Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

samenvatting sociologie 2024/2025 (15/20 eerste zit)

Note
-
Vendu
1
Pages
66
Publié le
24-07-2025
Écrit en
2024/2025

samenvatting van het vak sociologie gegeven in de 1e bachelor van de opleiding psychologie door Jan Van Bavel. Volledige leerstof te kennen voor het examen tijdens academiejaar 2024/2025. Zowel slides als boek in de samenvatting verwerkt.

Montrer plus Lire moins














Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Livre entier ?
Oui
Publié le
24 juillet 2025
Nombre de pages
66
Écrit en
2024/2025
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

SOCIOLOGIE




Lune Beks
1E BACHELOR PSYCHOLOGIE KU LEUVEN
GEDOCEERD DOOR J. VAN BAVEL

,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Het sociologisch perspectief P13-52..............................................................3
1.1 Het sociale en de sociologie......................................................................................3
1.2 Over sociale relaties, bindingen en verbanden..........................................................4
1.3 van veralgemeende afhankelijkheid naar wereldsamenleving...................................5
1.4 Sociologische verbeeldingskracht..............................................................................6
1.5 Sociologie en sociaal engagement.............................................................................7
1.6 goede bedoelingen en hun onbedoelde gevolgen......................................................7
1.7 sociologie en theorie.................................................................................................. 9
Hoofdstuk 2: ordening en invloed van het sociale............................................................10
2.1 sociale structuren en verwachtingen.......................................................................10
2.2 objectieve en subjectieve sociale ongelijkheid........................................................12
2.3 De hedendaagse klassenmaatschappij....................................................................13
2.4 sociale ongelijkheid in meervoud.............................................................................14
2.5 Zelfdwang en socialisatie......................................................................................... 16
2.6 Primaire, secundaire en tertiaire socialisatie...........................................................17
2.7 Persoonlijke en collectieve identiteit........................................................................18
Hoofdstuk 3: Het hedendaagse samenleven.....................................................................19
3.1 De gedifferentieerde maatschappij..........................................................................19
3.2 De moderniteit van de sociologie............................................................................20
3.3 Globalisering, of leven in de wereldmaatschappij....................................................22
3.4 over individualisering............................................................................................... 24
3.5 Het geïndividualiseerde samenleven.......................................................................25
3.6 voorbij de moderniteit?............................................................................................ 26
Hoofdstuk 4: Voorlopers en grondleggers van de sociologie.............................................27
4.2 De ‘uitvinding’ van de sociologie.............................................................................27
4.3 Marx over klassen.................................................................................................... 28
4.4 Marx’ materialistische maatschappijvisie................................................................29
4.5 Durkheims sociale feiten......................................................................................... 30
4.6 Durkheims visie op sociale orde..............................................................................31
4.7 Webers ‘begrijpende’ sociologie..............................................................................32
4.8 Weber over typen van handelen en sociale orde.....................................................33
4.9 Kapitalisme volgens Weber......................................................................................34
Hoofdstuk 5: Sociologische visies in meervoud.................................................................35
5.2 De conflictsociologische traditie..............................................................................35
5.3 Bourdieus klassenmodel.......................................................................................... 37
5.4 klassenhabitus en cultuur........................................................................................38


1

, 5.5 sociale systeemtheorie, versie Parsons...................................................................39
5.6 Mertons functionalisme............................................................................................ 40
5.8 Symbolisch interactionisme volgens Blumer............................................................41
5.9 Basistegenstellingen binnen de sociologie...............................................................43
Hoofdstuk 6: Cultuur als gedachtegoed............................................................................44
6.1 het mentalistisch cultuurbegrip...............................................................................44
6.2 Geïnstitutionaliseerde cultuur..................................................................................46
6.5 Mertons herformulering van het anomiebegrip........................................................47
6.6 Vele cultuurdiagnoses (mentalistisch cultuurbegrip)...............................................49
Extra in powerpoint....................................................................................................... 50
Hoofdstuk 7: cultuur als betekenisgeving.........................................................................50
1.1 het interpretatief cultuurbegrip...............................................................................50
7.2 Taal als cultuur........................................................................................................ 51
7.3 interpreteren als classificeren..................................................................................53
7.4 Culturele interpretatiestrijd en cultureel grenswerk................................................54
7.5 Gerealiseerde betekenissen.....................................................................................55
7.6 Tekenwaarde en interpretatie- of definitiemacht.....................................................56
7.7 Kennis is macht....................................................................................................... 57
Hoofdstuk 9: sociale rollen en relaties..............................................................................58
9.1 De mens als rollenspeler......................................................................................... 58
9.2 Over rollenconflicten................................................................................................ 60
9.3 Role making of de actieve homo sociologicus..........................................................61
9.4 Goffmans dramaturgisch perspectief.......................................................................62
9.6 de verzelfstandiging van persoonlijke relaties.........................................................64




2

,DE MAATSCHAPPIJ VAN DE
SOCIOLOGIE
HOOFDSTUK 1: HET SOCIOLOGISCH PERSPECTIEF P13-52

1.1 HET SOCIALE EN DE SOCIOLOGIE

Sociologen houden zich bezig met het sociale = hun specifieke expertise

- Bv bestuderen invloed van scheiding op een kind, bestrijden discriminatie
op werkvloer,…

Sociologie: socius (Lat.)= metgezel + logos (Gr.)= studie wetenschap van het
sociale (niet volledig want andere sociale wetenschappen bv politicologie)

Vergelijking met andere sociale wetenschappen

- Materieel object/ feitelijke voorwerp van studie = hetzelfde
- Formele object/ manier waarop sociale wordt benaderd = verschillend

Definitie= Sociologie is de studie van het menselijke sociale leven, van
menselijke groepen en samenlevingen.

Soc. Pers.= algemene denktrant die sociale uiteenlegt in sociale relaties en
geziene en ongeziene afhankelijkheden van anderen

= reeks vragen die blik sociologen richten

Basisvragen (eigenheid sociologie):

- ‘Wat is de invloed van het maatschappelijke op het individuele leven’ 
oorsprong onderlinge verschillen zijn in maatschappij te vinden
o Bv. Gewoontes of taal meegekregen van ouders, rekening houden
met anderen
- ‘Hoe kunnen we de orde en voorspelbaarheid verklaren?’
o Bv. Klassieke muziek fragment: waarom blijft orkest zitten, waarom
doen wij een applaus, wie begon ermee of hoe is het ontstaan
- ‘Hoe is onze samenleving en waarvan verschilt die van anderen’
o Digitalisering: bv. Facebook; communiceren met duimpjes, twitter 
niemand had dit kunnen voorspellen

Sociologen kijken naar het heden met behulp van de geschiedenis

- Hoe kunnen we antwoorden op deze vragen wetenschappelijke
onderzoeken?
 Kwantitatief= cijfermateriaal bv enquête
minder experimenteel onderzoek willen meer algemene conclusies
trekken en niet uit 1 situatie, men is geïnteresseerd in context



3

,  Kwalitatief= studie fenomeen in de diepte bv. participerende
observaties (winkel, plaats kassier) of diepte-interview (open gesprek
met meningen, geen veralgemening mogelijk)

Sociologische driehoek= drieledig gebeuren dat pendelt tussen theorievorming,
empirisch onderzoek en sociale sturing



1.2 OVER SOCIALE RELATIES, BINDINGEN EN VERBANDEN

Sociaal: woord roept positieve associaties op, in sociologie bekijken we het
neutraal  ook vijandigheid is sociaal.

Sociaal handelen= handelen van actor gericht op het handelen van andere
actoren

- Actoren= organisme met handelingsvermogen (agency)
o Individuele
o Collectieve= in naam van bedrijven,…
- Agency= centraal begrip in sociale ordening = Iemand kan altijd zijn
reactie kiezen
- Passief sociaal handelen bv tv kijken of mensen kijken
- Samenhandelen bv. Les, gezinsontbijt, vergadering ontstaan sociale
relatie

Kenmerken samenhandelen

- Zelfreferentieel: men knoopt aan met sociale handelingen, ieder nieuw
element refereert aan eenzelfde soort element (vorig en/of volgend)
- Dynamisch/momentaan: geen foto maar een film, er is verandering in de
tijd
- Contingent: een situatie kan altijd anders zijn maar is in deze context wel
voorspelbaar wat als er iets was gebeurd
- Reflexief gemonitored: bewuste keuzes maken op basis van observaties,
sturen en controleren van eigen activiteit bv. Mogelijke antwoorden
voorbereiden, …
o Bewuste deelname betreft haar heden, verleden en toekomst

Samenhandelen creërt afhankelijkheidsverhoudingen

Bv; prof afhankelijk van leerlingen en omgekeerd, politici zijn afhankelijk van
media, beklager en beklaagde zijn afhankelijk, ouders en kinderen zijn
afhankelijk.

Sociaal verband= samenhangend geheel van sociale bindingen met een
duurzaamheid en observeerbare grenzen

- bv. KU Leuven in vlaamse universiteiten, gezinnen en families, bedrijven
en vakbonden



4

,individu in verschillende verhoudingen meer of minder autonomie netwerk
mensen die afhankelijk zijn van elkaar zorgt voor binding

4 soorten sociale bindingen:

- Cognitief: tussen leerling en leerkracht  verband= klas
- Economisch: tussen verkoper en koper  verband= bakker en helpers
- Politiek: tussen burgers en politici verband= politieke partijen
- Affectief: tussen vrienden  verband= vereniging/vriendengroep



1.3 VAN VERALGEMEENDE AFHANKELIJKHEID NAAR
WERELDSAMENLEVING

Veralgemeende afhankelijkheid= we zijn van veel gespecialiseerde
beroepsbeoefenaren afhankelijk bv. Tandarts, bakker,…

- Modernisering:
o taken opsplitsen om effectiever te maken arbeidsdeling
o men is meer gaan specialiseren, verschillende dokters,
onderzoekers die zich specialiseren  taakspecialisatie
o men ontwerpt deelsystemen die bepaalde functies voldoen. Bv
rechtssysteem, onderwijs, gezondheidszorg  functionele
differentiatie
- mondialisering: mondiale afhankelijkheid bv. Te weinig mondmaskers door
productie in andere landen, productie elektronica in andere delen van de
wereld

sociaal netwerk= lange ketting van afhankelijkheden

sociale verhoudingen sociale bindingen< sociale verbanden <sociale
netwerken.

Soorten netwerken bv de economie, de politiek sociologen vermijden deze
uitdrukkingen want kan verdinglijking of reïficatie veroorzaken (toch gebruikt
want korter)

= bekeken als autonoom object dat buiten ons om bestaat

o émile Drukheim verdedigt reïficatie

activatie: men moet niet blijven bij observeren, maar iets veranderen.

De samenleving/ de maatschappij=momentane geheel van alle sociale relaties,
bindingen, verbanden en netwerken

Bv. Margaret Thatcher zei dat maatschappij niet bestaat  kan volgens
sociologie niet

4 kenmerken van samenhandelen zijn ook van toepassing op de maatschappij:


5

, - gebeurtenissen zijn reacties en kunnen reacties verwachten
- de vlaamse samenleving, men gebruikt het als shortcut  steeds
veranderingen
- wat als napoleon er nooit was,…
- niet in zijn geheel gemonitord, er is geen wereldregering die alles bepaald

Ruimtelijke grenzen?

- Mondiale samenleving: Nee, bij bestellen afhankelijk van andere delen
wereld
- Nationale samenleving: Ja, er is wel een verschil tussen gewoonten,.. per
bevolking

Globalisering

- Meer sociale relaties en bindingen tussen verafgelegen actoren
o Bv. Berichten/mails sturen naar personen in andere landen
- Groei sociale netwerken en verbanden die zich mondiaal uitstrekken
o Bv. Multinationals

Evolutie naar wereldmaatschappij

= momentane geheel van transcontinentale en mondiale sociale relaties,
bindingen, verbanden en netwerken

 spanning: kosmopolitisme= men ziet de wereld als een geheel vs
nationalisme= we kunnen ons niet associëren met de hele wereld



1.4 SOCIOLOGISCHE VERBEELDINGSKRACHT

Relationeel denken= denken in wijdvertakt geheel van
afhankelijkheidsverhoudingen

- Mens is niet enkel individu want altijd sociale verhoudingen en
afhankelijkheid
- Geen onderzoek aparte systemen (mens, school) maar onderzoekt de
samenhang
o Bv. Rechtssystemen niet enkel uit mensen, maar ook uit wetteksten,

o Evolutie aantal meisjes in universiteit niet verklaren vanuit
psychologie maar wel vanuit sociologie  werking
afhankelijkheidsverhoudingen

Relationeel denken moeilijk door egocentrisch maatschappijbeeld

- Maatsch.= reeks concentrische cirkels van anderen rondom een ik
 sociale blindheid= niet zien van relaties of afhankelijkheden
- Sociologische verbeeldingskracht
o jezelf zien als deel in verschillende afhankelijkheden


6

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
lunebeks Katholieke Universiteit Leuven
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
10
Membre depuis
4 mois
Nombre de followers
0
Documents
10
Dernière vente
1 jours de cela

4,7

3 revues

5
2
4
1
3
0
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions