MENSENRECHTEN
Prof. Parmentier
2024-2025
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Oorsprong en ontwikkeling van fundamentele rechten...................................................... 1
1.1. Beknopt historisch overzicht .................................................................................................. 1
1.1.1. Plichten en rechten ............................................................................................................. 1
1.1.2. Van natuurrecht tot natuurlijke rechten (17e en 18e eeuw)................................................. 2
1.1.3. Van natuurlijke rechten tot juridische rechten ................................................................... 3
1.2. Postulaten van mensenrechten ................................................................................................ 4
1.3. Types en categorieën van mensenrechten............................................................................... 5
1.3.1. Indeling van Vasak ............................................................................................................. 5
1.3.2. Andere indeling van Claude en Weston ............................................................................. 6
1.4. Functies van mensenrechten (Claude & Weston) ................................................................... 7
Hoofdstuk 2. Het recht van de mensenrechten........................................................................................ 9
2.1. Institutioneel en procedureel kader ......................................................................................... 9
2.1.1. Systemen van mensenrechten ............................................................................................. 9
2.1.2. Procedures van mensenrechten ........................................................................................ 15
2.1.3. Instrumenten van mensenrechten ..................................................................................... 18
2.2. Actoren in de sector van de mensenrechten ......................................................................... 21
2.3. Handhaving van de mensenrechten ...................................................................................... 21
2.3.1. Juridische werking ............................................................................................................ 21
2.3.2. Implementatie van de mensenrechten .............................................................................. 22
Hoofdstuk 3. Mensenrechten in de stad ................................................................................................. 24
3.1. Lokalisering van mensenrechten .......................................................................................... 24
3.2. Leuven mensenrechtenstad ................................................................................................... 27
3.3. Mensenrechteneducatie......................................................................................................... 28
Hoofdstuk 4. Mensenrechten, strafrechtsbedeling en criminaliteit ........................................................ 31
4.1. Mensenrechten en politie ...................................................................................................... 32
4.1.1. Een risicovolle omgeving voor de mensenrechten ........................................................... 32
4.1.2. Een ondersteunende omgeving voor de mensenrechten................................................... 34
4.1.3. Salduz-arrest (27/11/2008) ............................................................................................... 35
4.1.4. De rol van het CPT als internationaal toezichtorgaan ...................................................... 36
4.2. Mensenhandel ....................................................................................................................... 38
4.2.1. Wereldwijd beleid tegen mensenhandel ........................................................................... 39
4.2.2. Geschiedenis..................................................................................................................... 41
4.2.3. Wat is mensenhandel? ...................................................................................................... 42
4.3. Racisme en xenofobie ........................................................................................................... 46
4.3.1. Redenen voor de oprichting van een Task Group ............................................................ 46
4.3.2. Uitgangspunten van de Task Group ................................................................................. 48
4.3.3. Enkele principes van de Task Group................................................................................ 51
4.4. Criminaliteit en kinderrechten .............................................................................................. 52
,4.4.1. Het Verdrag inzake de rechten van het kind en andere VN-richtlijnen en regels omtrent
het jeugdrecht ................................................................................................................................ 53
4.4.2. Vaststellingen ................................................................................................................... 54
4.4.3. Discussiepunten ................................................................................................................ 57
, Hoofdstuk 1. Oorsprong en ontwikkeling van fundamentele rechten
1.1. Beknopt historisch overzicht
1.1.1. Plichten en rechten
Hammurabi (ca. 1780 v.C.): codex met rechten voor burgers die zelfs de koning
niet kon aanpassen want in steen gegrift
® Hammurabi: koning van Mesopotamië (nu: Irak)
® Koning liet teksten opmaken met rechten van de burgers
® Wordt gezien als het prille begin van het concept ‘mensenrechten’
® Rechten werden hierin opgesomd in categorieën → elke categorie
vertegenwoordigde een bepaalde groep van individuen met bepaalde functie
® Werd verschillende keren gestolen en verplaatst
® Enkele elementen:
1) Procesrechten: gerechtshoven hebben het recht om zaken af te wijzen, waarna verondersteld
wordt dat de betrokkenen het conflict zelf hebben beslecht
2) Valse beschuldiging: wie een ander van moord beschuldigt, wordt zwaar bestraft
3) Terechte beschuldiging: wie een ander persoon beschuldigt, en deze schuld kan bewijzen, krijgt
een financiële vergoeding
4) Meineed wordt met de dood bestraft (meineed = onder ede valse informatie verspreiden)
5) Richtlijnen om het commerciële in goede banen te leiden
6) Aansprakelijkheid van beroepsgroepen
GRIEKENLAND EN ROME
• Athene (500-300 v.C.): burgerrechten en politieke rechten voor burgers (niet voor slaven en
vrouwen)
® bv. recht om zich te verenigen, recht om handel te drijven of te stichten
® Hoe kwamen basisrechten tot stand? → op de agora (publieke plek) is de democratie ontstaan;
iedereen had het recht om het woord te nemen)
o Burgers werden betrokken in het maken van beslissingen
o Hierdoor creëerde men dus ook rechten
® Concept van mensenrechten was hier nog selectief → sommige individuen werden uitgesloten
van de democratie en hadden geen burgerrechten (want werden niet aanzien als burgers)
1) Slaven: waren volgens hen objecten
2) Vrouwen: hadden rechten in de private sfeer, maar mochten in openbaar niet spreken over
politiek
• Ulpianus (3de eeuw)
® Statelijk recht (ius civile): kent rechten toe aan Romeinse burgers (niet aan slaven en vrouwen)
o Om onder het burgerschap te vallen moesten individuen aan bepaalde criteria voldoen (bv.
belastingen betalen, Romeinse taal spreken, ...)
1