Hoofdstuk 1 – Missie, Visie en Strategie
1. Wat is de voornaamste functie van een missie binnen een organisatie?
A) Uitleggen wat de organisatie in de verre toekomst wil bereiken en hoe dit te realiseren
B) Het bestaansrecht van de organisatie verduidelijken: waarom bestaat deze überhaupt?
C) Een toekomstvisie opstellen over waar de organisatie heen wil
D) Financiële targets en winstdoelstellingen formuleren
Antwoord: B
2. Wat is het doel van een inspirerende visie?
A) Toekomstgericht richting geven en enthousiasmeren, zowel intern als extern
B) Het beschrijven van dagelijkse werkprocessen binnen de organisatie
C) Het beloningsbeleid koppelen aan organisatiedoelen
D) Alleen reageren op marktontwikkelingen en concurrentie
Antwoord: A
3. Waarom gebruikt Albert Heijn liever zelfscanners dan extra personeel?
A) Scanners verlagen personeelskosten aanzienlijk
B) Om beter in te spelen op arbeidsmarktkrapte en medewerkers fysiek minder te belasten
C) Omdat klanten zelf aangeven dit handiger te vinden
D) Om volledig geautomatiseerde winkels te kunnen realiseren
Antwoord: B
Hoofdstuk 2 – Strategie en Personeel
4. Wat wordt gezien als een aanvaardbaar ziekteverzuimpercentage in organisaties?
A) 10% – dit is realistisch volgens branchegemiddelden
B) 6% – dit komt vaak voor maar wordt als aan de hoge kant gezien
C) 4% – een niveau waar veel organisaties op mikken
D) 2% – dit komt zelden voor en is moeilijk haalbaar
Antwoord: C
5. Wat is het Taylorisme in personeelsbeleid?
A) Focus op langetermijnontwikkeling van personeel
B) Efficiëntie verhogen door werk op te delen in kleine, gestandaardiseerde handelingen
C) Flexibele werktijden aanbieden afgestemd op de werknemer
D) Zelfstandigheid en betrokkenheid onder medewerkers vergroten
Antwoord: B
6. Wat past niet bij hedendaags HR-beleid?
A) Strategisch plannen van personeel op basis van organisatiedoelen
B) Ad-hocbesluiten zonder lange termijn of samenhang
C) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid van medewerkers
D) HR als onderdeel van de bredere organisatieontwikkeling
Antwoord: B
Hoofdstuk 3 – Lijn & Staf binnen HRM
, 7. Welke rol heeft HR in een lijn-staforganisatie?
A) Een onafhankelijke eenheid zonder invloed op de rest van het bedrijf
B) Een adviserende stafafdeling die ondersteuning biedt aan lijnmanagers
C) Een externe partij alleen betrokken bij sollicitatieprocedures
D) Direct verantwoordelijk voor de dagelijkse productieactiviteiten
Antwoord: B
8. Wat kan een valkuil zijn bij hybride werken?
A) Minder woon-werkverkeer zorgt voor meer ontspanning
B) Het risico op minder onderlinge verbinding en verzwakte teamsamenwerking
C) Een betere werk-privébalans voor medewerkers
D) Meer autonomie in de indeling van de werkdag
Antwoord: B
9. Welke afdeling valt niet onder ‘staf’?
A) HRM – personeelsbeleid en ondersteuning
B) ICT – technische ondersteuning
C) Marketing – gericht op omzetgroei en klantenwerving
D) Finance – controle en financiële administratie
Antwoord: C
Hoofdstuk 4 – Wetgeving en Goed Bestuur
10. Wat is het hoofddoel van de Arbowet?
A) Regels rondom loon, pensioen en arbeidsvoorwaarden
B) Een veilige en gezonde werkplek waarborgen voor alle medewerkers
C) Ontslagprocedures en contractbepalingen regelen
D) Belastingverplichtingen van werkgevers vastleggen
Antwoord: B
11. Voor wie geldt de Code Tabaksblat?
A) Alle Nederlandse ondernemingen
B) Aandelenbeurzen en beursgenoteerde bedrijven met focus op transparant bestuur
C) Overheidsinstanties en semioverheidsorganisaties
D) ZZP'ers en freelancers
Antwoord: B
12. Wat betekent ‘governance’ in de context van organisaties?
A) Productontwikkeling en lancering
B) Het totaal van toezicht, besturing en controle om doelen te bereiken en risico’s te managen
C) Marketingplannen opstellen voor marktaandeel
D) Nieuwe medewerkers werven en selecteren
Antwoord: B
Hoofdstuk 5 – De Arbeidsmarkt
13. Wat houdt numerieke flexibiliteit in?
A) Verschillende werktijden voor elke medewerker