Samenvatting Ontwikkelingspsychologie
Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Ontwikkelingspsychologie = de wetenschappelijke studie van patronen van groei, verandering en
stabiliteit bij mensen gedurende hun hele leven, van conceptie tot en met de late volwassenheid.
Fysieke ontwikkeling
De ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het lichaam, zoals de
hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoeften aan eten, drinken en
slaap
Cognitieve ontwikkeling
De ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele vermogens zoals denken, leren,
herinneren en problemen oplossen
Sociaal-emotionele ontwikkeling
De ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties, interacties met anderen en het
omgaan met emoties
Persoonlijkheidsontwikkeling
De ontwikkeling van duurzame gedragingen en (karakter)eigenschappen die de ene persoon
van de andere onderscheiden
Ontwikkelingsdomein Focus Voorbeelden van vraagstukken
Fysieke ontwikkeling Kijkt naar de invloed van hersenen, het Wat bepaalt de sekse van een kind?
zenuwstelsel, de spieren, de zingtuigen Wat zijn de voordelen van
en de behoeften aan eten, drinken en borstvoeding?
slaap op ons gedrag Wat zijn de langetermijngevolgen van
een premature geboorte?
Wat zijn de consequenties van vroege
of late seksuele rijping?
Cognitieve ontwikkeling Kijkt naar intellectuele vermogens, Wat zijn onze vroegste herinneringen?
waaronder leervermogen, geheugen, Wat zijn de leereffecten van tv-kijken?
taalontwikkeling, probleemoplossing en Heeft tweetaligheid voordelen?
intelligentie Welke invloed heeft het egocentrisme
van een adolescent op het wereldbeeld
van diegene?
Sociaal-emotionele Kijkt naar de sociale relaties en Reageren pasgeborenen anders op hun
ontwikkeling interacties met anderen en naar het moeder dan op andere mensen?
omgaan met emoties Wat zijn de effecten van verschillende
opvoedstijlen van kinderen?
Hebben kinderen die gepest worden
bepaalde eigenschappen gemeen?
Persoonlijkheidsontwikk Kijkt naar de duurzame gedragingen en Heeft een kleuter een besef van goed
eling (karakter)eigenschappen die de ene en kwaad?
persoon van de andere onderscheiden Wanneer wordt een kind zich bewust
van gender?
Wat zijn oorzaken van suïcide bij
adolescenten?
Rijping = blijvende fysieke of psychologische verandering als gevolg van biologische groeiprocessen.
De ontwikkeling van het kind: ontwikkelingsdomeinen
Invloeden op de ontwikkeling; ontwikkeling in een sociale wereld
Cohort = een groep mensen die in een bepaalde periode leeft, waardoor zij voor een deel gelijke
ervaringen opdoen.
- Sociaalhistorische gebeurtenissen zoals oorlogen, economische groei en crisis, hongersnoden en
epidemieën, hebben mogelijk een bepaalde gemeenschappelijke invloed op mensen binnen een
,cohort, al moeten we ook voorzichtig zijn met het idee dat er vastomlijnde generaties zijn die
fundamenteel van elkaar verschillen.
> Naast een cohort zijn er nog vele andere factoren of gebeurtenissen die de ontwikkeling mede
bepalen. Er is een onderscheid tussen normatieve en niet-normatieve gebeurtenissen.
Normatieve gebeurtenissen = gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep
op dezelfde manier voltrekken. Normatieve gebeurtenissen kunnen historisch, leeftijdsgebonden en/of
sociaal-cultureel bepalend zijn.
Niet-normatieve gebeurtenissen = gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een bepaald
persoon, terwijl de meeste andere mensen hier niet mee te maken krijgen.
Invloed Voorbeeld
Normatieve historische invloeden Vuurwerkramp, coronapandemie
De tweede wereldoorlog
Technologische ontwikkelingen
Normatieve leeftijdsgebonden invloeden Het bereiken van de puberteit
Beginnen aan verplicht onderwijs
Normatieve sociaal-culturele invloeden Cultuur
Etnische afkomst
Sociale klasse
Het behoren tot een subcultuur
Niet-normatieve invloeden Auto-ongeluk
Het verliezen van een ouder
Een landelijke wetenschapswedstrijd winnen
Schema normatieve en niet-normatieve gebeurtenissen
Vroege denkbeelden over kinderen
- Kinderen werden eerder (tot 1600) gezien als miniatuurvolwassenen. Ze droegen dezelfde kleding
als volwassenen en kregen geen speciale behandeling. Mensen beschouwden de kindertijd niet als
een stadium dat kwalitatief anders was dan de volwassenheid. Aries baseerde dit op kunstwerken die
de aristocratie afbeelden, een zeer beperkte doorsnede van de westerse cultuur.
- Tijdens de 16e en 17e eeuw beschouwde de Britse filosoof Locke (1632-1704) het kind als tabula
rasa, dit is Latijns voor ‘onbeschreven blad’. Volgens hen kwamen kinderen ter wereld zonder
specifieke kenmerken en zonder persoonlijkheid. Ze werden gevormd door ervaringen die ze opdeden
terwijl ze opgroeiden.
- De Franse filosoof uit de 16e eeuw Rousseau (1712-1778) had de visie dat kinderen ‘nobele wilden’
waren. Ze kwamen op de wereld met een aangeboren gevoel voor goed en kwaad (moraal).
Rousseau was dus van mening dat mensen in wezen goed zijn. Hij betoogde dat zuigelingen zich tot
bewonderenswaardige en waardevolle kinderen en volwassenen zullen ontwikkelen, tenzij hun
ontwikkeling door negatieve omstandigheden in hun leven werd verstoord. Rousseau was ook een
van de eerste denkers over de ontwikkeling van het kind die stelden dat groei plaatsvonden in
afzonderlijke fasen die zich automatisch ontplooiden (cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget).
- Darwin (1809-1882) publiceerde in 1859 de evolutietheorie. Hij was ervan overtuigd dat je kon
achterhalen hoe een soort zich had ontwikkeld door de ontwikkeling van individuen te bestuderen. Hij
ontdekte dat sommige eigenschappen erfelijk zijn (babybiografieën).
- De industrialisatie eind 18e, begin 19e eeuw hervormde het arbeidsproces grondig. Dit veranderde
ook de kijk op kinderen als goedkope arbeidskrachten. Daarnaast was het onderwijs meer algemeen
toegankelijk, waardoor kinderen overdag vaker gescheiden werden van volwassenen. Leerkrachten
ging zich richten op betere manieren om kinderen iets bij te brengen.
Invloedrijke denkers in de 20e eeuw
- Binet (1857-1911) een Franse psycholoog, verrichtte niet alleen pionierswerk op het gebied van
intelligentie van kinderen, maar hij deed ook onderzoek naar het geheugen en hoofdrekenen.
,- Hall (1844-1924) was de eerste die het denken en het gedrag van kinderen onderzocht met behulp
van vragenlijsten. Ook schreef hij het eerste boek waarin de adolescentie als aparte
ontwikkelingsperiode werd gezien.
Hollingworth (1886-1939) was een van de eerste (vrouwelijke) psychologen die zich op de
ontwikkeling van kinderen richtten. Zij werd vooral bekend vanwege haar bijdragen aan de studie van
intelligentietests en hoogbegaafdheid.
- Montessori (1870-1952), een Italiaanse arts en docent, opende de eerste Montessori-kleuterschool
in 1907. Dit onderwijs is gebaseerd op haar theorieën over de wijze waarop kinderen op een
natuurlijke wijze leren. De kern van het montessorionderwijs is: ‘leer mij het zelf te doen’.
- De start van verschillende onderzoeken: ‘Genetic studies of Genius’ (bekend als ‘Terman Study of
the Gifted, nog actief), Fels Research Institute Study’ en de ‘Berkeley Growth and Guidance Studies’.
Centrale vraagstukken rond de ontwikkeling van het kind
Continue verandering = geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling, waarbij prestaties op een bepaald
niveau voortvloeien uit de prestaties op de vorige niveaus. Dit houdt in: steeds meer van hetzelfde
ontwikkelen (hoeveelheid). De vaardigheden of kenmerken veranderen dus niet in aard, maar wel in
omvang of complexiteit.
Discontinue verandering = ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt, en waarbij elk
stadium gedrag oplevert dat kwalitatief, dus qua inhoud en hoedanigheid, anders is dan gedrag in
eerdere stadia. Deze veranderingen kunnen abrupt, met sprongetjes, verlopen.
Periode Beschrijving Voorbeeld Verschil
Kritieke Een specifieke tijdsspanne in Voorbeeld: Bij de kritieke periode wordt
periode de ontwikkeling waarin een permanent aangenomen dat het
bepaalde gebeurtenis of het schade permanente en onomkeerbare
uitblijven daarvan de grootste aanbrengen door gevolgen heeft wanneer een
en zelf onomkeerbare medicijnen tijdens zich ontwikkelend individu
gevolgen heeft. de zwangerschap. bepaalde invloeden mist of juist
te maken krijgt met bepaalde
schadelijke invloeden.
Gevoelige Opvolger van de kritieke Voorbeeld: als je Bij de gevoelige periode wordt
periode periode. Dit betekent een jong bent, kun je aangenomen dat het ontbreken
afgebakende tijdspanne, gemakkelijker of juist aanwezig zijn van
meestal vroeg in het leven, dingen aanleren. bepaalde omgevingsinvloeden
waarin mensen extra gevoelig de ontwikkeling kan verstoren,
zijn voor bepaalde maar latere ervaringen deze
omgevingsinvloeden, of juist effecten weer kunnen opheffen.
het ontbreken daarvan, en
sterk aanvankelijk zijn voor het
leren van specifieke
vaardigheden.
Kritieke en gevoelige periode
Stimuli = prikkels oftewel veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een
organisme reageert.
Plasticiteit = de mate waarin een zich ontwikkeld gedragspatroon of fysieke structuur veranderbaar
is. Dit betekent dat kinderen in latere ervaringen veel achterstand kunnen inhalen.
Nature-nurturedebat = de discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze eigenschappen. In
hoeverre komen deze voort uit onze aanleg en in hoeverre uit onze opvoeding en leefomgeving?
Toekomst
> Nieuwe studies naar ontwikkeling, specialisatie en nieuwe onderzoeksgebieden en perspectieven.
, > De epigenetica is een belangrijke opkomende onderzoeks-tak, die de effecten bestudeert van
omgevingsinvloeden en ervaringen op de uiting van onze genen. Ook het voortschrijdende onderzoek
naar de werking van onze hersenen speelt hierbij een grote rol.
> De groeiende diversiteit van de bevolking zal leiden tot meer aandacht voordiversiteitsvraagstukken.
> Steeds meer professionals in verschillende vakgebieden zullen gebruikmaken van de
onderzoeksbevindingen uit de ontwikkelingspsychologie. Denk aan docenten, sociaal werkers,
verpleegkundigen, speelgoedontwerpers, erfelijkheidsadviseurs, personeel in de kinderopvang,
(voedsel)producenten, sociaal ethici, enzovoort.
> Inzichten uit de ontwikkelingspsychologie zullen een steeds grotere invloed hebben op
maatschappelijke kwesties. Ontwikkelingspsychologische kennis kan de discussies over belangrijke
sociale problemen van deze tijd naar een hoger niveau tillen. Denk aan discriminatie, armoede,
vooroordelen, geweld, veranderingen in het gezinsleven, kinderopvang, scholing, radicalisering en
zelfs terrorisme.
> Technologie beïnvloedt een steeds groter deel van ons leven. In zowel de psychologiepraktijk als in
wetenschappelijk onderzoek biedt dit interessante mogelijkheden.
Continue verandering Discontinue verandering
Verandering loopt geleidelijk. Prestaties op een Verandering verloopt stapsgewijs in duidelijk te
bepaald niveau bouwen vort op een voorgaand onderscheiden fasen. Gedrag en processen zijn
niveau. Onderliggende ontwikkelingsprocessen in verschillende fasen kwalitatief verschillend.
blijven het hele leven gelijk. Vaardigheden
veranderen niet in aard, maar wel in omvang.
Kritieke periode Gevoelige periode
Voor een normale ontwikkeling zijn per Mensen zijn gevoelig voor bepaalde stimuli uit
afgebakende periode bepaalde stimuli uit de de omgeving, maar de gevolgen van het
omgeving noodzakelijk of juist permanent ontbreken of juist aanwezig zijn van bepaalde
schadelijk. Vroege ontwikkelingspsychologen stimuli zijn terug te draaien. Levensloop-
leggen hier de nadruk op. psychologen leggen hier meestal de nadruk op.
Levensloopmodel Focus op specifieke perioden
Moderne theorieën leggen de nadruk op Vroege ontwikkelingspsychologen zien de
doorgaande groei en verandering in de loop van kindertijd en de adolescentie nadrukkelijk als de
het leven en op verbanden tussen verschillende belangrijkste perioden.
perioden.
Nature Nurture
Nadruk op het ontdekken van erfelijke Nadruk op invloed van de omgeving op iemands
eigenschappen en vermogens. ontwikkeling.
Samenvatting
Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Ontwikkelingspsychologie = de wetenschappelijke studie van patronen van groei, verandering en
stabiliteit bij mensen gedurende hun hele leven, van conceptie tot en met de late volwassenheid.
Fysieke ontwikkeling
De ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het lichaam, zoals de
hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoeften aan eten, drinken en
slaap
Cognitieve ontwikkeling
De ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele vermogens zoals denken, leren,
herinneren en problemen oplossen
Sociaal-emotionele ontwikkeling
De ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties, interacties met anderen en het
omgaan met emoties
Persoonlijkheidsontwikkeling
De ontwikkeling van duurzame gedragingen en (karakter)eigenschappen die de ene persoon
van de andere onderscheiden
Ontwikkelingsdomein Focus Voorbeelden van vraagstukken
Fysieke ontwikkeling Kijkt naar de invloed van hersenen, het Wat bepaalt de sekse van een kind?
zenuwstelsel, de spieren, de zingtuigen Wat zijn de voordelen van
en de behoeften aan eten, drinken en borstvoeding?
slaap op ons gedrag Wat zijn de langetermijngevolgen van
een premature geboorte?
Wat zijn de consequenties van vroege
of late seksuele rijping?
Cognitieve ontwikkeling Kijkt naar intellectuele vermogens, Wat zijn onze vroegste herinneringen?
waaronder leervermogen, geheugen, Wat zijn de leereffecten van tv-kijken?
taalontwikkeling, probleemoplossing en Heeft tweetaligheid voordelen?
intelligentie Welke invloed heeft het egocentrisme
van een adolescent op het wereldbeeld
van diegene?
Sociaal-emotionele Kijkt naar de sociale relaties en Reageren pasgeborenen anders op hun
ontwikkeling interacties met anderen en naar het moeder dan op andere mensen?
omgaan met emoties Wat zijn de effecten van verschillende
opvoedstijlen van kinderen?
Hebben kinderen die gepest worden
bepaalde eigenschappen gemeen?
Persoonlijkheidsontwikk Kijkt naar de duurzame gedragingen en Heeft een kleuter een besef van goed
eling (karakter)eigenschappen die de ene en kwaad?
persoon van de andere onderscheiden Wanneer wordt een kind zich bewust
van gender?
Wat zijn oorzaken van suïcide bij
adolescenten?
Rijping = blijvende fysieke of psychologische verandering als gevolg van biologische groeiprocessen.
De ontwikkeling van het kind: ontwikkelingsdomeinen
Invloeden op de ontwikkeling; ontwikkeling in een sociale wereld
Cohort = een groep mensen die in een bepaalde periode leeft, waardoor zij voor een deel gelijke
ervaringen opdoen.
- Sociaalhistorische gebeurtenissen zoals oorlogen, economische groei en crisis, hongersnoden en
epidemieën, hebben mogelijk een bepaalde gemeenschappelijke invloed op mensen binnen een
,cohort, al moeten we ook voorzichtig zijn met het idee dat er vastomlijnde generaties zijn die
fundamenteel van elkaar verschillen.
> Naast een cohort zijn er nog vele andere factoren of gebeurtenissen die de ontwikkeling mede
bepalen. Er is een onderscheid tussen normatieve en niet-normatieve gebeurtenissen.
Normatieve gebeurtenissen = gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep
op dezelfde manier voltrekken. Normatieve gebeurtenissen kunnen historisch, leeftijdsgebonden en/of
sociaal-cultureel bepalend zijn.
Niet-normatieve gebeurtenissen = gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een bepaald
persoon, terwijl de meeste andere mensen hier niet mee te maken krijgen.
Invloed Voorbeeld
Normatieve historische invloeden Vuurwerkramp, coronapandemie
De tweede wereldoorlog
Technologische ontwikkelingen
Normatieve leeftijdsgebonden invloeden Het bereiken van de puberteit
Beginnen aan verplicht onderwijs
Normatieve sociaal-culturele invloeden Cultuur
Etnische afkomst
Sociale klasse
Het behoren tot een subcultuur
Niet-normatieve invloeden Auto-ongeluk
Het verliezen van een ouder
Een landelijke wetenschapswedstrijd winnen
Schema normatieve en niet-normatieve gebeurtenissen
Vroege denkbeelden over kinderen
- Kinderen werden eerder (tot 1600) gezien als miniatuurvolwassenen. Ze droegen dezelfde kleding
als volwassenen en kregen geen speciale behandeling. Mensen beschouwden de kindertijd niet als
een stadium dat kwalitatief anders was dan de volwassenheid. Aries baseerde dit op kunstwerken die
de aristocratie afbeelden, een zeer beperkte doorsnede van de westerse cultuur.
- Tijdens de 16e en 17e eeuw beschouwde de Britse filosoof Locke (1632-1704) het kind als tabula
rasa, dit is Latijns voor ‘onbeschreven blad’. Volgens hen kwamen kinderen ter wereld zonder
specifieke kenmerken en zonder persoonlijkheid. Ze werden gevormd door ervaringen die ze opdeden
terwijl ze opgroeiden.
- De Franse filosoof uit de 16e eeuw Rousseau (1712-1778) had de visie dat kinderen ‘nobele wilden’
waren. Ze kwamen op de wereld met een aangeboren gevoel voor goed en kwaad (moraal).
Rousseau was dus van mening dat mensen in wezen goed zijn. Hij betoogde dat zuigelingen zich tot
bewonderenswaardige en waardevolle kinderen en volwassenen zullen ontwikkelen, tenzij hun
ontwikkeling door negatieve omstandigheden in hun leven werd verstoord. Rousseau was ook een
van de eerste denkers over de ontwikkeling van het kind die stelden dat groei plaatsvonden in
afzonderlijke fasen die zich automatisch ontplooiden (cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget).
- Darwin (1809-1882) publiceerde in 1859 de evolutietheorie. Hij was ervan overtuigd dat je kon
achterhalen hoe een soort zich had ontwikkeld door de ontwikkeling van individuen te bestuderen. Hij
ontdekte dat sommige eigenschappen erfelijk zijn (babybiografieën).
- De industrialisatie eind 18e, begin 19e eeuw hervormde het arbeidsproces grondig. Dit veranderde
ook de kijk op kinderen als goedkope arbeidskrachten. Daarnaast was het onderwijs meer algemeen
toegankelijk, waardoor kinderen overdag vaker gescheiden werden van volwassenen. Leerkrachten
ging zich richten op betere manieren om kinderen iets bij te brengen.
Invloedrijke denkers in de 20e eeuw
- Binet (1857-1911) een Franse psycholoog, verrichtte niet alleen pionierswerk op het gebied van
intelligentie van kinderen, maar hij deed ook onderzoek naar het geheugen en hoofdrekenen.
,- Hall (1844-1924) was de eerste die het denken en het gedrag van kinderen onderzocht met behulp
van vragenlijsten. Ook schreef hij het eerste boek waarin de adolescentie als aparte
ontwikkelingsperiode werd gezien.
Hollingworth (1886-1939) was een van de eerste (vrouwelijke) psychologen die zich op de
ontwikkeling van kinderen richtten. Zij werd vooral bekend vanwege haar bijdragen aan de studie van
intelligentietests en hoogbegaafdheid.
- Montessori (1870-1952), een Italiaanse arts en docent, opende de eerste Montessori-kleuterschool
in 1907. Dit onderwijs is gebaseerd op haar theorieën over de wijze waarop kinderen op een
natuurlijke wijze leren. De kern van het montessorionderwijs is: ‘leer mij het zelf te doen’.
- De start van verschillende onderzoeken: ‘Genetic studies of Genius’ (bekend als ‘Terman Study of
the Gifted, nog actief), Fels Research Institute Study’ en de ‘Berkeley Growth and Guidance Studies’.
Centrale vraagstukken rond de ontwikkeling van het kind
Continue verandering = geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling, waarbij prestaties op een bepaald
niveau voortvloeien uit de prestaties op de vorige niveaus. Dit houdt in: steeds meer van hetzelfde
ontwikkelen (hoeveelheid). De vaardigheden of kenmerken veranderen dus niet in aard, maar wel in
omvang of complexiteit.
Discontinue verandering = ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt, en waarbij elk
stadium gedrag oplevert dat kwalitatief, dus qua inhoud en hoedanigheid, anders is dan gedrag in
eerdere stadia. Deze veranderingen kunnen abrupt, met sprongetjes, verlopen.
Periode Beschrijving Voorbeeld Verschil
Kritieke Een specifieke tijdsspanne in Voorbeeld: Bij de kritieke periode wordt
periode de ontwikkeling waarin een permanent aangenomen dat het
bepaalde gebeurtenis of het schade permanente en onomkeerbare
uitblijven daarvan de grootste aanbrengen door gevolgen heeft wanneer een
en zelf onomkeerbare medicijnen tijdens zich ontwikkelend individu
gevolgen heeft. de zwangerschap. bepaalde invloeden mist of juist
te maken krijgt met bepaalde
schadelijke invloeden.
Gevoelige Opvolger van de kritieke Voorbeeld: als je Bij de gevoelige periode wordt
periode periode. Dit betekent een jong bent, kun je aangenomen dat het ontbreken
afgebakende tijdspanne, gemakkelijker of juist aanwezig zijn van
meestal vroeg in het leven, dingen aanleren. bepaalde omgevingsinvloeden
waarin mensen extra gevoelig de ontwikkeling kan verstoren,
zijn voor bepaalde maar latere ervaringen deze
omgevingsinvloeden, of juist effecten weer kunnen opheffen.
het ontbreken daarvan, en
sterk aanvankelijk zijn voor het
leren van specifieke
vaardigheden.
Kritieke en gevoelige periode
Stimuli = prikkels oftewel veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een
organisme reageert.
Plasticiteit = de mate waarin een zich ontwikkeld gedragspatroon of fysieke structuur veranderbaar
is. Dit betekent dat kinderen in latere ervaringen veel achterstand kunnen inhalen.
Nature-nurturedebat = de discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze eigenschappen. In
hoeverre komen deze voort uit onze aanleg en in hoeverre uit onze opvoeding en leefomgeving?
Toekomst
> Nieuwe studies naar ontwikkeling, specialisatie en nieuwe onderzoeksgebieden en perspectieven.
, > De epigenetica is een belangrijke opkomende onderzoeks-tak, die de effecten bestudeert van
omgevingsinvloeden en ervaringen op de uiting van onze genen. Ook het voortschrijdende onderzoek
naar de werking van onze hersenen speelt hierbij een grote rol.
> De groeiende diversiteit van de bevolking zal leiden tot meer aandacht voordiversiteitsvraagstukken.
> Steeds meer professionals in verschillende vakgebieden zullen gebruikmaken van de
onderzoeksbevindingen uit de ontwikkelingspsychologie. Denk aan docenten, sociaal werkers,
verpleegkundigen, speelgoedontwerpers, erfelijkheidsadviseurs, personeel in de kinderopvang,
(voedsel)producenten, sociaal ethici, enzovoort.
> Inzichten uit de ontwikkelingspsychologie zullen een steeds grotere invloed hebben op
maatschappelijke kwesties. Ontwikkelingspsychologische kennis kan de discussies over belangrijke
sociale problemen van deze tijd naar een hoger niveau tillen. Denk aan discriminatie, armoede,
vooroordelen, geweld, veranderingen in het gezinsleven, kinderopvang, scholing, radicalisering en
zelfs terrorisme.
> Technologie beïnvloedt een steeds groter deel van ons leven. In zowel de psychologiepraktijk als in
wetenschappelijk onderzoek biedt dit interessante mogelijkheden.
Continue verandering Discontinue verandering
Verandering loopt geleidelijk. Prestaties op een Verandering verloopt stapsgewijs in duidelijk te
bepaald niveau bouwen vort op een voorgaand onderscheiden fasen. Gedrag en processen zijn
niveau. Onderliggende ontwikkelingsprocessen in verschillende fasen kwalitatief verschillend.
blijven het hele leven gelijk. Vaardigheden
veranderen niet in aard, maar wel in omvang.
Kritieke periode Gevoelige periode
Voor een normale ontwikkeling zijn per Mensen zijn gevoelig voor bepaalde stimuli uit
afgebakende periode bepaalde stimuli uit de de omgeving, maar de gevolgen van het
omgeving noodzakelijk of juist permanent ontbreken of juist aanwezig zijn van bepaalde
schadelijk. Vroege ontwikkelingspsychologen stimuli zijn terug te draaien. Levensloop-
leggen hier de nadruk op. psychologen leggen hier meestal de nadruk op.
Levensloopmodel Focus op specifieke perioden
Moderne theorieën leggen de nadruk op Vroege ontwikkelingspsychologen zien de
doorgaande groei en verandering in de loop van kindertijd en de adolescentie nadrukkelijk als de
het leven en op verbanden tussen verschillende belangrijkste perioden.
perioden.
Nature Nurture
Nadruk op het ontdekken van erfelijke Nadruk op invloed van de omgeving op iemands
eigenschappen en vermogens. ontwikkeling.
Samenvatting