Epistijm = kennis - Metafysicia = voorbij de fysica, boven natuurkunde bv wat is de
zin vh bestaan
Ethiek = moraliteit, hoe leef ik juist / wat moet ik doen - Pol filo = wat is n goede sml
v mensen en wat maakt die sml zo goed
Rechtsfilosofie h raakvlakken met:
Ethiek (hoe moet ik leven; wat is het goede leven vr n mens?)
Politieke filosofie (wat is n sml; wat is de juiste manier om samen
met anderen te leven?) - RF gaat over R en ook de wereld waar
we leven, het universum en ook tegenstellingen (leven we in n
wereld die n mooie ordening h, of maakt het niet uit hoe we onze
sml ordenen)
Maar ook met: De metafysica (wat is de zin van het zijn?; Het raakvlak met
de metafysica bestaat erin dat:
het recht ook is begrepen als n verlengstuk van het z – vd natuur.
recht en religie doorheen de geschiedenis dicht met elkaar
verweven z.
Het R is verbonden met religie of afwezigheid v religie. in welke
mate kan ons R daarop aansluiten
Rechtsfilosofie
Wat is recht? Wat is het recht? Wat is goed recht? Wat is een wet?
Recht gaat terug op de GW mr waar vind de wet z grondslag.
Toepassing vh R: er is n beslissing nodig, onafzienlijke kloof tss
incident en kloof.
Strafrecht: intuitief vb van RF en h bijzondere legitimatie nodig,
straf is vorm v leef en moeten we kunnen verdedigen.
Ultieme vr: wat is de betrekking op het idee v rechtvaardigheid.
Prawo i Sprawiedliwość – Recht en Rechtvaardigheid
Mariusz Kamiński – kamerlid namens PiS – is veroordeeld vr
machtsmisbruik.
De president v Polen is lid v PIS en niet de nieuwe regering. President en
kamerlid tonen zich op balkon - standoff politie en rijkswacht v president.
Lgbtqi vrije zone in polen -> visie van r&r partij
Gevolgen v deze recente ontwikkelingen:
Politieke strijd
, Democratische rechtstaat w op conceptueel niveau
georganiseerd binnen de politiek-filosofische stroming vh
liberalisme.
Het liberalisme stelt de legitimiteit v politieke (ongewapende)
strijd.
Dat wil zeggen: het is a priori legitiem dat u en ik het oneens z
over de invulling v bel gemeenschapswaarden: vrijheid, gelijkheid
Het liberalisme poneert dat over al die dingen tussen inhoudelijke
tegenstanders n redelijk debat mogelijk is.
Maw: we mogen het erover oneens zijn, ‘we can agree to disagree.’
We h bep inzicht. We k het met elk oneens z, het past allemaal erin zolang
we het op normale manier over k h.
Juridische strijd
Criteria w niet bep in n vrij en democratisch debat, mr liggen al
vast in wetg, int verdragen, rs, politieke conventies.
Het begrip rechtsstatelijkheid is n inhoudelijk criterium: het wil
zeggen dat de ovh in haar optreden à (de eigen) regels gebonden
is.
Het is dus geen formeel criterium (zoals ‘de meeste stemmen
gelden.’)
Dat wil zeggen dat onenigheid over deze thema’s niet bij
voorbaat legitiem is; bv: ik kan alleen mr beweren dat in n
rechtsstaat de beslissing vd meerderheid altijd geldig is, op
straffe dat ik onzin spreek.
Niet obv argumenten mr obv feiten
De uitdaging vd rechtsfilosofie is hier:
Het onderscheid tss politiek-morele (inhoudelijke) waarden en het
(formele) recht.
Te onderzoeken of er mogelijk n waarde is die v elke rechtsvorm
de grondslag is.
Deze twee taken staan in n gespannen relatie tot elkaar.
Sterker nog:
In de filosofie lopen deze twee zaken – de inhoud en de vorm –
elkaar al 2500 jaar voor de voeten.
De centrale vraag hier is namelijk de oude filosofische vraag: Wat
is waarheid?
Dit gaat in de richting vd dictatuur (poolse plein) – beschouwen
ze een wereldbeschouwing
Equivalentie is moeilijke factor, het recht interveniërt
,1. John Austin (1790-1859), Brits rechtsfilosoof
Een vd eerste rechtsfilosofen die het R op sys wijze proberen te ordennen.
Invloed gehad op anderen, zowel pos en neg Leraal à uni v london.
2. John Austin, aanhanger vh Rechtspositivisme & vd
Bevelstheorie vh R
Alleen bezig met de eerste vraag. Natuurrechttheorie: niet los vd moraal
Het bestaan vh R is n ding, mr mor waarde is iets anders en houden
andere mensen zich mee bezig h.
De Bevelstheorie is n theorie vh R die stelt dat de inhoud & het
bestaan vh R w bep dr wat n (menselijke) wet-/regelgever h
bevolen, in de vorm ve soort bevel.
Austin is n aanhanger vd bevelstheorie: “Every law or rule is a
command. Or, rather, laws or rules, properly so called, are a
species of commands.” (The Province of Jurisprudence
Determined, 1832)
Volgens Austin w de vraag ‘wat IS recht?’ niet beantwoord dr de
morele waarde vh R, mr dr de feitelijke bron vh R. Een wet/regel
is positief R als het afkomstig is v, dus bevolen is dr, n soevereine
wet-/regelgever (= ‘bevelhebber’).
Bevelstheorie en aanhangers natuurrecht. Austin - bevelstheorie op
rechtspositivisme. Is theorie vh recht die stelt dat inhoud vh recht h
bevonden. R definieren: niet kijken nr morele waarde mr de feitelijke bron
3. The Province of Jurisprudence Determined, 1832
Belangrijkste boek. Bepalen wat onderwerp vh R(sgeleerdheid) is & is
vermengd geraakt met onderwerpen die er niks mee te maken h. Dr
analytische methode toe te passen, concrete juridisce begrippen om tot
abstracte begippen te komen.
Het specifieke onderwerp vd rechtsgeleerdheid is positief R, oftewel
‘wetten’/‘regels’ in strikte zin, d.w.z. gesteld dr politiek superieure mensen
à politiek ondergeschikte mensen.
V wetten/regels in alg zin is sprake als deze w gesteld ter sturing vh
gedrag v n redelijk wezen dr n ander redelijk wezen dat macht uitoefent
over het eerste.
Onder de termen wetten/regels in alg zin, oftewel ‘bevelen’, vallen drm
de volgende twee onderwerpen: goddelijke en menselijke wetten
Qua pol macht dat zijn wetten tot strikte zin. Eerste kijken wat ze in alg zin
z. Het gaat niet om menselijke wezens mr redelijke wezens als het gaal om
wetten in alg zin.
, 4. Bevelstheorie van het recht
Een wet of regel is een algemeen BEVEL van een superieur (de
soeverein), welk bevel een verplichting oplegt aan zijn ondergeschikten en
is voorzien van (een dreiging van) een sanctie ingeval van niet-nakoming.
Hij ontwikkeld een bevelstheorie. Proberen antwoorde obv definitie – alg
bevel 6 kenmerken waaraan wet m voldoen.
(Sprake v algemeenheid, het beveelt 1/meerdere mensen)
_ Bevelen afkomstig v god mr als het gaan om R dan afkomstig vd mens
_ kwaad met neg gevolg -> geen bevel, wel als bevel n beloning h
5. Problemen met de Bevelstheorie
1. Niet al het recht past id vorm ve bevel voorzien ve sanctie; er z tal v
wetten/regels die noch bevelen noch sanctioneren.
2. Het h of voelen ve juridische verplichting is niet noodzakelijk
hetzelfde als het m handelen onder dreiging ve sanctie.
3. Het R is niet altijd te herleiden of te reduceren tot n aanwijsbare
soeverein, waaraan het merendeel vd mensen de gewoonte h te
gehoorzamen.
4. Het uitsluiten v o.a. GR en internationaal recht enerzijds, maar
eventueel ook v natuurrecht anderzijds, doet mogelijk tekort à wat
recht is respectievelijk behoort te z.
Bevel w gegeven dr sup X à ondergeschikten Y. Paulien westerman spreekt
over kale theorie, theorie à te vullen met elementen die zouden ontbreken
ad theorie v austin
Aantal beperkingen vd bevelstheorie (4)
- Veel wetten à regels die niks sanctioneren bv huwelijk
- Voelen we de plicht om ons à de wet te houden omdat we bang z vd
sanctie, bv max snelheid want angst vr boete