IN ONTWIKKELING
1
,1 De maatschappelijke functie van het onderwijs en de rol
hiervan van de leraar
Drie taken van onderwijs
3 taken van goed onderwijs volgens Gert Biesta (+ dubbele relatie tussen maatschappij
en onderwijs)
- Focus 2 aspecten LINK-model: ‘mens- en maatschappijbeeld’ & ‘algemene doelen’
- Gert Biesta: 3 taken die het onderwijs heeft t.o.v. de ll. en de maatschappij
1) Subjectivatie of persoonsvorming: kind ondersteunen in de ontwikkeling tot
een autonoom, verantwoordelijk en kritisch individu. Kind ontwikkelt de eigen
identiteit, plaats helpen vinden in de maatschappij
Nadruk op brede ontplooiing van jongeren tot kritische individuen
Vooral kleuteronderwijs
2) Socialisatie: voorbereiden op “samen leven”, lid w van de samenleving en
aanpassen aan de verwachtingen → kennis laten maken met tradities en
praktijken (soc.-pol., cult., prof.)
3) Kwalificatie: onderwijzen van kennis en vaardigheden die je in je volwassen
leven nodig hebt
Vooral vanaf middelbaar
- Goed onderwijs verdeelt zich evenwichtig over de 3 taken (Biesta)
- Belang verschilt naargelang onderwijsniveau
Dubbele relatie tussen maatschappij en onderwijs
- Onderwijs = … t.o.v. maatschappelijke ontwikkelingen
• Volgend: gericht op het functioneren in de huidige maatschappij
• Sturend: gericht op verandering
De maatschappij beïnvloedt het onderwijs (en omgekeerd?)
Dubbele relatie tussen maatschappij en onderwijs
- Kay: Veranderingen in de arbeidsmarkt
• Een verschuiving van industrie/productie àdienstverlening en kenniswerk
• Automatisering vervangt routinetaken (bijv. telemarketeers, helpdesk)
à Toenemende vraag naar:
• Probleemoplossend vermogen
• Zelfstandigheid
• Samenwerking met diverse mensen
• Creatief en analytisch denken
- Voogt en Robin: benoemen bovenstaande veranderingen als de evolutie van een
industriële à informatie- of kennismaatschappij
• Informatiemaatschappij: veel beschikbare informatie via ICT
• Kennismaatschappij: kennis = economische grondstof
• Computers ondersteunen, maar vervangen geen complexe taken (bv. diagnose stellen,
klantbezoek plannen)
2
, - Gevolgen voor onderwijs: opleiden voor banen die nog niet bestaan
- De Bruyckere & Smits (2015) geven aan dat we 'levensheellang' zullen moeten leren
omdat we:
• Steeds langer leven en daardoor langer zullen moeten werken,
• En ook steeds sneller extra, nieuwe inzichten krijgen,
• En sommige jobs zullen verdwijnen en nieuwe jobs zullen ontstaan.
Een andere uitdaging die het hedendaagse onderwijs onder druk zet, is het hoge aantal
voortijdige schoolverlaters, gebrek aan leergierigheid en motivatie en leerachterstand.
à geeft aan dat onderwijs vaak niet meer aansluit bij verwachtingen en noden van een deel
van de huidige generatie lerenden
à oplossing: kwaliteitsvol onderwijs
Actuele maatschappelijke tendensen omschrijven en herkennen
De impact van actuele maatschappijkenmerken op het huidige en toekomstige
onderwijs
De maatschappelijke kenmerken hebben een grote invloed op het onderwijs:
• Toenemende diversiteit vraagt om meer aandacht voor inclusie, meertaligheid, en
interculturele vaardigheden.
• Technologische veranderingen maken digitale geletterdheid onmisbaar.
• Nieuwe werkvormen vereisen vaardigheden als probleemoplossend denken,
samenwerking, creativiteit en zelfstandigheid.
• Levenslang leren wordt belangrijk omdat kennis snel evolueert en banen veranderen.
• Kritische burgerschapsvorming wordt essentieel in een wereld waarin fake news,
polarisatie en maatschappelijke uitdagingen toenemen.
Kwaliteitsvol onderwijs: “waarde-vol” onderwijs
Waarden & normen
- Waarden = “Waarden kunnen we omschrijven als principes die bepalend zijn voor ons
handelen en het menselijk leven en samenleven zin geven.”
Normen = “Normen fungeren als concrete richtsnoeren voor het handelen en zijn
afgeleid van waarden.”
- Niet makkelijk te ‘onderwijzen’
Hoe ontwikkelt een individu een eigen waarden- en normenkader?
- Een individu verwerft waarden door te functioneren in een gemeenschap
- Worden ontwikkeld o.b.v. alle ervaringen, ontmoetingen … die een persoon in zijn leven
opdoet.
- Gezin, leeftijdsgenoten en media zijn invloedrijk + school en lkr.
3
, Beïnvloedingskanalen
2 beïnvloedingskanalen met betrekking tot waardeopvoeding op school: formele
curriculum en verborgen curriculum
1) Het formele curriculum
• Heldere communicatie vanuit de school over de waarden en normen
(transparantie: ‘zicht- en werkbaar’)
• Specifiek: in vakken, leerinhouden, leerplannen, het pedagogisch project, het
schoolreglement …
Vb: De school geeft mee dat pesten niet aanvaardbaar is en wordt bestraft.
2) Het verborgen curriculum (= hidden curriculum)
• = minstens even belangrijk om waarden en normen op te pikken
• De leerervaringen worden niet expliciet nagestreefd à zijn dus w&n die iemand
leert zonder dat het de bedoeling was.
• Kan gebeuren binnen de schoolcultuur, door een leraar of door leermaterialen
Vb: Een leraar die niets doet tegen pesten geeft aan dat dit gedrag aanvaardbaar
is.
Voorbeelden van het formele curriculum en het verborgen curriculum (+ kunnen
herkennen in actueel bronmateriaal)
Zie hierboven.
Wat is ‘gender’?
= een parapluterm die verschillende zaken omvat.
- Individuele aspect:
• hoe voelt iemand zich? = genderidentiteit
• Hoe uit iemand zich (vb kledij)? = genderexpressie
• Tot wie voelt iemand zich aangetrokken? = seksuele oriëntatie
- Er zijn gendersteriotypen in het onderwijs à vb aanwezig in segratie tussen
studierichtingen. Vb ‘typische’ mannelijke of vrouwelijke richtingen à snel het gevoel
‘deze richting is niet voor mij bedoeld’.
- Zit vaak in onschuldige uitspraken; ‘welke sterke jongen wil me even helpen?’
à steriotypen zorgen ervoor dat het brein anders evolueert. (Myriam Halimi)
- Vanaf 3 jaar weten kinderen welk gedrag er van hun verwacht wordt
- Genderbewuste schoolcultuur = kunnen expploreren wie je bent en wat je graag doet.
- Als leerkracht moet je de ‘hokjes’ opentrekken in je lessen.
Waarde-vol onderwijs en de meerwaarde ervan
à betekent onderwijs dat niet enkel kennis overdraagt, maar ook bijdraagt aan
persoonsvorming en maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Het:
• Vormt kritische, empathische en verantwoordelijke burgers.
• Helpt leerlingen omgaan met diversiteit en maatschappelijke uitdagingen.
4