Levenslooppsychologie
Hoofdstuk 0: inleiding
1. Korte omschrijving
= deelwetenschap psychologie
Psychische veranderingen
Ieder persoon uniek
- Aantal algemeenheden en wetmatigheden doorheen de ontwikkeling
Levenslooppsychologie = nadruk hoe we binnen gemeenschappelijke
veranderingen bepaald worden door omstandigheden, maatschappelijke
context en hoe we hierop reageren.
2. Rijping, aanleg en ervaring
Met verschillende brillen kijken naar een individu
- Leeftijd geen rechtstreekse invloed is een soort referentie
Rijping= groeien, meer zenuwcellen verkrijgen
Meer mogelijkheden om ervaringen op te doen
Stimuleren uiteindelijk onze ontwikkeling
Rijpingsmogelijkheid is een deel aanleg vanuit genetisch materiaal
2.1. biologisch geïntegreerde theorieën
- lang met kind alleen onderzocht
uitgangspunt: ontwikkeling is een endogeen gestuurd, fysiologisch
rijpingsproces
- erfelijkheid bepaald volledig
- milieu enkel gunstig of ongunstig voegt niets essentieel toe
psychomotorische ongeveer gelijk aan hersencentra ontwikkeling
Arnold Gesell
- aan dingen toe als ze er zelf rijp voor zijn
- zelfregulatie aanwezig (grote mate)
2.2. milieu theorieën
- jaren 60
- milieu beklemtonend voor ontwikkeling
- genetica als mogelijkheid in bijsturen van de ontwikkeling
2.2.1. culturele antropologie
hoe mensen werden ingeleid in culturele gewoontes en waarden
- verschijnselen niet algemeen
- medebepaald door cultuur
Margaret MEAD
Seksuele ontwikkeling bij volwassenen onderzocht
- milieu op voorgrond
- geen kwestie van rijping maar van psychosociale ervaringsprocessen
- ontwikkeling bekijken vanuit culturele eisen en verwachtingen
, 2.2.2. leerpsychologie
ontwikkeling= aaneenschakeling van sociale leerprocessen
- ervaring opdoen en hierdoor gedragingen uiten reptorium van
vaardigheden
instrumenteel of operant leren gedrag opnieuw door bevestiging/
bekrachting
mondeling en imitatie observeren en erna zelfde gedrag stellen/
aannemen
2.3. interactiemodel
aanleg of milieu
- beide factoren tegenwoordig samengebracht interactionisme
- complexe wisselwerking
o ontwikkelende kind heeft inbreng
o hoe beter omgeving erbij past, hoe soepeler de ontwikkeling
- kind en omgeving gaan samen de ontwikkeling aan
o lokken gedrag uit bij elkaar
PLOMIN
Passief = kind ondergaat milieu, hoofdzakelijk gemaakt door de ouders.
- Milieu sluit aan bij de aanleg van de ouders (meestal goed bij kind)
Evocatief= kind zijn aard roept reacties op in omgeving
- Schept zelf de omgeving
Actief= nemen omgeving op eigen manier waar
- Eigen constructie
- Reageren op voor wat we open staan
- Bouwen een milieu op aansluitend op onze aanleg
Passief zou overhand hebben eerste jaren, met ouder worden
geleidelijk aan de actieve vorm
3. Ontwikkeling, geleidelijk of stapsgewijs
Tijd is essentieel in de ontwikkeling
- Nadruk continuïteit blijven altijd een beetje hetzelfde
- Eerste 6 meest belangrijk fundament voor verdere ontwikkeling
Vaste indeling in fasen niet vanzelfsprekend
- Prenatale fase
- Babyleeftijd (0-1.5j)
- Peuterleeftijd (1.5-3j)
- Kleuterleeftijd (3-6j)
- Lagere schoolleeftijd (6-12j)
- Adolescentie (12-22j)
- Volwassenheid (-60j)
- Ouderdom
4. Deelaspecten van de ontwikkeling
Belangrijk ontwikkeling te ontrafelen in deelaspecten
4.1. Verschillende oogpunten
, - Biologische ontwikkeling
- Psychomotorische ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling (kennisverwerking, denken)
- Sociale ontwikkeling
- Emotionele ontwikkeling
- Taalontwikkeling
- Seksuele ontwikkeling
4.2. Vier grote hoofdpijlers
- Lichamelijk ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociale ontwikkeling
- Emotionele ontwikkeling
5. Hoofdrolspelers
5.1. Jean piaget
- Cognitieve functies kennisverwerking
- Intelligentie is universeel = betere aanpassing tussen persoon en
zijn omgeving
- Veranderd enkele malen doorheen het ontwikkelingsproces
VYGOTSKY te weinig rekening met taal gehouden, te weinig oog voor
impact omgeving
5.2. Sigmund freud
- Oud en gedateerd
- Psychodynamische invalshoek = sociaal-emotionele ontwikkeling
- Seksualiteit staat centraal
o Bepaald door wijzigingen in de erogene zones die samengaan
met rijping van het lichaam
Fixatie = onvoldoende bevrediging blijft steken in een fase als gevolg
van onopgelost conflict
Hoofdstuk 0: inleiding
1. Korte omschrijving
= deelwetenschap psychologie
Psychische veranderingen
Ieder persoon uniek
- Aantal algemeenheden en wetmatigheden doorheen de ontwikkeling
Levenslooppsychologie = nadruk hoe we binnen gemeenschappelijke
veranderingen bepaald worden door omstandigheden, maatschappelijke
context en hoe we hierop reageren.
2. Rijping, aanleg en ervaring
Met verschillende brillen kijken naar een individu
- Leeftijd geen rechtstreekse invloed is een soort referentie
Rijping= groeien, meer zenuwcellen verkrijgen
Meer mogelijkheden om ervaringen op te doen
Stimuleren uiteindelijk onze ontwikkeling
Rijpingsmogelijkheid is een deel aanleg vanuit genetisch materiaal
2.1. biologisch geïntegreerde theorieën
- lang met kind alleen onderzocht
uitgangspunt: ontwikkeling is een endogeen gestuurd, fysiologisch
rijpingsproces
- erfelijkheid bepaald volledig
- milieu enkel gunstig of ongunstig voegt niets essentieel toe
psychomotorische ongeveer gelijk aan hersencentra ontwikkeling
Arnold Gesell
- aan dingen toe als ze er zelf rijp voor zijn
- zelfregulatie aanwezig (grote mate)
2.2. milieu theorieën
- jaren 60
- milieu beklemtonend voor ontwikkeling
- genetica als mogelijkheid in bijsturen van de ontwikkeling
2.2.1. culturele antropologie
hoe mensen werden ingeleid in culturele gewoontes en waarden
- verschijnselen niet algemeen
- medebepaald door cultuur
Margaret MEAD
Seksuele ontwikkeling bij volwassenen onderzocht
- milieu op voorgrond
- geen kwestie van rijping maar van psychosociale ervaringsprocessen
- ontwikkeling bekijken vanuit culturele eisen en verwachtingen
, 2.2.2. leerpsychologie
ontwikkeling= aaneenschakeling van sociale leerprocessen
- ervaring opdoen en hierdoor gedragingen uiten reptorium van
vaardigheden
instrumenteel of operant leren gedrag opnieuw door bevestiging/
bekrachting
mondeling en imitatie observeren en erna zelfde gedrag stellen/
aannemen
2.3. interactiemodel
aanleg of milieu
- beide factoren tegenwoordig samengebracht interactionisme
- complexe wisselwerking
o ontwikkelende kind heeft inbreng
o hoe beter omgeving erbij past, hoe soepeler de ontwikkeling
- kind en omgeving gaan samen de ontwikkeling aan
o lokken gedrag uit bij elkaar
PLOMIN
Passief = kind ondergaat milieu, hoofdzakelijk gemaakt door de ouders.
- Milieu sluit aan bij de aanleg van de ouders (meestal goed bij kind)
Evocatief= kind zijn aard roept reacties op in omgeving
- Schept zelf de omgeving
Actief= nemen omgeving op eigen manier waar
- Eigen constructie
- Reageren op voor wat we open staan
- Bouwen een milieu op aansluitend op onze aanleg
Passief zou overhand hebben eerste jaren, met ouder worden
geleidelijk aan de actieve vorm
3. Ontwikkeling, geleidelijk of stapsgewijs
Tijd is essentieel in de ontwikkeling
- Nadruk continuïteit blijven altijd een beetje hetzelfde
- Eerste 6 meest belangrijk fundament voor verdere ontwikkeling
Vaste indeling in fasen niet vanzelfsprekend
- Prenatale fase
- Babyleeftijd (0-1.5j)
- Peuterleeftijd (1.5-3j)
- Kleuterleeftijd (3-6j)
- Lagere schoolleeftijd (6-12j)
- Adolescentie (12-22j)
- Volwassenheid (-60j)
- Ouderdom
4. Deelaspecten van de ontwikkeling
Belangrijk ontwikkeling te ontrafelen in deelaspecten
4.1. Verschillende oogpunten
, - Biologische ontwikkeling
- Psychomotorische ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling (kennisverwerking, denken)
- Sociale ontwikkeling
- Emotionele ontwikkeling
- Taalontwikkeling
- Seksuele ontwikkeling
4.2. Vier grote hoofdpijlers
- Lichamelijk ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociale ontwikkeling
- Emotionele ontwikkeling
5. Hoofdrolspelers
5.1. Jean piaget
- Cognitieve functies kennisverwerking
- Intelligentie is universeel = betere aanpassing tussen persoon en
zijn omgeving
- Veranderd enkele malen doorheen het ontwikkelingsproces
VYGOTSKY te weinig rekening met taal gehouden, te weinig oog voor
impact omgeving
5.2. Sigmund freud
- Oud en gedateerd
- Psychodynamische invalshoek = sociaal-emotionele ontwikkeling
- Seksualiteit staat centraal
o Bepaald door wijzigingen in de erogene zones die samengaan
met rijping van het lichaam
Fixatie = onvoldoende bevrediging blijft steken in een fase als gevolg
van onopgelost conflict