,Statistiek deel 1
Populatie =verzameling van alle objecten van het onderzoek
Steekproef= deelverzameling van populatie
Variabelen= kenmerken ( vb. kleur, leeftijd,….)
Dataset/datamix = verwerking van variabelen
Statistische gevolgtrekkingen= een schatting, besluit of andere veralgemening v/d ganse populatie
Onderzoek (Welke variabelen en hoe verzamelen)
⁃ Enquete = vragenformulier
⁃ Observatie onderzoek= observeert in natuurlijke omgeving en registreert bij relevante variabelen
⁃ experiment= onderzoeker legt een handeling op aan de te onderzoeken eenheden
Steekproef niet altijd een goede afspiegeling
Representatief en betrouwbaar Informatie verzamelen niet altijd feilloos!! (Vb administratieve fouten, expirimet misluk…)
Representatieve steekproef moet aselect zijn: elementen moeten gelijke kans hebben om in steekproef te komen
Zoniet : is de steekproef onzuiver/ gebiased
Randomisatie= methode voor het nemen van een aselecte steekproef. Elementen worden willekeurig geloot
Betrouwbaarheid wordt bepaalt door de omvang van de steekproef en variabiliteit in de populatie
Steek proef omvang: teklein= onzekere resultaten
tegroot= validiteit van de uitkomsten geschaaft worden
Variabelen
Kwantitatieve: prijs, gewicht, aantal
⁃ discrete variabele: dobbelsteen, aantal kindere, producten per maand…
⁃ continue variabelen: tijd, afstand, temeratuur,gewicht…
⁃ Interval schaal: als verschil van 2 uitkomsten 1 duidige betekenis heeft. bv interval tussen 3u en 5u
⁃ Ratioschaal: als er sprake is van een absoluut nulpunt. Vb maandloon, wachttijd
Kwalitatief: kleur, merk, gebouwtiepe….
⁃ ordinale schaal: slecht, goed, super
⁃ nominaal schaal: geen logische volgorde/ordening. Vb kleur, naam….
Tabellen en grafieken
⁃ kolomkoppen, logische volgorde, totalen van kolom en rij, titel, bronvermelding
⁃ as vermeld welke variable en eenheid, schaalverdeling (geen lange getallen) , nulpunt, legende
Frequentietabel
Omvang steekproef/ aantal waarnemingen
Aantal verschillende waarnemingen/hoe divers
Waarnemingen
Absolute cumulatieve frueqentie/ aantal waarnemingen
Hoeveelheid waarden van xi/ absolute frequentie van de waarneming xi <= ni
ni in % / relatieve frequentie van de waarneming xi Relatieve cumulatieve frequentie
, Frequentie polygoon
Cumulatieve frequentie polygoon
Kolomdiagram
Lijndiagram
Populatie =verzameling van alle objecten van het onderzoek
Steekproef= deelverzameling van populatie
Variabelen= kenmerken ( vb. kleur, leeftijd,….)
Dataset/datamix = verwerking van variabelen
Statistische gevolgtrekkingen= een schatting, besluit of andere veralgemening v/d ganse populatie
Onderzoek (Welke variabelen en hoe verzamelen)
⁃ Enquete = vragenformulier
⁃ Observatie onderzoek= observeert in natuurlijke omgeving en registreert bij relevante variabelen
⁃ experiment= onderzoeker legt een handeling op aan de te onderzoeken eenheden
Steekproef niet altijd een goede afspiegeling
Representatief en betrouwbaar Informatie verzamelen niet altijd feilloos!! (Vb administratieve fouten, expirimet misluk…)
Representatieve steekproef moet aselect zijn: elementen moeten gelijke kans hebben om in steekproef te komen
Zoniet : is de steekproef onzuiver/ gebiased
Randomisatie= methode voor het nemen van een aselecte steekproef. Elementen worden willekeurig geloot
Betrouwbaarheid wordt bepaalt door de omvang van de steekproef en variabiliteit in de populatie
Steek proef omvang: teklein= onzekere resultaten
tegroot= validiteit van de uitkomsten geschaaft worden
Variabelen
Kwantitatieve: prijs, gewicht, aantal
⁃ discrete variabele: dobbelsteen, aantal kindere, producten per maand…
⁃ continue variabelen: tijd, afstand, temeratuur,gewicht…
⁃ Interval schaal: als verschil van 2 uitkomsten 1 duidige betekenis heeft. bv interval tussen 3u en 5u
⁃ Ratioschaal: als er sprake is van een absoluut nulpunt. Vb maandloon, wachttijd
Kwalitatief: kleur, merk, gebouwtiepe….
⁃ ordinale schaal: slecht, goed, super
⁃ nominaal schaal: geen logische volgorde/ordening. Vb kleur, naam….
Tabellen en grafieken
⁃ kolomkoppen, logische volgorde, totalen van kolom en rij, titel, bronvermelding
⁃ as vermeld welke variable en eenheid, schaalverdeling (geen lange getallen) , nulpunt, legende
Frequentietabel
Omvang steekproef/ aantal waarnemingen
Aantal verschillende waarnemingen/hoe divers
Waarnemingen
Absolute cumulatieve frueqentie/ aantal waarnemingen
Hoeveelheid waarden van xi/ absolute frequentie van de waarneming xi <= ni
ni in % / relatieve frequentie van de waarneming xi Relatieve cumulatieve frequentie
, Frequentie polygoon
Cumulatieve frequentie polygoon
Kolomdiagram
Lijndiagram