Statistiek A - Volledige samenvatting OOW

Statistiek A
OPLEIDINGS- EN ONDERWIJSWETENSCHAPPEN

, Statistiek A
VOLLEDIGE SAMENVATTING


INFORMATIE CONTACTMOMENT 1

Examen:
 Deel 1: gesloten boek (2uur) 70%
 Kennis en inzicht, korte berekeningen, interpreteren van output
 Digitaal op computer van UA
 Kladpapier + tabel met z-scores (op papier) krijg je
 Enkel rekenmachine van pc of Excel is toegestaan
 Deel 2: open boek (1u15) 30%
 Genereren van output en interpreteren van output
 Digitaal en op papier inclusief info dataset
 Handboek & eigen scripts zijn toegestaan
 Zet alle digitale hulpmaterialen op USB (er is geen wifi)
 Mix van korte antwoordvragen, open vragen en meerkeuzevragen met verhoogde cesuur van
63%
 Je moet minimaal de helft behalen op het gesloten deel


1. WAT IS STATISTIEK?

Statistiek is overal:
 3 op de 10…
 Weersvoorspellingen
 Evolutie doorheen de tijd (in grafieken)

Statistiek is bestaan uit de nood aan volkstellingen en winst.

Betekenis:
 Data
 Het aantal leerlingen per onderwijsniveau
 Bewerkingen op data
 Gemiddeld inkomen
 Wetenschap
 Hoe data te analyseren

Statistiek is de wetenschap van het verzamelen, organiseren, presenteren, analyseren en
interpreteren van gegevens of data volgens een numerieke logica.

3 verschillende functies van statistiek:
 Beschrijven
 Steekproefdata
 Wat kan je er over vertellen?
 Om vereenvoudigingen te geven van een complexe realiteit
 Om meer zicht te krijgen op de eigenschappen van een groep
 Verklaren
 Waarom?
 Een bepaald fenomeen dat we vaststellen in de werkelijkheid verklaren
 Voorbeeld: invloed roken op longkanker

, 
Statisch model: een grove vereenvoudiging van de realiteit, waarin je beschrijft hoe
situaties in gemiddelde termen/in probabilistische termen werken
 Voorspellen
 Voorbeeld: opwarming aarde & weersvoorspellingen
 Statistiek kan je niet exact voorspellen. Het zijn geen definitieve voorspellingen,
maar wel voorspelling in termen van kansen.


2. HET PROGRAMMA R

R is een taal en omgeving die de gebruiker in staat stelt statistische berekeningen te doen en deze
grafisch weer te geven.

Voor uitleg over installeren van R, installeren van pakketten, werken met pakketten en conventies in R
bekijk hoofdstuk 2, pagina 23 tot en met 35.


3. DATA EN DE DATAMATRIX

Wat is data?
 Informatie-eenheden verkregen via observatie (= meten)
 Geobserveerd kenmerken = variabele (kenmerk varieert, neemt meerdere waarden
weer)
 Een variabele is de bouwsteen voor statische analyse.
 Een variabele is een kenmerk van een eenheid uit de populatie dat op 1 of
andere wijze gemeten kan worden en dat varieert over de eenheid van de
populatie heen.
 Voorbeeld: geslacht, jaar, richting,…
 Als het kenmerk slechts 1 waarde aanneemt, hebben we te maken met een constante.
 Bij een constante weet je op voorhand het antwoord al, bij een variabele weet je nog niet het
antwoord van iemand want dit kan veranderen van anderen.

In welke situatie spreken we over meten?
 We gebruiken een meter om de lengte te meten.
 We noteren dat Jan bruin haar heeft en Sven zwart haar.
 Uit verslagen van vergaderingen van een school leren we dat het aantal fte in 5 jaar
gedaald is en met 3 eenheden.
 Uit gesprek met een buschauffeur leren we dat hij vorig jaar een cursus heeft gevolgd rond
omgaan met agressieve klanten.

Meten: gaan oberveren en daar informatie uit halen en die gaan opslaan

Open en gesloten observaties:
 Open observatie: je weet niet op voorhand alle mogelijke antwoorden op een vraag
 Voorbeeld: aan 100 studenten vragen wat ze vonden van een les
 Gesloten observatie: je weet het aantal mogelijke uitkomsten op voorhand
 Voorbeeld: aan 100 studenten vragen om een les een score te geven van 0 tot 10

Welke zijn variabelen en waarom?
 De onderwijsvorm van een klas leerlingen uit bso-haarzorg?
 Geen variabele, ze geven allemaal hetzelfde antwoord.
 De woonplaats van de studenten uit deze groep.
 Variabele, we komen uit verschillende plaatsen.
 De kleur van ogen van de studenten.
 Variabele, we hebben allemaal andere oogkleuren.