Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting Basiskennis taalonderwijs derde druk 2020, H1 t/m 11

Vendu
117
Pages
24
Publié le
15-10-2020
Écrit en
2020/2021

Het is een samenvatting van het gehele boek: Basiskennis taalonderwijs; derde druk, 2020 van Henk Huizenga en Rolf Robbe. Dit boek is het belangrijkste voor de landelijke kennisbasistoets taal/Nederlands van de PABO in het jaar 2020/2021. Het zijn 11 hoofdstukken samengevat in 25 pagina's (het hele boek heeft er anders 270 die je moet leren) ;) Alle begrippen komen er in voor met uitleg, verwante begrippen en/of voorbeelden. Alle begrippen die voor een ':' staan zijn begrippen uit de begrippenlijst én de begrippen die dikgedrukt zijn ook. Zo mis je er geen één uit de lijst. Succes!

Montrer plus Lire moins
Établissement
Cours










Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Livre connecté

École, étude et sujet

Établissement
Cours
Cours

Infos sur le Document

Livre entier ?
Oui
Publié le
15 octobre 2020
Nombre de pages
24
Écrit en
2020/2021
Type
Resume

Sujets

Aperçu du contenu

Samenvatting Taal Basiskennis taalonderwijs
LKT-Taaltoets
Hoofdstuk 1: voorbereiding
Negen domeinen in de toets:

1. Mondelinge taalvaardigheid (11 vragen);
2. Woordenschat (9 vragen);
3. Beginnende geletterdheid (16 vragen);
4. Voortgezet technisch lezen (6 vragen);
5. Begrijpend lezen (8 vragen);
6. Stellen (5 vragen);
7. Jeugdliteratuur (3 vragen);
8. Taalbeschouwing (13 vragen);
9. Spelling (9 vragen).

80 vragen met vier blokken:

1. Mondelinge taalvaardigheid en woordenschat (20 vragen);
2. Beginnende geletterdheid en voortgezet technisch lezen (22 vragen);
3. Begrijpend lezen, stellen en jeugdliteratuur (16 vragen);
4. Taalbeschouwing en spelling (22 vragen).

Doel van de toets:

- Kennis begrippen
- Begrippen in context
- Begrippen vergelijken
- Begrippen in casussen
- Voorbeelden bij begrippen

Materiaal:

- www.10voordeleraar.nl  voorbeeldtoets;
- www.lesintaal.nl  begrippen bij de domeinen;
- Dit boek.

Hoofdstuk 2: taalonderwijs en taal
Waarom apart onderwijs in taal geven goed is:

1. Schrijfvaardigheid leer je niet spontaan (kinderen leren alleen spontaan spreken);
2. Niet alle kinderen kunnen zelfstandig een niveau van taal eigen maken (wanneer Nederlands
bv. Niet de moedertaal is);
3. Op school is ander taalgebruik dan in het dagelijkse leven;
4. Bepaalde taalvormen leer je alleen met behulp van taalonderwijs (zoals brief schrijven,
samenvatting maken, etc.);
5. Plezier in boeken moet apart aandacht ingestoken worden.

Taalonderwijs verdeeld in drie:

- Mondeling onderwijs

, - Schriftelijk onderwijs
- Taalbeschouwing, waaronder strategieën.

Verschillende taalfuncties:

1. Communicatieve of sociale functie (contact met anderen, mening, standpunt, vragen,
uitleggen, etc.)  verschillende sociale taalfuncties:
 Zelfhandhaving: opkomen voor wat je zelf wil, jezelf beschermen en verdedigen;
 Zelfsturing: woorden en handelen ordenen en plannen aankondigen;
 Sturing van anderen: eigen handelen of anderen beïnvloeden;
 Structurering van het gesprek: taal gebruiken om het gespreksverloop te
beïnvloeden.
2. Conceptualiserende of cognitieve functie  taal als hulpmiddel om je gedachten te ordenen
en greep te krijgen op de werkelijkheid:
 Rapporteren: verslag doen van iets wat in de werkelijkheid voorkomt  je hebt iets
meegemaakt/gezien en je vertelt erover.
 Redeneren: = complexer  je bewerkt de gebeurtenis door een extra denkstap te
bouwen  gebeurtenis chronologisch ordenen / conclusies trekken / relaties leggen
tussen oorzaak en gevolg / voorstel om probleem op te lossen.
 Projecteren: je probeert je te verplaatsen in de gedachten en gevoelens van iemand
anders.
3. Expressieve functie: de taal wordt gebruikt als expressiemiddel  gevoelens uiten.

Communicatieve competentie: het vermogen om de communicatieve functie te gebruiken  hangt
af van je kennis van het taalsysteem en de taalregels + vaardigheid om een gesprek te voeren met
daarbij passende strategieën gebruiken. Deelcompetenties:

- Grammaticale competentie (linguïstische competentie): kennen van grammaticale regels,
woordenschat, het correct vervoegen en verbuigen van woorden en kennis van de correcte
uitspraak van woorden;
- Tekstuele competentie: kennis van gesproken en geschreven teksten  weten hoe je een
gesprek begint en eindigt, maar ook kennis van regels voor schriftelijke teksten;
- Strategische competentie: het vermogen van een taalgebruiker om strategieën te hanteren
om zo doelen te bereiken  schrijfstrategieën en spreek- en luisterstrategieën;
- Functionele competentie: vermogen van een taalgebruiker om zijn taalgebruik aan te passen
aan een specifieke situatie  whatsapp + brief aan gemeente bv.

Verschillende niveaus van taal:

1. Fonologisch niveau  regels voor uitspraak van woorden; (Klaine mense zain altaid in het
noadeel)
2. Morfologisch niveau  regels voor opbouw van woorden; (Hoe noem je zo’n boomje toch?)
3. Syntactisch niveau  regels voor volgorde van woorden; (Hoe jij kom laat?)
4. Semantisch niveau  regels voor betekenis van woorden; (De paarse schimmel knorde van
plezier.)
5. Pragmatisch niveau  regels voor gebruik van woorden; (Ik zou graag willen dat de geachte
afgevaardigde nu zijn bek dicht hield.)
6. Orthografisch niveau  regels voor spelling van woorden. (De geschiedenis herhaald zich.)

Recursief systeem: een element van de taal kan weer eenzelfde element van de taal bevatten. Een
zin kan een andere zin bevatten  Ik vermoed dat hij liegt  bevat de zin: hij liegt. = samengestelde

, zin.  zinnen kun je zo eindeloos uitbreiden en dus zou je in theorie een oneindige zin kunnen
maken.

Hoofdstuk 3: mondelinge taalvaardigheid
Verschillende theorieën van taalverwerving:

1. Behaviorisme (taal leren door imitatie  bij prijzing van ouders gaan ze het woord vaker
herhalen: bv. papa en mama)
2. Creatieve constructietheorie/mentalisme (kinderen imiteren taal niet, maar hebben een
aangeboren taalvermogen waarmee ze op een creatieve manier zinnen kunnen bouwen 
de theorie is gebaseerd dat een kind geadopteerd uit China ook NL kan leren  volgorde van
taal eigen maken is wel afhankelijk van biologische rijping: vanaf één jaar produceren van
taal)
3. Interactionele benadering (belang van aangeboren taalleervermogen  taalaanbod van
omgeving en interactie tussen kind en moedertaalsprekers is belangrijk)

Taalverwervingsproces:

1. Prelinguale periode (0-1 jaar);  voordat kind eerste woordjes spreekt  produceren
geluiden, maar dit is nog geen taal. Dat begint met het huilen: dit zijn signalen dat de baby
afgeeft. Na 6 weken begint het vocaliseren: produceren klanken en luisteren naar
stemgeluiden. Na 4 maanden begint het experimenteren met geluiden voortbrengen. Ze
produceren medeklinkers en klanken die we in het NL niet kennen = vocaal spel. Na zeven
maanden begint het brabbelen: klankgroepen worden herhaald. Deze klinken al een beetje
als taal.  in de prelinguale periode oefent een kind met articulatie, klankstructuur,
zinsmelodie en communicatie met anderen.
2. Linguale periode:
 Vroeglinguale periode (1-2,5 jaar);  brabbelen gaat over naar betekenisvol
taalgebruik. Alleen het woord bal wordt gebruikt als het kind een mep tegen de bal
geeft. De woorden worden niet altijd correct uitgesproken: spreekmechanisme is nog
niet zover ontwikkeld.  eenwoordzin fase: rond eerste levensjaar  mededeling
met los woordje, ontkennende zin en aan het eind ook eigenschap aan een woord
koppelen.
1,5 jaar: tweewoordzin  woorden worden gecombineerd. Kind kan ook relaties
aangeven; nu gaan de regels voor de volgorde (syntactisch) meespelen. Wordt ook
de telegramstijlfase genoemd  ‘die hier’ ‘mama zitten’ ‘in roeren’ ‘peter koffie’ ‘mijdie hier’ ‘die hier’ ‘mama zitten’ ‘in roeren’ ‘peter koffie’ ‘mijmama zitten’ ‘die hier’ ‘mama zitten’ ‘in roeren’ ‘peter koffie’ ‘mijin roeren’ ‘die hier’ ‘mama zitten’ ‘in roeren’ ‘peter koffie’ ‘mijpeter koffie’ ‘die hier’ ‘mama zitten’ ‘in roeren’ ‘peter koffie’ ‘mijmij
hebben’
Meerwoordzin  zinnen van meer dan twee woorden. Woordenschat maakt een
enorme groei.
 Differentiatiefase (2,5-5 jaar);  vanaf nu leert kind morfologisch en pragmatisch
(naast fonologisch, semantisch en syntactisch). Taal kunnen ze los gebruiken van een
context. Taalontwikkeling wordt gedifferentieerder. Rond derde jaar enorme
toename actieve woordenschat van 1.000 woorden. Telegramstijl verdwijnt  leren
lidwoorden, bijwoorden en voegwoorden.
Kind ontdekt zelf de regelmatigheden in taal  leren meervoud, verkleinwoorden of
vervoegingen van werkwoorden.
Overgeneralisaties: vormen als loopte, gevald en meegebrengt worden gebruikt. 
geeft aan dat het kind de verleden tijd en voltooid deelwoord heeft ontdekt.
€5,95
Accéder à l'intégralité du document:
Acheté par 117 étudiants

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Reviews from verified buyers

Affichage de 7 avis sur 14
1 année de cela

1 année de cela

1 année de cela

1 année de cela

1 année de cela

2 année de cela

2 année de cela

4,2

14 revues

5
5
4
7
3
2
2
0
1
0
Avis fiables sur Stuvia

Tous les avis sont réalisés par de vrais utilisateurs de Stuvia après des achats vérifiés.

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
joelleholstein Iselinge Hogeschool Doetinchem
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
136
Membre depuis
6 année
Nombre de followers
123
Documents
0
Dernière vente
7 mois de cela

4,2

14 revues

5
5
4
7
3
2
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions