DEEL 1: CONTRACTVRIJHEID, CONTRACTUELE GEBONDENHEID EN HUN BEPERKINGEN.
INLEIDING: BOEK 5: VERBINTENISSEN.
- Basisregel.
- Oude contracten = oud recht. (voor 1 jan ‘23)
- Nieuwe contracten = nieuw recht. (na 1 jan ‘23)
- 3 uitzonderingsregels / bijkomende regels. (art. 64 overgangsbepalingen)
1. Toekomstige gevolgen van oude ctt.
- Gevolgen die intreden vanaf 1 jan ‘23 voor ctt die gesloten zijn voor 1 jan ‘23.
- Oud recht moet toegepast worden.
- OOK als nieuwe recht vn openbare orde of van dwingend recht!
- Voorbeeld: regeling inzake voorwaarden.
- Vroeger: ontbindende voorwaarden werkt retroactief.
- Nu: ontbindende voorwaarden werkt niet meer retroactief.
Voorbeeld toekomstige gevolgen vn oude ctt
- Twee ondernemingen sluiten een verkooptransactie over een verkoop.
- De onderneming A verkoopt een onroerend goed (stuk grond) aan onderneming B.
- Verkooptransactie w gesloten onder ontbindende vw vh niet bekomen ve omgevingsvergunning.
- Als er komt vast te staan dat die ontbindende vw zich realiseert, namelijk dat er geen
omgevingsvergunning kan bekomen worden, dan zal die verbintenis ontbinden.
- Als dit gaat over een ctt van voor 1 jan ‘23 en de vw zich realiseert na 1 jan ‘23, dan zullen de regels
van retroactiviteit vn toepassing zijn.
2. Toekomstige RH met betrekking oude RH.
- Voor toekomstige RH en ook de toekomstige RF mbt die RH, oud recht van toepassing.
- Voorbeeld: vb tot betaling ve koopprijs op basis ve koopctt voor 1 jan ‘23.
- Geldt ook voor..
- De aanvulling / vernieuwing / verlenging ve oud ctt.
- De opzegging ve verbintenis uit een oud ctt.
- Uitvoeringscontracten in het kader vn raamcontracten.
- Raamcontract = kader waarin een hele reeks andere ctt kunnen
tot stand komen in de loop vd duur vh raamctt.
3. Wat bij twijfelgevallen?: Anticipatief toepassen?
- Als het antwoord op het vraagstuk in het oude recht betwist wordt, dan kunnen
rechters zich laten inspireren door het nieuwe recht.
- Staat niet in de wet, maar wel in een passage id toelichting van boek 5.
- MAAR, cttpartijen mogen er op rekenen dat het oude ctt wordt ingevuld zoals het
in het oude recht gold.
- Tekort doen ad gerechtvaardigde verwachtingen vd cttpartijen.
1
, - Is in heel wat arresten gebruikt door het Hof v Cass.
Cassatiearrest ih kader vd afwijzing vn nietigverklaring
- Als een contract wordt gesloten dat aangetast is door nietigheidsgrond, dan kan diegene die
beschermd is door de nietigheid de nietigverklaring vorderen.
- In boek 5 een nieuwe regel opgenomen: als de nietigvk kennelijk ongeschikt zou zijn, gelet op het doel
vd geschonden regel, dan moet de rechter de nietigvk afwijzen.
- Voor boek 5 werd goedgekeurd heeft Hof v Cass dat toegepast in een cassatiearrest op een oud ctt.
- Hof v Cass heeft daar anticipatief toepassing gemaakt.
- Niets belet dat het Hof v Cass zich kan laten inspireren door het nieuw recht om een vraag
die betwist is onder het oude recht een bepaalde wending te gaan geven
- Wat met de imprevisieregel?
- Wanneer het bijzonder moeilijk of kostelijk wordt om een verbintenis na te
komen - ook al is die niet onmogelijk - zijn er wegen om verandering te
brengen aan het cct of zelfs het te beëindigen.
- Vroeger imprevisieleer, na 1 jan ‘23 imprevisieregel. (art. 5.74, BW)
- Van suppletief recht: partijen kunnen afwijken of uitsluiten.
- Retroactieve toepassing van art. 5.74, BW is problematisch.
- Ontneemt partijen vn oude ctt de mogelijkheid om de nieuwe
regel uit te sluiten, want het ctt is al gesloten.
- Data van inwerkingtreding vd verschillende boeken relevant voor deze cursus.
Boek Inwerkingtreding
1 1 januari 2023
3 1 september 2021
5 1 januari 2023
6 1 januari 2025
8 1 november 2020
2
,HOOFDSTUK 2: CONTRACTVRIJHEID.
A. BASISBEGINSEL, FUNDAMENTEEL RECHT EN FUNCTIES.
- Contractvrijheid is een fundamenteel recht - principe van de openbare orde.
- Vormt de basis vh contractenrecht.
- Komt terug in het BW, WBER, Handvest voor de grondrechten vd Europese Unie.
- Artikel 5.14 en 5.15 BW.
- II.3 - 4 WER.
- Artikel 16 HGEU.
- Waarom bestaat de contractvrijheid? Hoe kan je het contractenrecht uitleggen?
1. Wilsautonomie.
- Het is de wil die bepaalt of je een contract wilt sluiten of niet.
- Keuze om te contracteren w overgelaten ad partijen, niet ad rechter.
- Keuze over het al dan niet sluiten en de inhoud vh contract.
- Waarom? Er bestaat geen theorie vn juste prix - justum pretium.
- Basisprincipe: rechters mogen niet tussenkomen id waardering
vn een goed / beoordelen of een prijs rechtvaardig is. Partijen
moeten zelf de prijs bepalen.
- Waarom niet? Gerechtelijke achterstand + moeilijk te bepalen.
- Uitzonderingen: vanuit het mededingingsrecht, bv concurrentierecht.
2. Vertrouwen.
- Rechtmatig vertrouwen vd andere partij.
- Contract is bindend omdat het beloofd is.
- Degene die de belofte ontvangt, mag er op rekenen dat deze nageleefd w.
- Functie contractenrecht en ctte gebondenheid: Het vertrouwen vd ene partij en
belofte vd andere partij in stand houden.
3. Efficiëntie.
Voorbeeld algemene voorwaarden - online aankoop
- Over deze algemene voorwaarden kun je meestal niet onderhandelen.
- Bijna niemand leest deze voorwaarden ooit.
- Toch ben je gebonden aan de algemene voorwaarden.
- Als je daarover onderhandelt, wordt het proces inefficiënt.
- Algemene voorwaarden maken veel transacties mogelijk.
- De spelregels gelden voor duizenden transacties, zorgt vr gestroomlijnd systeem.
- Het voorkomt tijdrovende onderhandelingen per transactie.
- Bedrijven kunnen contracten makkelijker beheren.
3
, 4. Rechtvaardigheid.
- Als tegenpool van de wilsautonomie.
- Wordt vooral ingeroepen om uitzonderingen te creëren op die cctvrijheid, ter
bescherming van partijen die kwetsbaar worden geacht.
B. TWEE FACETTEN.
1. MATERIËLE CONTRACTVRIJHEID.
- De vrijheid om al dan niet te contracteren.
- De vrijheid om te kiezen met wie je contracteert.
- Niemand kan gedwongen worden te contracteren, ook niet door de rechter.
- De vrijheid om de inhoud het cct te bepalen, alsook om het ctt in onderlinge overeenstemming te
wijzigen of te beëindigen.
2. FORMELE CONTRACTVRIJHEID.
- Basisregel.
- Principe van consensualisme.
- Niet gebonden aan vormvoorwaarden.
- Artikel 5.28 en 5.5, eerste lid, BW.
HOOFDSTUK 3: CONTRACTUELE GEBONDENHEID
- Aan de contractvrijheid is de verbindende kracht van de contracten verbonden.
- Door van cctvrijheid te genieten en een cct te sluiten, bind je jezelf door de rechtsgevolgen
die dat cct met zich meebrengt.
- Contractvrijheid ⇒ Gebondenheid.
- Waarom is een contract eigenlijk bindend?
- Omdat de wetgever het wilt, artikel 5.69 en 5.74, eerste lid BW.
- Gaat ervan uit dat contracten positieve gevolgen heeft voor onze maatschappij.
- Gaat ervan uit dat de vrije markt onze welvaart en welzijn zou verhogen.
4
,HOOFDSTUK 4: MECHANISMEN TER BEPERKING VAN DE CONTRACTVRIJHEID EN DE
CONTRACTUELE GEBONDENHEID
A. REGELS VAN OPENBARE ORDE EN DWINGEND RECHT.
1. INVULLING VAN DE OPENBARE ORDE.
1.1. WETTELIJKE INVULLING IN HET NIEUWE RECHT.
- Er kan niet worden afgeweken van regels van de openbare orde, noch van de regels van louter
dwingend recht. (art. 1.3, BW)
- Zijn beide dwingend recht.
- 2 opmerkingen over de openbare orde.
- Het is een evolutief begrip.
- Er bestaat zoiets als de virtuele openbare orde.
- Ontstaat wanneer nieuwe feiten, omstandigheden of technologische ontw
iets mogelijk maken waarvoor nog geen wetgeving bestaat.
- Voorbeeld draagmoederschapcontracten.
- Zelfs zonder specifieke wetgeving is, kan een contract in strijd zijn met de
(virtuele) openbare orde.
- Artikel 1.3, BW.
“... Er kan niet worden afgeweken van de openbare orde, noch van de regels van dwingend
recht.
Is van openbare orde de rechtsregel die de essentiële belangen van de staat of van de
gemeenschap raakt of die in het privaatrecht de juridische grondslagen bepaalt waarop de
maatschappij berust, zoals de economische orde, de morele orde, de sociale orde of de orde
van het leefmilieu.
Is van dwingend recht de rechtsregel die is vastgesteld ter bescherming van een partij die
door de wet als zwakker wordt gehouden.”
- Artikel 5.58, BW.
“De nietigheid is absoluut wanneer de geschonden regel van openbare orde is en dus in
hoofdzaak de bescherming van het algemeen belang beoogt. Iedere belanghebbende kan
zich erop beroepen.
De nietigheid is relatief wanneer de geschonden regel van dwingend recht is en dus in
hoofdzaak de bescherming van een particulier belang beoogt. Enkel de beschermde
persoon kan zich erop beroepen.”
2. FUNCTIE VAN DE OPENBARE ORDE.
- Beschermen van het maatschappelijk belang.
3. ONDERSCHEID MET DE REGELS VAN DWINGEND RECHT.
- Kijken naar gevolgen verbonden met schending. (art. 5.58, BW)
- Schending van regels van dwingend recht ⇒ relatieve nietigheid.
- Enkel de beschermde partij kan die regels opwerpen.
- Beschermde partij kan afstand nemen doen vd nietigheid.
5
, - Schending van regels van openbare orde ⇒ absolute nietigheid.
- Elke belanghebbende kan die regels opwerpen. (Ook een derde)
- Kan geen afstand van worden genomen.
- Kijken naar parlementaire voorbereidingen.
- Kijken naar rechtspraak.
- Voorbeeld: Hof v Cass heeft beslist dat artikel 1792, oud BW van openbare orde is.
Opmerking: derde categorie vn regels is de regel vn suppletief recht.
- Is de ‘default rule’, van toepassing als er niet vn afgeweken is.
4. NIETIGHEIDSVERKLARING.
- Contract in strijd met openbare orde of dwingend recht, op het ogenblik vh sluiten.
- Contract kan volledig / gedeeltelijk nietig verklaard worden.
- Wat al is uitgevoerd, moet worden teruggegeven.
- Contract in strijd met openbare orde of dwingend recht, nadat het is afgesloten, doordat de
wetgever een nieuwe nieuwe regel vn openbare orde of dwingen recht stemt.
- Zal een impact hebben op lopende contracten.
- Contract wordt enkel onafdwingbaar. (geen nietigvk)
- MAAR, als de nieuwe regel nt vn openbare orde is of dwingend recht.
- Zal geen invloed hebben op lopende contracten.
- Staat in overgangsbepalingen van boek 5.
B. FUNDAMENTELE RECHTEN.
- Verticale werking.
- Fundamentele rechten beschermen de particulier tegen de OH en OHmaatregelen.
- Als beschermingsmechanisme tegen beknotting vn onze mensenrechten door de OH.
- Beperkingen kunnen als er een legitieme reden voor bestaat.
- Horizontale werking.
- Fundamentele rechten beschermen particulieren in hun onderlinge relaties / rechtsverhoudingen.
- Nog maar een evolutie vn 30 à 40 jaar.
- Rechtstreeks.
- Wanneer er een wet bestaat die uitdrukkelijk een bepaalde regel voorziet
dat een fundamenteel recht in particuliere relaties gaat afdwingen.
- Onrechtstreeks.
6
,Voorbeeld fundamentele rechten - het tekenen van een huurcct
- In het huurctt verbiedt de verhuurder het houden vn huisdieren.
- Is dat beding geldig? Is dat geen schending vh recht op gezinsleven of het recht op privé leven?
- Belangenafweging: belangen vd andere huurders, huurder die een huisdier wil en die vd verhuurder.
- Recht gaat over welk belang prioriteit krijgt.
- Heel wat rechtspraak over.
- Als het gaat om een slecht opgevoede hond of een kalkoen, dan w beding in stand gehouden.
- Als het gaat om een eenvoudige kat of hond, dan w beding ongeldig verklaard.
- Beding is strijdig met de oo, want is strijdig met fundamentele recht op inrichten van uw privé leven.
→ Onrechtstreekse horizontale werking.
Voorbeeld fundamentele rechten - antidiscriminatiewetgeving.
- Voorzien regels dat in bepaalde contexten geen discriminatie gepleegd mag worden.
- Bijvoorbeeld in loon, arbeidsverhoudingen, verzekeringssituaties.
→ Rechtstreekse horizontale werking.
Voorbeeld fundamentele rechten - stripteasecontract.
- Persoon sluit een stripteasecontract met een uitbater, maar na het sluiten wilt die ervan af.
- Sluiten van dat contract is niet strijdig met de openbare orde (menselijke waardigheid), vroeger wel.
- Persoon zegt: ‘ik kom vanavond niet.’
- Kan uitbater dan nr de kortgedingrechter om een bevel tot uitvoering in natura vd ctte vb te vragen?
- Rechter kan een balans proberen te leggen en gaat het grondrecht op bescherming van de
menselijke waardigheid in overweging nemen.
- Rechter zal dan geen gedwongen uitvoering opleggen, maar een andere sanctie.
→ Horizontale werking.
Voorbeeld - blood-sucker case
- De journalist stelde de vraag: ‘jouw directeur was toch wel een bloedzuiger?’
- De ambtenaar antwoordde: ‘ja’, waarop het onmiddellijk ontslag van de ambtenaar volgde.
- De ambtenaar was niet tevreden en stapt naar de rechter, zaak uiteindelijk voorgelegd ah EHRM.
- 2 grondrechten tegenover elkaar: recht op vrijheid vn meningsuiting en recht op de goede naam.
- Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens doet een belangenafweging.
- EHRM: het ontslag vd ambtenaar door de Spaanse openbare omroep was disproportioneel.
- Een lichtere sanctie had kunnen volstaan, zoals voorbeeld blaam.
→ Horizontale werking.
Voorbeeld - burkiniverbod in zwembad.
- Een contractweigering vond plaats tss zwembaduitbater en persoon die wilt zwemmen met burkini.
- Belangenafweging: discriminatieverbod en hygiëne.
- Het Hof van Beroep te Antwerpen oordeelde dat het verbod gerechtvaardigd is.
- Rechtvaardiging: het belang van hygiëne voor iedereen die in het zwembad komt.
→ Horizontale werking.
7
,C. VERBOD VAN RECHTSMISBRUIK.
1. GRONDSLAG, TOEPASSINGSGEBIED EN INHOUD.
1.1. GRONDSLAG.
- Artikel 1.10 BW.
“Niemand mag misbruik maken van zijn recht.
Wie zijn recht uitoefent op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale
uitoefening van dat recht door een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde
omstandigheden geplaatst, maakt misbruik van zijn recht.
De sanctie voor een dergelijk misbruik bestaat in de matiging van het recht tot zijn normale
rechtsuitoefening, onverminderd het herstel van de schade die het misbruik heeft
berokkend.”
→ Maw, niet omdat je een recht hebt, dat je dat ook altijd mag uitoefenen.
- Vroeger door HvC als algemeen rechtsbeginsel erkend, maar sinds boek 1 in de wet.
- Twee sancties: matiging en schadeherstel.
- Artikel 5.73, lid 2, BW.
“… mag niemand misbruik maken van de rechten die hij aan het contract ontleent.
Elke afwijking van dit artikel wordt voor niet-geschreven gehouden…”
→ Matigende functie vd goede trouw bij ctte rechten.
- Niet-geschreven gehouden = vatbaar voor nietigverklaring.
- Beding dat verbod van rechtsmisbruik gaat uitsluiten, is vatbaar vr nietigvk.
1.2. TOEPASSINGSGEBIED.
- Het verbod geldt in de eerste plaats voor subjectieve rechten.
- Zoals zakelijke en persoonlijke rechten.
- Het verbod geldt in de tweede plaats voor het uitoefenen van wettelijke mogelijkheden en vrijheden.
- Zoals contractvrijheid.
Voorbeeld - arrest van de stacaravan.
- Huurcontract tss eigenaar caravan (A) en uitbater camping (B).
- In huurcct clausule dat A huurctt niet zomaar mocht overdragen aan een ander, zoals een koper.
- Clausule opgenomen om een commissie op de verkoop vd caravans te bekomen.
- Moest uitdrukkelijke, voorafgaande, schriftelijke toestemming van B hebben.
- B had het recht om een huuroverdracht te weigeren. (contractvrijheid)
- A wilt caravan verkopen aan koper (C) die op dezelfde camping wilde blijven.
- C gaat naar B, maar B weigert het contract tot huur.
- A moest verkopen aan andere koper voor helft vd prijs en heeft B aangesproken tot sv wegens rm.
8
,1.3. CRITERIA VAN RECHTSMISBRUIK.
1.3.1. ALGEMEEN CRITERIUM.
- Marginale toetsing. (art. 1.10, BW)
- De uitoefening ve recht op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van hoe een
voorzichtig en redelijk persoon gebruik zou maken van zijn recht in dezelfde omstandigheden.
- Ook als openbare orde of dwingend recht.
- Geldt ook voor subjectieve rechten die geput worden uit objectief recht dat van openbare
orde of vn dwingend recht is.
- Bewijslast ligt bij de partij die het rechtsmisbruik door een ander aanvoert.
1.3.2. SPECIFIEK CRITERIUM.
- Niet in de wet geschreven, maar wel cassatierechtspraak.
- Er is sprake van rechtsmisbruik als de houder van het subjectieve recht handelt..
1. met de bedoeling om de ander te schaden.
2. zonder redelijk of afdoende belang.
3. door het recht uit te oefenen in strijd met het doel of voor een ander doel dan waarvoor het
is toegekend. (finaliteitscriterium)
4. door bij een keuze tussen 2 rechtsuitoefeningen die evenveel voordeel opleveren voor de houder
van het recht, te kiezen voor de rechtsuitoefening die het meest schadelijk is voor de ander.
5. door te kiezen voor een wijze van rechtsuitoefening waarbij de schade voor de ander
disproportioneel groter is dan het voordeel dat je bekomt. (disproportionaliteitscriterium)
6. met beschaming vh gewettigd vertrouwen van een ander. (inconsistent gedrag)
→ Veel discussie of verbod van rechtsmisbruik vn oo is of dr, is op z’n minst van dwingend recht.
Voorbeeld - recht op ontbinding van een huur
- Huurcontract voor een fabriek wordt gesloten voor 9 jaar.
- Gemene huurrecht is vn toepassing: huurder en verhuurder zijn gebonden voor 9 jaar.
- Na 1 jaar, besluit huurder Europa te verlaten en wil hij huurcct beëindigen.
- Huurder begaat een contractbreuk. Verhuurder heeft het keuzerecht tss 2 sancties.
1/ Uitvoering in natura: huurder moet volledige resterende huur van 8 jaar betalen.
2/ Ontbinding vh cct met aanvullende sv: huurder moet vergoeding betalen ter compensatie
vd maanden die verhuurder nodig heeft om nieuwe huurder te vinden.
- Hoewel subjectief recht om sanctie 1 te eisen, kan niet door verbod op rechtsmisbruik.
→ Toepassing vh vijfde criterium.
9
, Voorbeeld - recht op nietigverklaring
- Bij verkoop vn onroerend goed in het VL Gewest geldt en verplichting uit het Vlaams Bodemdecreet.
- Verplichting om een bodemattest op te vragen bij OVAM. (Openbare VL Afvalstoffenmaatschappij)
- Inhoud vn bodemattest moet opgenomen w id onderhandse akte vn verkoop van onroerend goed.
- Dit is voorgeschreven op straffe van nietigheid. (art. 116, bodemdecreet)
- De nietigheid kan alleen w ingeroepen door degene die belang heeft bij de informatie die evt in dat
bodem attest staat, namelijk de koper.
- Onroerend goed w verkocht zonder dat een bodemattest is gevraagd of zonder dat de inhoud ervan
is opgenomen id onderhandse akte.
- Hoewel subjectief recht om de nietigverklaring te in te roepen, kan niet door verbod op
rechtsmisbruik wanneer er geen sprake is van bodemverontreiniging.
→ Toepassing vh derde criterium.
Recht op interest
- Als een prijs te laat w betaald, kan recht op interest ontstaan voor de periode waarin nt betaald is.
- Interesten beginnen pas te lopen vanaf handelaar boer ingebreke stelt, tenzij anders in het ctt staat.
- Raamcontract vn 10 jaar tussen een boer en handelaar: boer moet wekelijks een bepaalde
hoeveelheid meel leveren en de betaling moet binnen 30 dagen na factuurdatum gebeuren.
- De eerste vier jaar betaalt de boer systematisch 2-3 maanden te laat.
- De handelaar vordert nooit interesten en stelt de boer niet in gebreke.
- In het vijfde jaar breekt een crisis uit en eist de leverancier de interesten van alle facturen.
- Handelaar handelt inconsistent met eerder gedrag door na jaren plots interesten te eisen.
- Door gedrag vd handelaar mocht boer rechtmatig vertrouwen hebben dat interesten nt
gevraagd zouden w.
- Hoewel subjectief recht op interesten, moet het gematigd worden door verbod op rechtsmisbruik.
- Voorbeeld: enkel intrest vd laatste zes maanden, niet vd hele periode van vijf jaar.
→ Toepassing vh zesde criterium.
1.3.3. RECHTSVERWERKING.
- Bestaat niet in ons recht, MAAR hetzelfde resultaat kan bekomen w door het zesde criterium vn rm.
- Definitie: verlies (uitdoving) ve recht omdat de titularis ervan een houding aanneemt die objectief
onverenigbaar is met de uitoefening van dat bepaald recht, zonder dat de titularis afstand van zijn
recht heeft gedaan.
2. SANCTIE HANDELEN IN STRIJD MET VERBOD RECHTSMISBRUIK OF DE OBJ. GOEDE TROUW.
- Artikel 1.10, lid 3 BW.
“De sanctie voor een dergelijk misbruik bestaat in de matiging van het recht tot zijn
normale rechtsuitoefening, onverminderd het herstel van de schade die het misbruik heeft
berokkend.”
- Schadeherstel.
10
INLEIDING: BOEK 5: VERBINTENISSEN.
- Basisregel.
- Oude contracten = oud recht. (voor 1 jan ‘23)
- Nieuwe contracten = nieuw recht. (na 1 jan ‘23)
- 3 uitzonderingsregels / bijkomende regels. (art. 64 overgangsbepalingen)
1. Toekomstige gevolgen van oude ctt.
- Gevolgen die intreden vanaf 1 jan ‘23 voor ctt die gesloten zijn voor 1 jan ‘23.
- Oud recht moet toegepast worden.
- OOK als nieuwe recht vn openbare orde of van dwingend recht!
- Voorbeeld: regeling inzake voorwaarden.
- Vroeger: ontbindende voorwaarden werkt retroactief.
- Nu: ontbindende voorwaarden werkt niet meer retroactief.
Voorbeeld toekomstige gevolgen vn oude ctt
- Twee ondernemingen sluiten een verkooptransactie over een verkoop.
- De onderneming A verkoopt een onroerend goed (stuk grond) aan onderneming B.
- Verkooptransactie w gesloten onder ontbindende vw vh niet bekomen ve omgevingsvergunning.
- Als er komt vast te staan dat die ontbindende vw zich realiseert, namelijk dat er geen
omgevingsvergunning kan bekomen worden, dan zal die verbintenis ontbinden.
- Als dit gaat over een ctt van voor 1 jan ‘23 en de vw zich realiseert na 1 jan ‘23, dan zullen de regels
van retroactiviteit vn toepassing zijn.
2. Toekomstige RH met betrekking oude RH.
- Voor toekomstige RH en ook de toekomstige RF mbt die RH, oud recht van toepassing.
- Voorbeeld: vb tot betaling ve koopprijs op basis ve koopctt voor 1 jan ‘23.
- Geldt ook voor..
- De aanvulling / vernieuwing / verlenging ve oud ctt.
- De opzegging ve verbintenis uit een oud ctt.
- Uitvoeringscontracten in het kader vn raamcontracten.
- Raamcontract = kader waarin een hele reeks andere ctt kunnen
tot stand komen in de loop vd duur vh raamctt.
3. Wat bij twijfelgevallen?: Anticipatief toepassen?
- Als het antwoord op het vraagstuk in het oude recht betwist wordt, dan kunnen
rechters zich laten inspireren door het nieuwe recht.
- Staat niet in de wet, maar wel in een passage id toelichting van boek 5.
- MAAR, cttpartijen mogen er op rekenen dat het oude ctt wordt ingevuld zoals het
in het oude recht gold.
- Tekort doen ad gerechtvaardigde verwachtingen vd cttpartijen.
1
, - Is in heel wat arresten gebruikt door het Hof v Cass.
Cassatiearrest ih kader vd afwijzing vn nietigverklaring
- Als een contract wordt gesloten dat aangetast is door nietigheidsgrond, dan kan diegene die
beschermd is door de nietigheid de nietigverklaring vorderen.
- In boek 5 een nieuwe regel opgenomen: als de nietigvk kennelijk ongeschikt zou zijn, gelet op het doel
vd geschonden regel, dan moet de rechter de nietigvk afwijzen.
- Voor boek 5 werd goedgekeurd heeft Hof v Cass dat toegepast in een cassatiearrest op een oud ctt.
- Hof v Cass heeft daar anticipatief toepassing gemaakt.
- Niets belet dat het Hof v Cass zich kan laten inspireren door het nieuw recht om een vraag
die betwist is onder het oude recht een bepaalde wending te gaan geven
- Wat met de imprevisieregel?
- Wanneer het bijzonder moeilijk of kostelijk wordt om een verbintenis na te
komen - ook al is die niet onmogelijk - zijn er wegen om verandering te
brengen aan het cct of zelfs het te beëindigen.
- Vroeger imprevisieleer, na 1 jan ‘23 imprevisieregel. (art. 5.74, BW)
- Van suppletief recht: partijen kunnen afwijken of uitsluiten.
- Retroactieve toepassing van art. 5.74, BW is problematisch.
- Ontneemt partijen vn oude ctt de mogelijkheid om de nieuwe
regel uit te sluiten, want het ctt is al gesloten.
- Data van inwerkingtreding vd verschillende boeken relevant voor deze cursus.
Boek Inwerkingtreding
1 1 januari 2023
3 1 september 2021
5 1 januari 2023
6 1 januari 2025
8 1 november 2020
2
,HOOFDSTUK 2: CONTRACTVRIJHEID.
A. BASISBEGINSEL, FUNDAMENTEEL RECHT EN FUNCTIES.
- Contractvrijheid is een fundamenteel recht - principe van de openbare orde.
- Vormt de basis vh contractenrecht.
- Komt terug in het BW, WBER, Handvest voor de grondrechten vd Europese Unie.
- Artikel 5.14 en 5.15 BW.
- II.3 - 4 WER.
- Artikel 16 HGEU.
- Waarom bestaat de contractvrijheid? Hoe kan je het contractenrecht uitleggen?
1. Wilsautonomie.
- Het is de wil die bepaalt of je een contract wilt sluiten of niet.
- Keuze om te contracteren w overgelaten ad partijen, niet ad rechter.
- Keuze over het al dan niet sluiten en de inhoud vh contract.
- Waarom? Er bestaat geen theorie vn juste prix - justum pretium.
- Basisprincipe: rechters mogen niet tussenkomen id waardering
vn een goed / beoordelen of een prijs rechtvaardig is. Partijen
moeten zelf de prijs bepalen.
- Waarom niet? Gerechtelijke achterstand + moeilijk te bepalen.
- Uitzonderingen: vanuit het mededingingsrecht, bv concurrentierecht.
2. Vertrouwen.
- Rechtmatig vertrouwen vd andere partij.
- Contract is bindend omdat het beloofd is.
- Degene die de belofte ontvangt, mag er op rekenen dat deze nageleefd w.
- Functie contractenrecht en ctte gebondenheid: Het vertrouwen vd ene partij en
belofte vd andere partij in stand houden.
3. Efficiëntie.
Voorbeeld algemene voorwaarden - online aankoop
- Over deze algemene voorwaarden kun je meestal niet onderhandelen.
- Bijna niemand leest deze voorwaarden ooit.
- Toch ben je gebonden aan de algemene voorwaarden.
- Als je daarover onderhandelt, wordt het proces inefficiënt.
- Algemene voorwaarden maken veel transacties mogelijk.
- De spelregels gelden voor duizenden transacties, zorgt vr gestroomlijnd systeem.
- Het voorkomt tijdrovende onderhandelingen per transactie.
- Bedrijven kunnen contracten makkelijker beheren.
3
, 4. Rechtvaardigheid.
- Als tegenpool van de wilsautonomie.
- Wordt vooral ingeroepen om uitzonderingen te creëren op die cctvrijheid, ter
bescherming van partijen die kwetsbaar worden geacht.
B. TWEE FACETTEN.
1. MATERIËLE CONTRACTVRIJHEID.
- De vrijheid om al dan niet te contracteren.
- De vrijheid om te kiezen met wie je contracteert.
- Niemand kan gedwongen worden te contracteren, ook niet door de rechter.
- De vrijheid om de inhoud het cct te bepalen, alsook om het ctt in onderlinge overeenstemming te
wijzigen of te beëindigen.
2. FORMELE CONTRACTVRIJHEID.
- Basisregel.
- Principe van consensualisme.
- Niet gebonden aan vormvoorwaarden.
- Artikel 5.28 en 5.5, eerste lid, BW.
HOOFDSTUK 3: CONTRACTUELE GEBONDENHEID
- Aan de contractvrijheid is de verbindende kracht van de contracten verbonden.
- Door van cctvrijheid te genieten en een cct te sluiten, bind je jezelf door de rechtsgevolgen
die dat cct met zich meebrengt.
- Contractvrijheid ⇒ Gebondenheid.
- Waarom is een contract eigenlijk bindend?
- Omdat de wetgever het wilt, artikel 5.69 en 5.74, eerste lid BW.
- Gaat ervan uit dat contracten positieve gevolgen heeft voor onze maatschappij.
- Gaat ervan uit dat de vrije markt onze welvaart en welzijn zou verhogen.
4
,HOOFDSTUK 4: MECHANISMEN TER BEPERKING VAN DE CONTRACTVRIJHEID EN DE
CONTRACTUELE GEBONDENHEID
A. REGELS VAN OPENBARE ORDE EN DWINGEND RECHT.
1. INVULLING VAN DE OPENBARE ORDE.
1.1. WETTELIJKE INVULLING IN HET NIEUWE RECHT.
- Er kan niet worden afgeweken van regels van de openbare orde, noch van de regels van louter
dwingend recht. (art. 1.3, BW)
- Zijn beide dwingend recht.
- 2 opmerkingen over de openbare orde.
- Het is een evolutief begrip.
- Er bestaat zoiets als de virtuele openbare orde.
- Ontstaat wanneer nieuwe feiten, omstandigheden of technologische ontw
iets mogelijk maken waarvoor nog geen wetgeving bestaat.
- Voorbeeld draagmoederschapcontracten.
- Zelfs zonder specifieke wetgeving is, kan een contract in strijd zijn met de
(virtuele) openbare orde.
- Artikel 1.3, BW.
“... Er kan niet worden afgeweken van de openbare orde, noch van de regels van dwingend
recht.
Is van openbare orde de rechtsregel die de essentiële belangen van de staat of van de
gemeenschap raakt of die in het privaatrecht de juridische grondslagen bepaalt waarop de
maatschappij berust, zoals de economische orde, de morele orde, de sociale orde of de orde
van het leefmilieu.
Is van dwingend recht de rechtsregel die is vastgesteld ter bescherming van een partij die
door de wet als zwakker wordt gehouden.”
- Artikel 5.58, BW.
“De nietigheid is absoluut wanneer de geschonden regel van openbare orde is en dus in
hoofdzaak de bescherming van het algemeen belang beoogt. Iedere belanghebbende kan
zich erop beroepen.
De nietigheid is relatief wanneer de geschonden regel van dwingend recht is en dus in
hoofdzaak de bescherming van een particulier belang beoogt. Enkel de beschermde
persoon kan zich erop beroepen.”
2. FUNCTIE VAN DE OPENBARE ORDE.
- Beschermen van het maatschappelijk belang.
3. ONDERSCHEID MET DE REGELS VAN DWINGEND RECHT.
- Kijken naar gevolgen verbonden met schending. (art. 5.58, BW)
- Schending van regels van dwingend recht ⇒ relatieve nietigheid.
- Enkel de beschermde partij kan die regels opwerpen.
- Beschermde partij kan afstand nemen doen vd nietigheid.
5
, - Schending van regels van openbare orde ⇒ absolute nietigheid.
- Elke belanghebbende kan die regels opwerpen. (Ook een derde)
- Kan geen afstand van worden genomen.
- Kijken naar parlementaire voorbereidingen.
- Kijken naar rechtspraak.
- Voorbeeld: Hof v Cass heeft beslist dat artikel 1792, oud BW van openbare orde is.
Opmerking: derde categorie vn regels is de regel vn suppletief recht.
- Is de ‘default rule’, van toepassing als er niet vn afgeweken is.
4. NIETIGHEIDSVERKLARING.
- Contract in strijd met openbare orde of dwingend recht, op het ogenblik vh sluiten.
- Contract kan volledig / gedeeltelijk nietig verklaard worden.
- Wat al is uitgevoerd, moet worden teruggegeven.
- Contract in strijd met openbare orde of dwingend recht, nadat het is afgesloten, doordat de
wetgever een nieuwe nieuwe regel vn openbare orde of dwingen recht stemt.
- Zal een impact hebben op lopende contracten.
- Contract wordt enkel onafdwingbaar. (geen nietigvk)
- MAAR, als de nieuwe regel nt vn openbare orde is of dwingend recht.
- Zal geen invloed hebben op lopende contracten.
- Staat in overgangsbepalingen van boek 5.
B. FUNDAMENTELE RECHTEN.
- Verticale werking.
- Fundamentele rechten beschermen de particulier tegen de OH en OHmaatregelen.
- Als beschermingsmechanisme tegen beknotting vn onze mensenrechten door de OH.
- Beperkingen kunnen als er een legitieme reden voor bestaat.
- Horizontale werking.
- Fundamentele rechten beschermen particulieren in hun onderlinge relaties / rechtsverhoudingen.
- Nog maar een evolutie vn 30 à 40 jaar.
- Rechtstreeks.
- Wanneer er een wet bestaat die uitdrukkelijk een bepaalde regel voorziet
dat een fundamenteel recht in particuliere relaties gaat afdwingen.
- Onrechtstreeks.
6
,Voorbeeld fundamentele rechten - het tekenen van een huurcct
- In het huurctt verbiedt de verhuurder het houden vn huisdieren.
- Is dat beding geldig? Is dat geen schending vh recht op gezinsleven of het recht op privé leven?
- Belangenafweging: belangen vd andere huurders, huurder die een huisdier wil en die vd verhuurder.
- Recht gaat over welk belang prioriteit krijgt.
- Heel wat rechtspraak over.
- Als het gaat om een slecht opgevoede hond of een kalkoen, dan w beding in stand gehouden.
- Als het gaat om een eenvoudige kat of hond, dan w beding ongeldig verklaard.
- Beding is strijdig met de oo, want is strijdig met fundamentele recht op inrichten van uw privé leven.
→ Onrechtstreekse horizontale werking.
Voorbeeld fundamentele rechten - antidiscriminatiewetgeving.
- Voorzien regels dat in bepaalde contexten geen discriminatie gepleegd mag worden.
- Bijvoorbeeld in loon, arbeidsverhoudingen, verzekeringssituaties.
→ Rechtstreekse horizontale werking.
Voorbeeld fundamentele rechten - stripteasecontract.
- Persoon sluit een stripteasecontract met een uitbater, maar na het sluiten wilt die ervan af.
- Sluiten van dat contract is niet strijdig met de openbare orde (menselijke waardigheid), vroeger wel.
- Persoon zegt: ‘ik kom vanavond niet.’
- Kan uitbater dan nr de kortgedingrechter om een bevel tot uitvoering in natura vd ctte vb te vragen?
- Rechter kan een balans proberen te leggen en gaat het grondrecht op bescherming van de
menselijke waardigheid in overweging nemen.
- Rechter zal dan geen gedwongen uitvoering opleggen, maar een andere sanctie.
→ Horizontale werking.
Voorbeeld - blood-sucker case
- De journalist stelde de vraag: ‘jouw directeur was toch wel een bloedzuiger?’
- De ambtenaar antwoordde: ‘ja’, waarop het onmiddellijk ontslag van de ambtenaar volgde.
- De ambtenaar was niet tevreden en stapt naar de rechter, zaak uiteindelijk voorgelegd ah EHRM.
- 2 grondrechten tegenover elkaar: recht op vrijheid vn meningsuiting en recht op de goede naam.
- Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens doet een belangenafweging.
- EHRM: het ontslag vd ambtenaar door de Spaanse openbare omroep was disproportioneel.
- Een lichtere sanctie had kunnen volstaan, zoals voorbeeld blaam.
→ Horizontale werking.
Voorbeeld - burkiniverbod in zwembad.
- Een contractweigering vond plaats tss zwembaduitbater en persoon die wilt zwemmen met burkini.
- Belangenafweging: discriminatieverbod en hygiëne.
- Het Hof van Beroep te Antwerpen oordeelde dat het verbod gerechtvaardigd is.
- Rechtvaardiging: het belang van hygiëne voor iedereen die in het zwembad komt.
→ Horizontale werking.
7
,C. VERBOD VAN RECHTSMISBRUIK.
1. GRONDSLAG, TOEPASSINGSGEBIED EN INHOUD.
1.1. GRONDSLAG.
- Artikel 1.10 BW.
“Niemand mag misbruik maken van zijn recht.
Wie zijn recht uitoefent op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale
uitoefening van dat recht door een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde
omstandigheden geplaatst, maakt misbruik van zijn recht.
De sanctie voor een dergelijk misbruik bestaat in de matiging van het recht tot zijn normale
rechtsuitoefening, onverminderd het herstel van de schade die het misbruik heeft
berokkend.”
→ Maw, niet omdat je een recht hebt, dat je dat ook altijd mag uitoefenen.
- Vroeger door HvC als algemeen rechtsbeginsel erkend, maar sinds boek 1 in de wet.
- Twee sancties: matiging en schadeherstel.
- Artikel 5.73, lid 2, BW.
“… mag niemand misbruik maken van de rechten die hij aan het contract ontleent.
Elke afwijking van dit artikel wordt voor niet-geschreven gehouden…”
→ Matigende functie vd goede trouw bij ctte rechten.
- Niet-geschreven gehouden = vatbaar voor nietigverklaring.
- Beding dat verbod van rechtsmisbruik gaat uitsluiten, is vatbaar vr nietigvk.
1.2. TOEPASSINGSGEBIED.
- Het verbod geldt in de eerste plaats voor subjectieve rechten.
- Zoals zakelijke en persoonlijke rechten.
- Het verbod geldt in de tweede plaats voor het uitoefenen van wettelijke mogelijkheden en vrijheden.
- Zoals contractvrijheid.
Voorbeeld - arrest van de stacaravan.
- Huurcontract tss eigenaar caravan (A) en uitbater camping (B).
- In huurcct clausule dat A huurctt niet zomaar mocht overdragen aan een ander, zoals een koper.
- Clausule opgenomen om een commissie op de verkoop vd caravans te bekomen.
- Moest uitdrukkelijke, voorafgaande, schriftelijke toestemming van B hebben.
- B had het recht om een huuroverdracht te weigeren. (contractvrijheid)
- A wilt caravan verkopen aan koper (C) die op dezelfde camping wilde blijven.
- C gaat naar B, maar B weigert het contract tot huur.
- A moest verkopen aan andere koper voor helft vd prijs en heeft B aangesproken tot sv wegens rm.
8
,1.3. CRITERIA VAN RECHTSMISBRUIK.
1.3.1. ALGEMEEN CRITERIUM.
- Marginale toetsing. (art. 1.10, BW)
- De uitoefening ve recht op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van hoe een
voorzichtig en redelijk persoon gebruik zou maken van zijn recht in dezelfde omstandigheden.
- Ook als openbare orde of dwingend recht.
- Geldt ook voor subjectieve rechten die geput worden uit objectief recht dat van openbare
orde of vn dwingend recht is.
- Bewijslast ligt bij de partij die het rechtsmisbruik door een ander aanvoert.
1.3.2. SPECIFIEK CRITERIUM.
- Niet in de wet geschreven, maar wel cassatierechtspraak.
- Er is sprake van rechtsmisbruik als de houder van het subjectieve recht handelt..
1. met de bedoeling om de ander te schaden.
2. zonder redelijk of afdoende belang.
3. door het recht uit te oefenen in strijd met het doel of voor een ander doel dan waarvoor het
is toegekend. (finaliteitscriterium)
4. door bij een keuze tussen 2 rechtsuitoefeningen die evenveel voordeel opleveren voor de houder
van het recht, te kiezen voor de rechtsuitoefening die het meest schadelijk is voor de ander.
5. door te kiezen voor een wijze van rechtsuitoefening waarbij de schade voor de ander
disproportioneel groter is dan het voordeel dat je bekomt. (disproportionaliteitscriterium)
6. met beschaming vh gewettigd vertrouwen van een ander. (inconsistent gedrag)
→ Veel discussie of verbod van rechtsmisbruik vn oo is of dr, is op z’n minst van dwingend recht.
Voorbeeld - recht op ontbinding van een huur
- Huurcontract voor een fabriek wordt gesloten voor 9 jaar.
- Gemene huurrecht is vn toepassing: huurder en verhuurder zijn gebonden voor 9 jaar.
- Na 1 jaar, besluit huurder Europa te verlaten en wil hij huurcct beëindigen.
- Huurder begaat een contractbreuk. Verhuurder heeft het keuzerecht tss 2 sancties.
1/ Uitvoering in natura: huurder moet volledige resterende huur van 8 jaar betalen.
2/ Ontbinding vh cct met aanvullende sv: huurder moet vergoeding betalen ter compensatie
vd maanden die verhuurder nodig heeft om nieuwe huurder te vinden.
- Hoewel subjectief recht om sanctie 1 te eisen, kan niet door verbod op rechtsmisbruik.
→ Toepassing vh vijfde criterium.
9
, Voorbeeld - recht op nietigverklaring
- Bij verkoop vn onroerend goed in het VL Gewest geldt en verplichting uit het Vlaams Bodemdecreet.
- Verplichting om een bodemattest op te vragen bij OVAM. (Openbare VL Afvalstoffenmaatschappij)
- Inhoud vn bodemattest moet opgenomen w id onderhandse akte vn verkoop van onroerend goed.
- Dit is voorgeschreven op straffe van nietigheid. (art. 116, bodemdecreet)
- De nietigheid kan alleen w ingeroepen door degene die belang heeft bij de informatie die evt in dat
bodem attest staat, namelijk de koper.
- Onroerend goed w verkocht zonder dat een bodemattest is gevraagd of zonder dat de inhoud ervan
is opgenomen id onderhandse akte.
- Hoewel subjectief recht om de nietigverklaring te in te roepen, kan niet door verbod op
rechtsmisbruik wanneer er geen sprake is van bodemverontreiniging.
→ Toepassing vh derde criterium.
Recht op interest
- Als een prijs te laat w betaald, kan recht op interest ontstaan voor de periode waarin nt betaald is.
- Interesten beginnen pas te lopen vanaf handelaar boer ingebreke stelt, tenzij anders in het ctt staat.
- Raamcontract vn 10 jaar tussen een boer en handelaar: boer moet wekelijks een bepaalde
hoeveelheid meel leveren en de betaling moet binnen 30 dagen na factuurdatum gebeuren.
- De eerste vier jaar betaalt de boer systematisch 2-3 maanden te laat.
- De handelaar vordert nooit interesten en stelt de boer niet in gebreke.
- In het vijfde jaar breekt een crisis uit en eist de leverancier de interesten van alle facturen.
- Handelaar handelt inconsistent met eerder gedrag door na jaren plots interesten te eisen.
- Door gedrag vd handelaar mocht boer rechtmatig vertrouwen hebben dat interesten nt
gevraagd zouden w.
- Hoewel subjectief recht op interesten, moet het gematigd worden door verbod op rechtsmisbruik.
- Voorbeeld: enkel intrest vd laatste zes maanden, niet vd hele periode van vijf jaar.
→ Toepassing vh zesde criterium.
1.3.3. RECHTSVERWERKING.
- Bestaat niet in ons recht, MAAR hetzelfde resultaat kan bekomen w door het zesde criterium vn rm.
- Definitie: verlies (uitdoving) ve recht omdat de titularis ervan een houding aanneemt die objectief
onverenigbaar is met de uitoefening van dat bepaald recht, zonder dat de titularis afstand van zijn
recht heeft gedaan.
2. SANCTIE HANDELEN IN STRIJD MET VERBOD RECHTSMISBRUIK OF DE OBJ. GOEDE TROUW.
- Artikel 1.10, lid 3 BW.
“De sanctie voor een dergelijk misbruik bestaat in de matiging van het recht tot zijn
normale rechtsuitoefening, onverminderd het herstel van de schade die het misbruik heeft
berokkend.”
- Schadeherstel.
10