4.3. De wortel
4.3.1. Algemeen
Wortel zijn, zoals de stengels, in de regel radiair symmetrische organen. Ze brengen nooit onmiddellijk bladeren
voort, soms kunnen wel knoppen ontstaan op de wortels.
Wortel hebben belangrijke functies:
- Verankeren de plant in de bodem
- Nemen water en anorganische zouten op uit de bodem
- Vaak dienen ze ook als reserve-orgaan
- Synthese hormonen
Slechts bij enkele zaadplanten ontbreekt een wortel helemaal, bv bij sommige vrij drijvende waterplanten, enkele
Orchidaceae en sommige epifyten
Wortels zijn in de evolutie slechts opgetreden vanaf de varenachtige. Bij sommige lagere planten komen soms
structuren voor met dezelfde functies als wortels maar niet met dezelfde anatomische en morfologische structuur.
4.3.2. Uitwendige structuur van de wortelgroeitop
Meristematische groeitop van de wortel is zeer kort, eenvoudiger gebouwd dan de stengelgroeitop en er worden
geen zijdelingse organen aangelegd. Zijwortels ontstaan pas later, op een relatief grote afstand van het meristeem.
Het wortelmeristeem vormt ook een wortelmutsje.
Zones in de wortel:
Wortelmutsje of calyptra = weefsel dat het eindmeristeem beschermt en voortdurend
hernieuwd wordt.
o De wortelgroeitoppen van houtige planten groeien eerder periodische aan dan
continu. Tijdens de groeistop worden de wortelgroeitoppen en de onderliggende
weefsels beschermd door suberine-achtige afzettingen → geheel van deze lagen
= metacutis. Vaak wordt de metacutis herhaaldelijk doorbroken en opnieuw
aangelegd (bij luchtwortels goed waar te nemen). De buitenste calyptralaag is de
mucigel, dat dienst doet als smeermiddel, betere ion-opname en
rhizosfeerbacteriën aantrekken.
Gladde zone: zonder wortelhaartjes
Wortelhaartjeszone: met zeer talrijk wortelhaartjes = uitgegroeide rizodermiscellen
Verkurkte zone: wortelhaartjes zijn afgestorven en de verkurkte exodermis komt aan het
oppervlak te liggen.
Als de wortel verder groeit in de bodem, vormen er nieuwe wortelhaartjes in de gladde zone,
terwijl de oudere wortelhaartjes afsterven → enkel de verkurkte zone neemt in lengte toe.
Wortelhaartjes ontbreken bij vele planten, namelijk bij water- en moerasplanten en bij gymnospermen waar
bepaalde zwammen symbiotisch leven met de wortels (mycoriza). De mycorizazwammen zijn dan verantwoordelijk
voor de opname van water en nutriënten. Bij sommige waterplanten ontbreekt het wortelmutsje.
Een andere belangrijke plant-micro-organisme interactie: symbiose tussen vlinderbloemige planten en
gespecialiseerd Rhizobium bacteriën. Het zorgt voor beter stikstoffixatie tot ammonium.
4.3.3. Anatomie van de wortelgroeitop
, Algemeen
Bij meeste pteridofyten is er in de worteltop (zoals in stengtop), één tetraëdrische topcel. Naast de gewone delingen,
deelt deze topcel zich ook periklien tot segmenten die zich verder ontwikkelen tot een wortelmutsje
Bij meeste zaadplanten zijn er twee organisatievormen
In een eerste type vormt één groep initiaalcellen de calyptra, rizodermis, schorscilinder en centrale cilinder
Bij het andere type zijn er drie groepen initiaalcellen
o Calyptrogeen vormt de calyptra
o Peribleem geeft aanleiding aan de schorscilinder
o Pleroom vormt de centrale cilinder
Rizodermis wordt hetzij door het calyptrogeen, hetzij door het peribleem gevormd.
Rustend centrum: tussen wortelmutsje en de initiaalcellen, relatief weinig celdelingen.
Groeizones van de worteltop
Zoals bij de stengel zijn er ook hier vanaf de top drie opeenvolgende groeizones met geleidelijke overgangen:
Embryonale zone: zeer klein, structuur werd hierboven besproken
Strekkingszone: valt bij benadering samen met de gladde zone, deze zone is veel korter dan bij de stengel (5-
10 mm). Hier kan reeds een eerste differentiatie optreden, namelijk de vorming van het protofloëem.
Differentiatiezone: valt hoofzakelijk samen met de wortelhaartjes en het begin van de verkurkte zone.
In de centrale procambiumstreng die later de centrale cilinder wordt, differentieert zich eerst het protofloëem. Het
metafloëem ontwikkelt later naar het centrum van de wortel toe. Protoxyleem wordt aangelegd tussen de
protofloeëmbundels en de differentiatie geschiedt in centripetale richting (exarch). Iets verder van de top ontstaan
naar het centrum grotere gevacuoliseerde cellen die het metaxyleem zullen vormen. De afzetting van
lignineverdikking gebeurt echter veel later na de differentiatie van het protoxyleem.
Zowel het xyleem als het floëem ontwikkelen zich exarch in de wortel
4.3.1. Algemeen
Wortel zijn, zoals de stengels, in de regel radiair symmetrische organen. Ze brengen nooit onmiddellijk bladeren
voort, soms kunnen wel knoppen ontstaan op de wortels.
Wortel hebben belangrijke functies:
- Verankeren de plant in de bodem
- Nemen water en anorganische zouten op uit de bodem
- Vaak dienen ze ook als reserve-orgaan
- Synthese hormonen
Slechts bij enkele zaadplanten ontbreekt een wortel helemaal, bv bij sommige vrij drijvende waterplanten, enkele
Orchidaceae en sommige epifyten
Wortels zijn in de evolutie slechts opgetreden vanaf de varenachtige. Bij sommige lagere planten komen soms
structuren voor met dezelfde functies als wortels maar niet met dezelfde anatomische en morfologische structuur.
4.3.2. Uitwendige structuur van de wortelgroeitop
Meristematische groeitop van de wortel is zeer kort, eenvoudiger gebouwd dan de stengelgroeitop en er worden
geen zijdelingse organen aangelegd. Zijwortels ontstaan pas later, op een relatief grote afstand van het meristeem.
Het wortelmeristeem vormt ook een wortelmutsje.
Zones in de wortel:
Wortelmutsje of calyptra = weefsel dat het eindmeristeem beschermt en voortdurend
hernieuwd wordt.
o De wortelgroeitoppen van houtige planten groeien eerder periodische aan dan
continu. Tijdens de groeistop worden de wortelgroeitoppen en de onderliggende
weefsels beschermd door suberine-achtige afzettingen → geheel van deze lagen
= metacutis. Vaak wordt de metacutis herhaaldelijk doorbroken en opnieuw
aangelegd (bij luchtwortels goed waar te nemen). De buitenste calyptralaag is de
mucigel, dat dienst doet als smeermiddel, betere ion-opname en
rhizosfeerbacteriën aantrekken.
Gladde zone: zonder wortelhaartjes
Wortelhaartjeszone: met zeer talrijk wortelhaartjes = uitgegroeide rizodermiscellen
Verkurkte zone: wortelhaartjes zijn afgestorven en de verkurkte exodermis komt aan het
oppervlak te liggen.
Als de wortel verder groeit in de bodem, vormen er nieuwe wortelhaartjes in de gladde zone,
terwijl de oudere wortelhaartjes afsterven → enkel de verkurkte zone neemt in lengte toe.
Wortelhaartjes ontbreken bij vele planten, namelijk bij water- en moerasplanten en bij gymnospermen waar
bepaalde zwammen symbiotisch leven met de wortels (mycoriza). De mycorizazwammen zijn dan verantwoordelijk
voor de opname van water en nutriënten. Bij sommige waterplanten ontbreekt het wortelmutsje.
Een andere belangrijke plant-micro-organisme interactie: symbiose tussen vlinderbloemige planten en
gespecialiseerd Rhizobium bacteriën. Het zorgt voor beter stikstoffixatie tot ammonium.
4.3.3. Anatomie van de wortelgroeitop
, Algemeen
Bij meeste pteridofyten is er in de worteltop (zoals in stengtop), één tetraëdrische topcel. Naast de gewone delingen,
deelt deze topcel zich ook periklien tot segmenten die zich verder ontwikkelen tot een wortelmutsje
Bij meeste zaadplanten zijn er twee organisatievormen
In een eerste type vormt één groep initiaalcellen de calyptra, rizodermis, schorscilinder en centrale cilinder
Bij het andere type zijn er drie groepen initiaalcellen
o Calyptrogeen vormt de calyptra
o Peribleem geeft aanleiding aan de schorscilinder
o Pleroom vormt de centrale cilinder
Rizodermis wordt hetzij door het calyptrogeen, hetzij door het peribleem gevormd.
Rustend centrum: tussen wortelmutsje en de initiaalcellen, relatief weinig celdelingen.
Groeizones van de worteltop
Zoals bij de stengel zijn er ook hier vanaf de top drie opeenvolgende groeizones met geleidelijke overgangen:
Embryonale zone: zeer klein, structuur werd hierboven besproken
Strekkingszone: valt bij benadering samen met de gladde zone, deze zone is veel korter dan bij de stengel (5-
10 mm). Hier kan reeds een eerste differentiatie optreden, namelijk de vorming van het protofloëem.
Differentiatiezone: valt hoofzakelijk samen met de wortelhaartjes en het begin van de verkurkte zone.
In de centrale procambiumstreng die later de centrale cilinder wordt, differentieert zich eerst het protofloëem. Het
metafloëem ontwikkelt later naar het centrum van de wortel toe. Protoxyleem wordt aangelegd tussen de
protofloeëmbundels en de differentiatie geschiedt in centripetale richting (exarch). Iets verder van de top ontstaan
naar het centrum grotere gevacuoliseerde cellen die het metaxyleem zullen vormen. De afzetting van
lignineverdikking gebeurt echter veel later na de differentiatie van het protoxyleem.
Zowel het xyleem als het floëem ontwikkelen zich exarch in de wortel