,Hoofdstuk 1 Tijd van jagers en boeren (3000 v. Chr.)
1.1.1 Migraties uit Afrika
1. De oorsprong van de mens ligt in Afrika, circa 4,4 miljoen jaar geleden.
2. De homo habilis verliet het Afrikaanse continent ongeveer 1,7 miljoen jaar geleden en
bereikte Azië en Europa.
– In Europa ontwikkelden zich de neanderthalers, die goed bestand waren tegen de ijzige
omstandigheden.
3. Later migreerde een nieuwe soort, de homo sapiens, tussen 100.000 en 50.000 jaar geleden
vanuit Afrika.
– Deze ‘verstandige mens’ wist zich wereldwijd te vestigen, met uitzondering van Antarctica.
– Dankzij hun vermogen om zich snel aan te passen aan veranderende leefomstandigheden,
overleefden zij waar andere soorten uitstierven.
1.1.2 De nomadische samenleving van jagers-verzamelaars
,De oudste bestaansvorm van de mens was die van jager-verzamelaar. Deze groepen trokken rond in
kleine verbanden – een nomadisch bestaan – op zoek naar voedsel.
– In het Zuid-Amerikaanse Amazonegebied bestaat deze levenswijze nog door het constante
groeiseizoen.
– In prehistorisch Europa was dit gebruikelijk vanwege het grillige klimaat met scherpe
seizoenswisselingen. Men legde voedselvoorraden aan en volgde het trekgedrag van prooidieren.
1.1.3 Rendierjagers
• Tijdens de ijstijden heerste een extreem koud klimaat; de laatste ijstijd eindigde circa 13.000 jaar
geleden.
• Daarna ontstond het toendraklimaat met zomers tot ongeveer 10°C.
• In deze boomloze toendra’s, begroeid met gras, mossen en struiken, leefden nomadische
rendierjagers.
Zij verbleven 's zomers in laaggelegen gebieden om trekkende kuddes te vangen. Rendieren leverden
voedsel, kleding, tentmateriaal en gebruiksvoorwerpen.
, 1.1.4 Jagers en vissers
Met het stijgen van de temperatuur veranderde het landschap:
1. De toendra maakte plaats voor uitgestrekte bossen.
Toendra
2. Rendieren trokken noordwaarts.
3. Er ontstonden visrijke wateren.
4. Rond 7.000 v. Chr. konden mensen langere tijd op dezelfde plek verblijven.
– In de lente werd gevist in meren en rivieren.
– In de herfst verzamelde men noten, vruchten en eetbare planten.