= de gel die het oog opvult om het bol te houden
→ is transparant: ziet het niet op de foto → kan wel een reflectie zien
ANATOMIE / HISTOLOGIE / FYSIOLOGIE
FUNCTIE
- Synoniem: glasvocht
- Glasvocht is ideaal helder, zodat het licht vlot tot aan de retina
geraakt
- Bestaat uit collageen en water
o Gelachtige consistentie
o Is wel enigszins afgelijnd door het hyaloidaal membraan
§ Is heel fragile
- Hangt vast aan de retina thv de ora serrata (buitenkant) en rondom de
macula
- Hangt vast aan de nervus opticus
- Hangt vast aan het achterkapsel van de lens
- Centraal: kanaal van Cloquet = ruimte waar tijdens de
embryologische ontwikkeling de arteria hyaloidea zich bevond
o Bloedvat van oogzenuw naar lens → membraan rond lens
vormen
o Zit in normale omstandigheden alleen vocht in
o Als het niet volledig weg trekt → pathologien in het oog
o Foto: Lijn in het midden
ð Met ouder worden wordt het vocht steeds meer waterig → contactpunten komen los
PATHOLOGIE VERBONDEN AAN HET VITREUM
FLOATERS
- Meest frequent
- Hoe ouder je wordt, hoe groter de kans dat je zo van die sliertjes ziet rondvliegen
- Onzuiverheden die ontstaan in het vitreum
o Bewegen wat trager door de gel waar ze in ophangen
o Werpt een schaduw op de retina
o Afhankelijk van de locatie scherper of waziger afgelijnd
o Als er licht op valt → schaduwprojectie op het netvlies
- Onschuldig, tenzij plots ontstaan en talrijk
o Kunnen wel heel storend zijn
o Plots ontstaan: ontstekingen of bloedingen → nakijken!!
- Kunnen soms op OCT te zien zijn als ze dicht tegen de retina zitten
- Geen behandeling nodig
o Indien erg storend kan een vitrectomie (glasvocht verwijderen) overwogen worden
ð Omdat het niet echt vasthangt, beweegt het ook een beetje
ACHTERSTE GLASVOCHTLOSLATING
- Door veroudering wordt het glasvocht waterachtig
o Hierdoor kan het plots in elkaar zakken → extra tractie op contactplaatsen met netvlies
o Hierbij komt het glasvocht los van de aanhechtingsplaatsen retinaal, thv de lens en thv de
oogzenuw
o De aanhechting thv de nervus opticus kan soms gezien worden als een ring van Weiss
68
, - Bij het optreden van een achterste glasvochtloslating is er meestal ook een toename in floaters
o Fotopsie (lichtflietsen zien) kan optreden bij tractie/irritatie van de retina
o Zwerm van stipjes kan optreden bij vitreumbloeding als gevolg van de glasvochtloslating
- Wanneer de aanhechting tussen retina en glasvocht sterker is dan de retina zelf, kunnen er scheurtjes
ontstaan
o Netvlies scheurt → vocht achter het netvlies → kan netvlies loslating veroorzaken
§ Netvlies stopt met werken → minder O2 → degeneratie
o Hoger risico bij perifere degeneraties zoals Lattice-degeneratie
o Het geliquefieerd vitreum kan dan doorheen de scheur achter het netvlies terecht komen en zo een
netvliesloslating veroorzaken
- Bij achterste glasvochtloslating steeds ook onderzoek van de perifere retina om retineale
scheurtjes/gaatjes uit te sluiten
o Als er enkel nog maar een scheur is en geen loslating → mbv laser verlittekenen → loslating
voorkomen
o In geval van scheurtje/gaatje met nog geen of beperkt subretinaal vocht
§ Fotocoagulatiebarrage rondom het defect
§ Zorgt voor biologische ‘lijm’ rondom het defect waardoor de retina niet losgewoeld kan
worden
Retinale scheuren
- Foto 2: gaatje → minder risico op loslating → zit geen tractie op → netvlies valt plat → minder snel vocht in
o Maar wel behandelen !!
- Foto 3: lattice degeneratie → voorbeschikking voor scheurtjes te ontwikkelen in die zone: glasvocht hangt
harder vast en netvlies is zwakker
NETVLIESLOSLATING
- Netvliesloslating kan door verschillende oorzaken komen
o Rhegmatogeen (= door een scheur als gevolg van glasvochtloslating)
o Sereus: door secretie van vocht, vb bij trauma of tumoren
§ Bv bij pre-eclampsie of HELLP syndroom
o Tractioneel: door tractie, vb bij ROP of bij forse neovascularisaties bij
diabetes, prematuren (hebben onderontwikkelde vascularisatie)
o Traumatisch (bv stuk glas in oog)
- Behandeling is steeds chirurgisch
o Beperkte loslating soms nog te behandelen met injectie van gas en fotocoagulatie rondom het
defect → netvliesloslating terug op zen plaats duwen (gas zet uit eens in het oog)
o Vitrectomie: operatie
o Extern herstel (scleraal bandje of explant) → naar binnen deuken
69
,BEHANDELING VAN HET VITREUM: VITRECTOMIE
Vitrectomie voor netvliesloslating
- Vitreum wordt verwijderd
o Eerst het glasvocht weghalen want kan anders niet aan het netvlies
- Netvlies wordt terug aangelegd
- Retina wordt gelaserd
- Luchtbel, gasbel of silicone wordt in het oog gelaten om het
netvlies gedurende de genezingsperiode op z’n plaats te
houden
o Want laser heeft even tijd nodig om echt goed vast te
plakken
o Liefst geen siliconen in het oog laten!!
ð 3 gaten
o Drukregeling
o Licht: om glasvocht in beeld te brengen (want is transparant)
o Vitrector: aspireren en snel snijden tegelijkertijd → zodat er niet teveel tractie ontstaat
GLASVOCHTBLOEDINGEN
- Bloed in het vitreum → geen heldere visuele as, dus wazige visus
- Oorzaken zijn divers
o Bloeding door glasvochtloslating, al dan niet met een scheur
o Bloeding vanuit preretinale neovascularisatie (meestal)
o Traumatisch
o Uveitis
- Echo kan helpen om netvliesscheur/netvliesloslating uit te sluiten
- Bloed zakt uit, hoofd wat hoger houden
o Niet teveel bewegen, hoofd hoger houden tijdens slapen →
bloed zakt uit en beeld zal sneller opklaren
- Vitrectomie zo nodig
o Als bloeding niet opklaart of erg storend is
VITRITIS
- Vitreum wordt wazig door de inflammatoire cellen
o Kan ook samengaan met uveïtis elders in het
oog
- Intermediaire uveïtis = inflammatie enkel thv het
vitreum
o Meestal geen systemische ziekte te vinden,
soms MS of sarcoidose, zelden Borellia (ziekte
van Lyme)
o Behandeling met systemische
immuunsuppressie of intravitreale corticoïden
o Indien geen/onvoldoende respons op
behandeling, denk aan vitreoretinaal lymfoom!
§ Kan zich maskeren als een ontsteking
§ Diagnose: mbv vitrectomie biopsie nemen
ð Foto: klinische schaal om graad van vitritis te beoordelen: links boven geen ó rechts onder max
70
, GLAUCOOM
WAT IS GLAUCOOM?
DEFINITIE
- = Opticus neuropathie (aantasting van zenuw)
o Afsterven van ganglioncellen
o Uitholling der papil
o Irreversiebele gezichtvelddefecten
- Verhoogde oogdruk = belangrijkste risicofactor
- Prevalentie 2 % boven 40 j
= progressief afsterven van de oogzenuw
- Ofwel tgv hoge oogdruk : tgv onevenwicht tussen aanmaak en afvoer vh voorkamervocht → minder flow
van O2
- Ofwel tgv slechte bloedcirculatie
o = normale druk glaucoom
o Perfusie van de fijne vaten slecht
PATHOGENESE
- Mechanische oorzaak:
o Oculaire hypertonie: verhoogde oogdruk
- Vasculaire oorzaak:
o Primaire vasculaire perfusie stoornis
o = normotensief glaucoom
ð Pas van glaucoom praten als er schade is
Mechanisch
- Etio: verhoogde weerstand voor de afvoer ( obstructie thv
trabeculair netwerk of verhoogde veneuze druk thv episclerale
venen)
- Gevolg: mechanische compressie van de axonen ter hoogte van lamina cribrosa en compressie van de
bloedvaatjes met secundaire perfusie stoornis
Vasculair
- Normale oogdruk
- Slechte vasculaire perfusie , etio :
o Vaatspasmen : koude vingers, migraine, spierkrampen
o Lage bloeddruk, nachtelijke bloeddrukdaling bvb tgv slaapmiddelen
- Vaker vanaf iets jongere leeftijd (40 en 50’ers)
- Vaker paracentrale GZV defecten (gezichtsveld)
INDELING
- Open-hoek glaucoom : 2-3 %
o Ouderdoms tension stijging
- Gesloten-hoek glaucoom : 0,5 %
- Congenitaal glaucoom : 1/10.000 = Uiterst zeldzaam
o Kinderen die geboren worden met verhoogde oogdruk, tgv slecht
aangelegd trabeculum
o Sclera is nog veel elastischer → agv druk zal de sclera uitgerokken
worden → groter oog = buftalmie + troebel cornea
- Secundair glaucoom: drukstijgingen tgv andere oculaire pathologie (open of gesloten hoek)
71