kent de
toekomst van het verleden)
• Niet historisch accuraat, getuigenis karakter en ingesteldheid
o Ook schilderijen
§ Zelfportretten Nussbaum: herontdekt Jood-zijn
- Faction/ autofiction
o Autobiografische elementen in fictie → zorgt voor verwarring
Diplomatische teksten
- ≠ diplomatieke (tussen landen)
- Rechtssituatie vaststellen/ creëren
o Oorkonde
§ Waarmerk
§ Doel: getuigenis voltrokken rechtshandeling/ bestaan van een
rechtsfeit → bewijs
§ Vaste vorm die wisselt in tijd en ruimte
• Protocol: naam auteur/ bestemming, begroeting, aanroepen
opperwezen
• Context: narratief deel
• Eschatocol: validatietekens, getuigen, datering
- Wetgevende activiteit, juridische uitspraak, vrijwillige rechtspraak
o Vrij afgesloten contracten
Bronnen uit de administratieve praktijk (= bronnen van sociale boekhouding)
- Schriftelijke neerslag
o Uitvoerende macht
o Beheer administraties, ondernemingen, verenigingen
- Bronnen uit de economische, politieke, financiële of gerechtelijke praktijk
o Verslag opdracht, vergadering, zakenbeleid
o Overzicht fiscale, sociale, politieke en bezitsstructuur
ONGESCHREVEN BRONNEN
Materiële voorwerpen
- Archeologische sporen
o Spoor menselijke activiteit
o Spoor onder oppervlak (opgravingen of niet-invasieve methode)
o Info cultuurgroep, leefpatroon, kunst, verbindingswegen…
3
, o Soms slechts grondverkleuring → vanaf blootlegging uitgewist
o Ook bron niet materiële aspecten
§ Palast der Republik vervangen door Stadschloss → symbool DDR
vervangen door symbool macht koningen en keizers
- Munten
- Afbeeldingen (handmatig en mechnaisch)
Orale tradities
- Uit alle tijden en werelddelen
- Vaak verschillende auteurs/ dichters/ zangers (Homeros) want gewijzigd doorheen
opvoeringen/ generaties
- Zuiver oraal → niet meer
o Interview
o Oude tradities neergeschreven/ opgenomen
ONDERSCHEID TUSSEN BRON EN HISTORISCH WERK
Bron
- Iets uit verleden waarop historicus steunt, levert bewijs voor geschiedenis
Historisch werk
- Resultaat geschiedkundig onderzoek, bewijsvoering over gebeurtenis
o Dagboek Galbert van Brugge
§ Over impact gebeurtenissen die hij meemaakt: moord Graaf van
Vlaanderen
• Opvolgingscrisis
§ Later om rechtssysteem, mentaliteit en wereldbeeld 12e eeuw te
analyseren
Informatie
- Primair: direct
- Secundair: indirect → minder zekerheid → vaak deductie
Primaire bron (historische bron) Secundaire bron (historisch werk)
Rechtstreekse informatie: link tussen Op basis van primaire bronnen:
observatie en neerschrijven onrechtstreekse link tussen observatie en
neerschrijven
“Gelijktijdig met gebeurtenis”
Bevat een niveau van reflectie en
Bijvoorbeeld: interpretatie
a) Proces-verbaal van politie
b) Briefwisseling procureur des Konings Typisch voorbeeld: publicatie door
met gerechtelijke politie criminologische onderzoekers over
criminaliteit op basis van primaire bronnen.
4
KRITIEK
DEEL 1: DE BRON, BOUWSTOF VOOR DE KENNIS IN HET VERLEDEN
DE NOTIEBRON
Historische bronnen ‘Overblijfselen’ vs. ‘getuigenissen’
- Artefacten: materiële overblijfselen - Overblijfselen van het verleden
door de mens gemaakt (bvb. a) Materiële voorwerpen
werktuigen) b) Domein van archeologie
- Natuurlijke overblijfselen (bvb.
botten, pollen, ...) - Getuigenissen over het verleden
- Landschap a) Geschreven ‘teksten’
- Teksten b) Domein van geschiedenis
- Visuele bronnen: afbeeldingen,
schilderijen, foto, film, ... (artefact - Belangrijk onderscheidend criterium
én “verhaal”) is bewuste vs. Onbewuste creatie
- Culturele criminologie a) PV opgemaakt door politie =
bewuste creatie van
informatiebron
b) ‘unwritting testimony’ = bron
opgesteld met bepaalde intentie
bevat informatie waarnaar in
oorsprong niet zou worden
verwezen
Naar selectiviteit en betrouwbaarheid toe:
overblijfsel > getuigenis
ð Overleveringen?
o Mondeling/ schriftelijk
o Beschrijven/ geven commentaar op eenvoudige/ complexe gebeurtenissen
BRONNEN: BEWUSTE CREATIES?
Bronnen: wat, hoe, waarom?
- Niet altijd aanwezig want duidelijke functie voor tijdgenoten
o Aan historici om alles te achterhalen
1
,Intentie bronnen
- Met opzet gecreëerd met functie dagelijks leven
o Worden bron door historici
- Per ongeluk, onbewust bestaan
o Worden bron door historici, ‘onschuldig’
§ Interpretatiebronnen
• Verstoring context
• Secundaire depositie (niet op oorspronkelijke plaats)
- Ontstaan met bepaalde intentie maar andere functie door historicus
o Unwitting testimony
§ Bron opgesteld met bepaalde intentie bevat informatie waarnaar in
oorsprong niet zou worden verwezen
• Vroeger: zeldzaam want afhankelijk van apparatuur
o Staatsgreep van Tejero: op moment staatsgreep debat
op tv → weerstand tijdig & efficiënt georganiseerd
o Zapruder: filmde tijdens testen camera per ongelijk
moord op Kennedy
• Nu: explosie → vorming publieke opinie
o George Floyd → BLM
o Marteling in Amerikaanse gevangenis in Irak (Abu
Ghraib)
- Bewust gecreërde bronnen: objectief of subjectief (ook waardevol)
DE VORMEIGENSCHAPPEN
GESCHREVEN BRONNEN
Verhalende of literaire teksten en egodocumenten
- Kronieken (oude geschiedenisverhalen), godsdienstige/ geleerde traktaten, fictie
o Zegt veel over periode en cultuur
o Motieven: inlichten, opinie opdringen/ verkondigen, ontspanning
o Structuralistische visie: circulerende vertogen die onbewust zijn opgenomen
o Belangrijker: intentie auteur → te radicaal
- Egodocumenten
o Presser: doc. Waarin het ego zich (on)opzettelijk onthult of verbergt
o Jaren 50: zeer onbetrouwbaar, slechts teken toenemende individualisering
§ Eigen waarheid is ook historische waarheid maar anders dan harde
feiten
o Eeuwenoud fenomeen
o 1750 – 1850: exponentiële toename
§ Door versnelling politiek-sociale en economische ontwikkelingen
§ 2 prototypes: Rousseau en Goethe
o Niet altijd accuraat
2
, § Zelfbedrog, voorspelling latere lectuur/ontdekking, functioneel
vergeten ongepaste zaken en narcisme
§ Teleologisering (achteraf doel toekennen)
§ Rationalisatie post factum (willekeurige/ irrationele actie achteraf
rationeel voorstellen)
§ Memoires koning Leopold III
• Regelt openstaande rekeningen + herinterpreteert het
verleden in functie van latere gebeurtenissen (kent de
toekomst van het verleden)
• Niet historisch accuraat, getuigenis karakter en ingesteldheid
o Ook schilderijen
§ Zelfportretten Nussbaum: herontdekt Jood-zijn
- Faction/ autofiction
o Autobiografische elementen in fictie → zorgt voor verwarring
Diplomatische teksten
- ≠ diplomatieke (tussen landen)
- Rechtssituatie vaststellen/ creëren
o Oorkonde
§ Waarmerk
§ Doel: getuigenis voltrokken rechtshandeling/ bestaan van een
rechtsfeit → bewijs
§ Vaste vorm die wisselt in tijd en ruimte
• Protocol: naam auteur/ bestemming, begroeting, aanroepen
opperwezen
• Context: narratief deel
• Eschatocol: validatietekens, getuigen, datering
- Wetgevende activiteit, juridische uitspraak, vrijwillige rechtspraak
o Vrij afgesloten contracten
Bronnen uit de administratieve praktijk (= bronnen van sociale boekhouding)
- Schriftelijke neerslag
o Uitvoerende macht
o Beheer administraties, ondernemingen, verenigingen
- Bronnen uit de economische, politieke, financiële of gerechtelijke praktijk
o Verslag opdracht, vergadering, zakenbeleid
o Overzicht fiscale, sociale, politieke en bezitsstructuur
ONGESCHREVEN BRONNEN
Materiële voorwerpen
- Archeologische sporen
o Spoor menselijke activiteit
o Spoor onder oppervlak (opgravingen of niet-invasieve methode)
o Info cultuurgroep, leefpatroon, kunst, verbindingswegen…
3
, o Soms slechts grondverkleuring → vanaf blootlegging uitgewist
o Ook bron niet materiële aspecten
§ Palast der Republik vervangen door Stadschloss → symbool DDR
vervangen door symbool macht koningen en keizers
- Munten
- Afbeeldingen (handmatig en mechnaisch)
Orale tradities
- Uit alle tijden en werelddelen
- Vaak verschillende auteurs/ dichters/ zangers (Homeros) want gewijzigd doorheen
opvoeringen/ generaties
- Zuiver oraal → niet meer
o Interview
o Oude tradities neergeschreven/ opgenomen
ONDERSCHEID TUSSEN BRON EN HISTORISCH WERK
Bron
- Iets uit verleden waarop historicus steunt, levert bewijs voor geschiedenis
Historisch werk
- Resultaat geschiedkundig onderzoek, bewijsvoering over gebeurtenis
o Dagboek Galbert van Brugge
§ Over impact gebeurtenissen die hij meemaakt: moord Graaf van
Vlaanderen
• Opvolgingscrisis
§ Later om rechtssysteem, mentaliteit en wereldbeeld 12e eeuw te
analyseren
Informatie
- Primair: direct
- Secundair: indirect → minder zekerheid → vaak deductie
Primaire bron (historische bron) Secundaire bron (historisch werk)
Rechtstreekse informatie: link tussen Op basis van primaire bronnen:
observatie en neerschrijven onrechtstreekse link tussen observatie en
neerschrijven
“Gelijktijdig met gebeurtenis”
Bevat een niveau van reflectie en
Bijvoorbeeld: interpretatie
a) Proces-verbaal van politie
b) Briefwisseling procureur des Konings Typisch voorbeeld: publicatie door
met gerechtelijke politie criminologische onderzoekers over
criminaliteit op basis van primaire bronnen.
4