Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting management van de gezondheidszorg (1e Master RevaKi)

Note
-
Vendu
-
Pages
45
Publié le
05-08-2025
Écrit en
2025/2026

Dit is een samenvatting van het boek 'Management en Beleid in de gezondheidszorg : een wegwijs voor zorgverleners' van Walter Sermeus et al.












Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Publié le
5 août 2025
Nombre de pages
45
Écrit en
2025/2026
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Introductie in Management
Over plannen, organiseren, leidinggeven en
beheersen

Hoofdstuk 1: De organisatie
1.1 Wat zijn organisaties?
1.1.1 Hoe herken je organisaties?
Definitie: “een menselijke samenwerking die blijvend is”.

Een organisatie heeft de volgende kenmerken:
1. Er is sprake van samenwerking door mensen
2. aan een gemeenschappelijk doel
3. met de bedoeling de organisatie voor te laten bestaan

1. Samenwerking door mensen
- Synergie-effect: het resultaat van het totale samenwerkingsverband is groter dan de optelling
van de individuele prestaties. Anders gezegd, het effect van samenwerking tussen (groepen)
mensen is groter is dan wat elk van de samenwerkende partijen afzonderlijk zou kunnen
bereiken.
- Schaaleffect: het heeft economisch gezien (meer) zin om ergens in te investeren als er meer
mensen in samenwerken. Een voorbeeld is een groter inkoopvolume waardoor betere
condities verkregen kunnen worden met leveranciers.
2. Gemeenschappelijk doel. Organisaties hebben 2 hoofddoelen:
- Financiële winst
o Als men doet wat de klant wil zal de klant blijven kopen => commerciële groep
- Maatschappelijke winst
o Doelgroep => gezondheid, geluk, welzijn, educatie
o ‘Donor’ => overheid: subsidies
3. Het streven naar het voortbestaan van de organisatie
- Lange termijn <> korte termijn beslissingen
o Vooral lange termijn
o Korte termijn eerder project
- Externe hoofddoelstelling: het voorzien in maatschappelijke behoeftes (als er namelijk niemand
op je product of dienst zit te wachten, is je organisatie ten dode opgeschreven).

Verschil organisatie en project
§ Organisatie = werken samen aan gemeenschappelijk doel, en dat doel is het voortbestaan
van de organisatie
§ Project = een proces waarbij binnen een bepaalde tijd wordt toegewerkt naar een gesteld
doel (project gedaan -> samenwerking ook gedaan)

1.1.2 Verschillende betekenissen van het begrip organisatie
§ Functioneel: het effectief op elkaar afstemmen van activiteiten
Bijv. de organisatie van een feest door een paar mensen
§ Institutioneel: de organisatie als instituut (naam, adres…).
Bijv. Philips met hoofdkantoor in Amsterdam
§ Instrumenteel: De manier waarop men de zaak geregeld heeft in organisatie
Bijv. het afstemmen van zaken, taakverdeling,, de afdelingen die gecreëerd zijn, de structuur…)




1

,1.1.3 (het verschil tussen) Organisatie, bedrijf & onderneming

- Organisatie: een menselijk samenwerkingsverband dat doelgericht en blijvend is. Een
organisatie is NIET noodzakelijk een bedrijf of onderneming.
- Bedrijf: organisaties die goederen en/of diensten maken om deze op een afzetmarkt te
verkopen. Er zijn 2 type bdrijven:
o Met winstoogmerk
o Zonder winstoogmerk
- Onderneming: een bedrijf met winstoogmerk, bijv Coca-Cola, P&G

Bijv Amnesty international, de belastingdienst of de volleybalclub: weliswaar organisaties, maar
verkopen geen goederen/diensten en dus geen bedrijf

o Enkel doel financiële winst maken
1.1.4 Juridische keuzen ten aanzien van de organisatie
o Enkel doel financiële winst maken
We kennen de volgende rechtsvormen voor natuurlijke personen (mensen van vlees en
bloed):
§ Eenmanszaak: hierbij is de eigenaar met zijn gehele privévermogen aansprakelijk
voor schulden in de zaak
§ Maatschap: veelal gebruikt door beoefenaren van een vrij beroep
§ Vennootschap onder firma (VOF) – vaak firma genoemd. Een
samenwerkingsverband tussen 2 of meer personen. Zij zijn allemaal aansprakelijk
voor de schuld van de VOF met hun privévermogen
§ Commanditaire vennootschap (CV). Vergelijkbaar met de firma, maar het
verschil is dat er sprake is van actieve en stille vennoten (de laatste brengen
alleen geld in als financier, maar werken niet mee in de organisatie).

Voor rechtspersonen (= rechtsvormen voor instanties) komen we de volgende
rechtsvormen tegen:
§ Naamloze vennootschap (NV) – aandelen aan toonder
§ Besloten vennootschap (BV) – aandelen op naam
§ Coöperatieve vennootschap (CV) – vereniging van leden die hetzelfde doel
nastreven, bijvoorbeeld gezamenlijke inkoop van producten bij winkeliers


1.2 Hoe werken organisaties en wat heb je er aan?
1.2.1 Het transformatieproces

Input Verwerking/transformatie Output

Bijv: Grondstoffen Bouwen naar auto Auto (verkoop)

Input:
§ Materialen
§ Middelen (menselijke arbeid, geld,
investeringen etc)
§ Overige factoren (wetgeving, klimaat)

Output:
§ Gewenste output – het gewenste
resultaat van het transformatieproces:
Verkoopbare producten
§ Ongewenste output – een probleem
dat meekomt met de gewenste output
zoals afval, vervuiling, verspilling,
onverkoopbare producten




2

,1.2.2 Omgevingsinvloeden
Enkele omgevingsinvloeden op je transformatieproces:
§ Het loonpeil van de regio of het land waar je zit
§ De locatie waar je zit (als je zeeschepen bouwt, is het logistiek handiger deze in
de buurt van een haven in elkaar te zetten)
§ Milieu of andere wettelijke eisen
§ Beschikbaarheid van arbeidskrachten (zowel qua kosten (arbeiders) als
kenniswerkers)

Er zijn 3 schillen te herkennen in de omgeving van de organisatie (Stoner & Freeman,
2002):
1. Interne belanghebbenden: partijen die een direct belang hebben bij de
organisatie (werknemers, aandeelhouders, raad van bestuur)
2. Externe belanghebbenden: partijen die geen onderdeel van de organisatie zijn,
maar er wel een duidelijk belang bij hebben (klanten, leveranciers, concurrenten,
overheid, pressiegroepen, media, vakbonden en banken)
3. Indirecte omgeving: de algemene omgevingsvariabelen die van invloed zijn op de
organisatie, de zogeheten DESTEMP-variabelen
• Demografische variabelen: omvang, groei en samenstelling van de bevolking
• Economische variabelen: besteedbaar inkomen, loonkosten, conjunctuur,
bereidheid van investeerders om geld te lenen
• Sociale variabelen: kinderopvang, % tweeverdieners, # uur dat mensen willen
werken, sociale zorg van de staat
• Technologische variabelen: stand van de techniek
• Ecologische variabelen: hoe gaat het land of de regio waar de organisatie zich
bevindt om met het milieu?
• Markt- en bedrijfstak variabelen: de omvang van de markt waarop de organisatie
actief is, concurrentie, stand van zaken in de bedrijfstak
• Politieke variabelen: wetgeving, bemoeit de overheid zich met de economie en
marktverhoudingen?

De organisatie zal zich bewust moeten zijn van de omgeving en deze moeten kennen.
Ze zal keuzes moeten maken ten aanzien van de omgeving (waar vestigen we ons, waar
produceren we, etc). Ze zal ook moeten proberen de omgeving te beïnvloeden.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaam ondernemen of
maatschappelijk ondernemen is een vorm van ondernemen gericht op zowel
economische prestaties (profit), met respect voor de sociale kant (people) en binnen
ecologische randvoorwaarden (planet): de 3P of PPP-benadering.

Cradle-to-cradle is een benadering waarbij aandacht is voor de levencyclus voor de
totale keten, een kringloop waarbij ‘afval = voedsel’.

1.2.3 Hiërarchie en arbeidsverdeling in organisaties
In organisaties met méér dan één persoon moet arbeid (werk) verdeeld worden en
afspraken gemaakt worden over wie wat doet. Er is een onderverdeling in:
- Horizontale verdeling: verdeling in delen van hetzelfde niveau
- Verticale verdeling: hiërarchisch niveauverschil – de een wordt leidinggevende
van de ander.

Veelal zorgt een verticale arbeidsverdeling voor een piramidevormige organisatie.
Hiërarchisch hoger geplaatsten hebben hierin doorgaan meer macht, loon en invloed
op de organisatie. Ze zullen meer vrijheid hebben, grotere verantwoordelijkheid en zich
meer op de lange termijn van de organisatie richten.




3

, 1.2.4 Wat heb je aan organisaties?
Organisaties bestaan bij de gratie van het synergie-effect: doordat mensen
samenwerken, bereiken ze meer dan dat ze alleen zouden bereiken. Andere pluspunten:
- Sociale contacten: mensen vinden het prettig met collega’s samen te werken
- Identificatie met de organisatie
- Verbinding: soms worden we vrijwillig lid van een organisatie omdat we erbij
willen horen.
Mensen gaan met hun organisatie, werkgever ene psychologisch contract aan: naast
loon voor werken is er ook de uitdaging, zichzelf willen kunnen verbeteren/ontwikkelen,
mensen ontmoeten, waardering krijgen, etc.


1.3 Management in organisaties
1.3.1 Management in lagen
Management wordt doorgaans uitgevoerd door de manager, die aan het hoofd staat
van een groep mensen, een afdeling of een complete organisatie. We kennen 3
management niveaus:
1. Topmanagement – formuleert de overall doelen van de organisatie, bepaalt de
koers, stuurt middenmanagement aan en draagt de eindverantwoordelijkheid.
§ Alle C’s (CEO, COO, CFO … )
§ Strategisch denken op LT
§ Conceptual skills
2. Middenmanagement – vertaalt de strategische
doelen van de top in tactische doelen voor de
middellange termijn, heeft een specifieker
aandachtsterrein dan de top, maar richt zich opeen
breder terrein dan de operationele manager.
§ Tactisch denken = het ‘hoe’ verhaal vervullen
§ Human skills
3. Operationeel management – staat net boven het
uitvoerend personeel, plant/verdeelt het werk en
informeert uitvoerend personeel over
beleidsbesluiten van de top en
middenmanagement over wat leeft bij het
uitvoerend personeel.
§ Alles wat zich bezighoudt met het dagdagelijks
management
§ Sturen rechtstreeks de uitvoerders aan
§ Technical skills

1.3.2 Managementvaardigheden
Er worden een viertal vaardigheden onderscheiden die een goede manager moet
bezitten:
1. Conceptuele vaardigheden: op creatieve wijze zelfstandig ideeën kunnen
ontwikkelen die oplossingen moeten bieden voor gerezen problemen of kansen
2. Communicatieve vaardigheden: overbrengen en ontvangen van informatie,
gedachten en gevoelens
3. Interpersoonlijke vaardigheden: leiden, motiveren, conflicten oplossen en
samenwerken
4. Technische vaardigheden: toepassen van methoden, procedures en technieken
voor een bepaald werkterrein.

Naar mate je hoger in de hiërarchie komt (hogere managementlaag), neemt de
behoefte aan technische vaardigheden af, maar de behoefte aan conceptuele
vaardigheden toe.


4
€8,94
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
rensmelio Katholieke Hogeschool Leuven
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
8
Membre depuis
8 mois
Nombre de followers
0
Documents
4
Dernière vente
3 mois de cela

5,0

2 revues

5
2
4
0
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions