FILOSOFIE
INHOUDSOPGAVE
DEEL 1: LEVEN IN DE MODERENE MAATSCHAPPIJ 4
Inleiding: Wat is Filosofie? 4
Hoofdstuk 1.1 Het moderne wereldbeeld 4
1.1.1 Het individu komt centraal te staan 4
1.1.2 Een nieuw wereldbeeld en wetenschapsmodel 6
1.1.3 de moderne ervaring van het absurde – albert Camus 8
1.1.4 de uitdaging van de moderniteit 9
Hoofdstuk 1.2 de ambivalentie van de moderne economie 9
1.2.1 Karl Marx over vervreemding en fetisjisme 9
1.2.2 Max Weber: de triomf van de doelrationaliteit (1864-1920) 12
1.2.3 Jürgen Habermas: de kolonisering van de leefwereld 15
Hoofdstuk 1.3 moderniteit en de zoektocht naar het authentieke leven 16
1.3.1 kierkegaard (1813-1855) 17
1.3.2 Heidegger: ‘sein zum tode’ 18
DEEL 2: FILOSOFIE VAN DE WETENSCHAPPELIJKE KENNIS 22
Hoofdstuk 2.1 Het probleem van inductie: David Hume (1711-1776) 22
Hoofdstuk 2.2 Falsifationisme: Karl Popper (1902-1994) 24
DEEL 3: ETHISCHE THEORIËEN 26
Hoofdstuk 3.1 Ethiek en het bedrijfsleven 26
Hoofdstuk 3.2 Utilitarisme als deel van consequentialisme) 27
Utilitarisme: The greatest happiness fort he greatest number 27
Kritische bedenkingen bij het utilitarisme 30
1
,Hoofdstuk 3.3 Kants deontologie 31
1 inleiding 32
het zedelijk bewustzijn 32
plicht 33
De goede wil volgt de morele wet (imperatieven) 34
formuleringen Categorische imperatief 34
Postulaten van de praktische rede (= de rationaliteit die aantoont hoe ik moet handelen, wat
moreel handelen is) 36
Kant- kwis 37
kritieken 38
3.4 Deugdethiek 39
Aristoteles (384-322 V. Chr.) 39
Alasdeir macintyre: deugdethiek 40
3.5 Zorgethiek 41
DEEL 4 FILOSOFISCHE REFLECTIES OVER MAATSCHAPPELIJKE THEMA’S 44
Hoofdstuk 4.1 eigendom en belastingen 44
Hoofdstuk 4.2 John Rawls (1921-2002) een theorie van rechtvaardigheid 44
Basisstructuren van de samenleving (staat, economie, recht) 44
De samenleving als gebaseerd op een contract 45
‘Oorspronkelijke positie’ (OP) 45
Primaire sociale goederen 46
Principes van rechtvaardigheid 47
Verdeling van talenten 49
Sociaal- economisch systeem (kort over gegaan) 49
Hoofdstuk 4.3 Rechtvaardigheid in discussie met Rawls 51
RObert Nozick (1938-2002) 51
Ronald Dworkin (1931-2013) 52
Hoofdstuk 4.4 democratie 55
Wat is democratie? 55
Aggregatief model van democratie 55
2
,Deliberatieve democratie 55
Kritiek van het consensusdenken 57
Agonistische democratie 58
Crisis van de democratie 58
3
, DEEL 1: LEVEN IN DE MODERENE MAATSCHAPPIJ
INLEIDING: WAT IS FILOSOFIE?
“Filosofie begint waar onze leefwereld zijn evidentie verliest”
Oorsprong:
Oude Grieken
Oorspronkelijk: mythes geven in verhalende vorm betekenis en zin aan de grondfenomenen
van het bestaan
MAAR: wetenschappelijke, politieke en culturele ontwikkelingen, ontstaan democratie (veel
morele en politieke vragen), contact met niet-Griekse volkeren (uitdaging eigen wereldbeeld)
-> mythes verliezen hun geloofwaardigheid - nieuwe verklarende methode: FILOSOFIE
Start: bij een sociaal, politiek of existentieel probleem <-> tot andere kennisdomeinen (eco, fysica, architectuur, recht)
• Geen expert (eigen antwoorden formuleren)
• Geen vooruitgang (vragen worden meerdere keren herhaald)
Filosofie: Er gebeurt iets dat ons intuïtief begrip uitdaagt en filosofie zorgt voor een rationeel herstel
van ons begrip van de wereld. Radicaal, kritische reflectie
o Radicaal: op zoek naar wortel of het fundament van het probleem
o Kritisch: enkele rationele argumenten zijn geldig (geen autoriteitsargumenten)
Reflectie: filosofie reageert op veranderingen in de sociale wereld die voortdurend in ontwikkeling is
➔ Filosofie tracht rationele verklaringen te geven op existentiële, sociale, politieke problemen
door een fundamentele reflectie
HOOFDSTUK 1.1 HET MODERNE WERELDBEELD
1.1.1 HET INDIVIDU KOMT CENTRAAL TE STAAN
Bv. Aardbeving Lissabon (1755): op dat moment rijke stad door kolonies – ultraramp aardbeving+
tsunami + brand (door kaarsen) – hoe komt het dat zo’n rijke stad zo wordt geraakt?
1. God heeft Lissabon gestraft voor eigen zonden
2. Voorkomst van de Messias (algehele verlossing)
-> Vragen: Waarom op 1 november? Waarom de prostitutiewijk niet geraakt en de kerken wel?
4
INHOUDSOPGAVE
DEEL 1: LEVEN IN DE MODERENE MAATSCHAPPIJ 4
Inleiding: Wat is Filosofie? 4
Hoofdstuk 1.1 Het moderne wereldbeeld 4
1.1.1 Het individu komt centraal te staan 4
1.1.2 Een nieuw wereldbeeld en wetenschapsmodel 6
1.1.3 de moderne ervaring van het absurde – albert Camus 8
1.1.4 de uitdaging van de moderniteit 9
Hoofdstuk 1.2 de ambivalentie van de moderne economie 9
1.2.1 Karl Marx over vervreemding en fetisjisme 9
1.2.2 Max Weber: de triomf van de doelrationaliteit (1864-1920) 12
1.2.3 Jürgen Habermas: de kolonisering van de leefwereld 15
Hoofdstuk 1.3 moderniteit en de zoektocht naar het authentieke leven 16
1.3.1 kierkegaard (1813-1855) 17
1.3.2 Heidegger: ‘sein zum tode’ 18
DEEL 2: FILOSOFIE VAN DE WETENSCHAPPELIJKE KENNIS 22
Hoofdstuk 2.1 Het probleem van inductie: David Hume (1711-1776) 22
Hoofdstuk 2.2 Falsifationisme: Karl Popper (1902-1994) 24
DEEL 3: ETHISCHE THEORIËEN 26
Hoofdstuk 3.1 Ethiek en het bedrijfsleven 26
Hoofdstuk 3.2 Utilitarisme als deel van consequentialisme) 27
Utilitarisme: The greatest happiness fort he greatest number 27
Kritische bedenkingen bij het utilitarisme 30
1
,Hoofdstuk 3.3 Kants deontologie 31
1 inleiding 32
het zedelijk bewustzijn 32
plicht 33
De goede wil volgt de morele wet (imperatieven) 34
formuleringen Categorische imperatief 34
Postulaten van de praktische rede (= de rationaliteit die aantoont hoe ik moet handelen, wat
moreel handelen is) 36
Kant- kwis 37
kritieken 38
3.4 Deugdethiek 39
Aristoteles (384-322 V. Chr.) 39
Alasdeir macintyre: deugdethiek 40
3.5 Zorgethiek 41
DEEL 4 FILOSOFISCHE REFLECTIES OVER MAATSCHAPPELIJKE THEMA’S 44
Hoofdstuk 4.1 eigendom en belastingen 44
Hoofdstuk 4.2 John Rawls (1921-2002) een theorie van rechtvaardigheid 44
Basisstructuren van de samenleving (staat, economie, recht) 44
De samenleving als gebaseerd op een contract 45
‘Oorspronkelijke positie’ (OP) 45
Primaire sociale goederen 46
Principes van rechtvaardigheid 47
Verdeling van talenten 49
Sociaal- economisch systeem (kort over gegaan) 49
Hoofdstuk 4.3 Rechtvaardigheid in discussie met Rawls 51
RObert Nozick (1938-2002) 51
Ronald Dworkin (1931-2013) 52
Hoofdstuk 4.4 democratie 55
Wat is democratie? 55
Aggregatief model van democratie 55
2
,Deliberatieve democratie 55
Kritiek van het consensusdenken 57
Agonistische democratie 58
Crisis van de democratie 58
3
, DEEL 1: LEVEN IN DE MODERENE MAATSCHAPPIJ
INLEIDING: WAT IS FILOSOFIE?
“Filosofie begint waar onze leefwereld zijn evidentie verliest”
Oorsprong:
Oude Grieken
Oorspronkelijk: mythes geven in verhalende vorm betekenis en zin aan de grondfenomenen
van het bestaan
MAAR: wetenschappelijke, politieke en culturele ontwikkelingen, ontstaan democratie (veel
morele en politieke vragen), contact met niet-Griekse volkeren (uitdaging eigen wereldbeeld)
-> mythes verliezen hun geloofwaardigheid - nieuwe verklarende methode: FILOSOFIE
Start: bij een sociaal, politiek of existentieel probleem <-> tot andere kennisdomeinen (eco, fysica, architectuur, recht)
• Geen expert (eigen antwoorden formuleren)
• Geen vooruitgang (vragen worden meerdere keren herhaald)
Filosofie: Er gebeurt iets dat ons intuïtief begrip uitdaagt en filosofie zorgt voor een rationeel herstel
van ons begrip van de wereld. Radicaal, kritische reflectie
o Radicaal: op zoek naar wortel of het fundament van het probleem
o Kritisch: enkele rationele argumenten zijn geldig (geen autoriteitsargumenten)
Reflectie: filosofie reageert op veranderingen in de sociale wereld die voortdurend in ontwikkeling is
➔ Filosofie tracht rationele verklaringen te geven op existentiële, sociale, politieke problemen
door een fundamentele reflectie
HOOFDSTUK 1.1 HET MODERNE WERELDBEELD
1.1.1 HET INDIVIDU KOMT CENTRAAL TE STAAN
Bv. Aardbeving Lissabon (1755): op dat moment rijke stad door kolonies – ultraramp aardbeving+
tsunami + brand (door kaarsen) – hoe komt het dat zo’n rijke stad zo wordt geraakt?
1. God heeft Lissabon gestraft voor eigen zonden
2. Voorkomst van de Messias (algehele verlossing)
-> Vragen: Waarom op 1 november? Waarom de prostitutiewijk niet geraakt en de kerken wel?
4