A. Beginselen onderliggend aan socialezekerheidsstelsels
1. Een omschrijving van sociale zekerheid in het algemeen
1.1. Geen eenduidig begrip
• Begrip ‘sociale zekerheid’ (SZ) is niet eenduidig
o Sommige landen in Socialezekerheidsrecht (SZR) het begrip omschreven
o Andere landen lijsten op welke naBonale regelingen deel uitmaken van SZR
o Andere landen geen omschrijving => SZsleer moet definiBe geven
• InternaBonale en Europese recht? Ook geen duidelijke definiBe
-> zij omschrijven in instrumenten eigen materiële toepassingsgebied, voorbeelden:
o Op niveau EU: verschillende werkwijzen om te definiëren
o ConvenBe nr. 102 InternaBonale ArbeidsorganisaBe (IAO) over minimumnormen in
de SZ
§ Bevat geen inhoudelijke omschrijving van SZ, maar beschrijS regelingen die
deel uitmaken vd SZ
§ Deze omschrijving vertrekt van aantal sociale risico’s
§ Deze worden beschouwd als klassieke onderdelen vd SZ
è Definiëren door sociale risico’s op te sommen heeS voordelen en nadelen:
o Voordeel: geeS op duidelijke wijze de verschillende risico’s weer
o Nadelen:
1) Onvoldoende ruimte voor nieuwe (maatschappelijke) ontwikkelingen of sociale
problemen + sociale risico’s kunnen doorheen Bjd een andere invulling krijgen
• Vb nieuwe: gewone zorg als onderdeel van SZ? Sommige landen betrekken zulke zorg
(vb voor ouderen) in hun SZ, maar staat niet in lijst van Conven?e nr. 102. Dus dit w
niet meegenomen in de beoordeling of landen de Conven?e respecteren…
• Vb invulling: overlevingspensioenen en tweeverdienersgezinnen
o Sociale risico ‘overleven’ dat in uitkering voorziet als kostwinner overlijdt
o In landen waar meer tweeverdieners zijn zal dit risico andere invulling
krijgen of zelfs worden afgeschaL
2) Laat niet toe om naBonaalrechtelijke eigenheid van landen mee te nemen
1.2. Voorgestelde werkdefini?e
• Sommige auteurs definiëren SZ als: “verzameling van presta0es in geld en in natura, diensten
inbegrepen, die aan personen worden verleend.”
à SZ zijn de instrumenten die noodzakelijk zijn om staat van zekerheid te bereiken
• IAO maakt bredere definiBe: “SZ als antwoord op verzuch0ng naar zekerheid.”
à SZ is de staat van zekerheid
• DefiniBes die verder gaan op deze brede definiBe: Sinfield en Bergham
o Sinfield: “SZ is staat van volledige bescherming tegen verlies van middelen”
o Bergham: “SZ is toestand van volledige bescherming tegen menselijke schade”
èè SZ = alle regelingen die ertoe strekken de mens te beschermen tegen de sociale risico’s
DUS de werkdefiniBe die het HB gebruikt: SZ is het geheel van regelingen die vormgeven aan
solidariteit met personen die geconfronteerd worden met (dreiging van) gebrek aan
inkomen uit arbeid OF met bijzondere kosten n.a.v. het zich voordeon van een sociaal
2. Omschrijving van de ‘sociale risico’s’
• Sociale risico’s omva[en (dreiging van) gebrek aan inkomen uit arbeid of bijzondere kosten
(zie de sociale risico’s op pg.5)
• Merk volgende dingen op:
o SZ niet verengen [ loutere compensaBes in vorm van geld
è SZ = voorkomen > herstellen > compenseren
1
, o Gaat niet enkel over inkomen, ook veiligheid en hygiëne bijvoorbeeld, maar wij
focussen ons wel op inkomens
o Impact verborgen gelduitkeringen fiscaliteit niet onderscha[en = ‘verborgen
welvaartsstaat’ (Vb: bijzondere bepalingen in belas?ngwetboek die afwijken van algemene
belas?ngregels, meestal ten gunste van specifieke ac?viteiten of bepaalde groepen belas?ngplich?gen)
+ band tussen SZ en belasBngregelingen kunnen heel nauw zijn
§ Vb: in Duitsland w gezinsbijslagen toegekend via belas?ngvermindering ofwel als SZsuitkering
§ Vb: in Vlaanderen wordt zowel via SZ als via belas?ngstelsel ondersteuning geboden voor
kosten van gezinnen om kinderopvang te betalen
3. Solidariteitstechnieken om de sociale zekerheid vorm te geven
3.1. Korte historiek
• Besef van nood aan een inkomen wnr men niet in staat was te werken
-> Doorheen Bjd verschillende solidariteitstechnieken gekomen
o Eerst familie en gezin (‘familiale solidariteit’)
o Liefdadigheid door kerkelijke en wereldlijke groeperingen
o Aanmoediging van het spaarwezen
o Wetgeving inzake burgerrechtelijke ah (besef dat OH voor alle burgers moet zorgen)
o Onderhoudsplicht
=> deze vormden antwoord op de vraag naar solidariteit in geval van sociaal risico
• Deze technieken bestaan nog steeds, maar worden doorgaans niet gezien als onderdeel vd
SZ, maar de regelingen houden er wel rekening mee
o Vb in de sociale bijstand: persoon opent maar een recht op bijstand bij gebrek aan financiële middelen.
Als men nog recht heeL op onderhoudsgeld, moet eerst daarop beroep worden gedaan.
3.2. Ver?cale en horizontale solidariteit
• Er bestaan dus verschillende solidariteitstechnieken + individuele parBculiere verzekeringen
ó maar deze verschillen fundamenteel van de SZ
=> SZ moet je bekijken als een herverdeling op 2 assen van solidariteit (solidariteitskenmerk)
1) VerBcale solidariteit
o = Solidariteit tss hoge en lage inkomens
o Hoge(re) inkomens dragen meer bij dan lage(re)
2) Horizontale solidariteit
o = solidariteit tss mensen die laag risico lopen en mensen met hoog risico
o Personen die geen risico lopen, staan in voor personen die hoog risico lopen
• Individuele parBculiere verzekeringen?
o Element van solidariteit is te zwak! Kanscontractelement is te aanwezig!
o Dus enkel horizontale solidariteit, geen verBcale
• Solidariteitstechnieken?
o Sommige geven uiBng van solidariteit, maar toch is het geen SZ!
§ Zijn vaak niet ingebed in een publiekrechtelijke regeling
§ Publiekrechtelijk karakter = essenBeel om te spreken v regeling die
onderdeel is vd SZ!!!!
o Welke wel SZ? Sociale verzekering (SV) & sociale bijstand (SB) (=> publR. karakter)
3.3. Sociale verzekering en sociale bijstand
• 2 bekendste solidariteitstechnieken waarvan SZ zich bedient
3.3.1. Sociale verzekering
• = Voor en/of door leden solidariteitssysteem vrijwillig of verplicht bijdragen afgestaan
• Uit verschillende bijdragen worden de leden vd solidariteitskring voorzien van sociale
prestaBe indien ze getroffen worden door sociaal risico
-> als sociaal risico? Er ontstaat een subjecBef recht op een prestaBe
2
, • EssenBële kenmerken:
o Deelname is verplicht!
§ Maar soms afwijkingen voor bepaalde sociale risico’s
o Doorgaans publiekrechtelijk georganiseerd
ó voorbeelden van landen waar soms niet verplicht of privaat georganiseerd
o Overzeese Sociale Zekerheid: Belgen die buiten EER werken, kunnen zich vrijwillig aansluiten, ook al
zouden zij normaal gezien niet vallen onder de Belgische SZ
o In Duitsland zijn zelfstandigen nt verplicht deel vd SZ, zij kunnen er vrijwillig vr kiezen zich aan te sluiten.
• Merk het volgende op:
o Niet elke publiekrechtelijke en verplichte risicoverzekering is een sociale verzekering
§ Vb: verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorvoertuigen: solidariteitskenmerk is
onvoldoende aanwezig
o Wat met niet-verplichte regelingen die aansluiten bij sociale verzekeringen? Kijk naar
volgende vraag: “in welke mate is er solidariteit geboden tss de leden die deelnemen
aan de sociale verzekering?”
o Vele sociale verzekeringen ontstaan als onderlinge verzekeringen waarbij
beroepsgroep zich tracht te verzekeren tegen sociaal risico. Hoe zit het daarmee?
Ook hier kijken naar de mate van solidariteit en het publiekrechtelijk karakter!
3.3.2. Sociale bijstand
• = SBsuitkeringen kennen uitkeringen toe aan wie daaraan behoeSe heeS
• Gefinancierd uit overheidsgelden en toekenning ajankelijk van middelentoets!!!!
• 2 types onderscheiden:
1) Algemene sociale bijstand: doelt op verzekeren menswaardig bestaan vr elke behoeSige
2) Categorale sociale bijstand: voor specifieke categorieën (vb: ouderen, handicap)
3.3.3. Onderscheidende kenmerken tussen sociale verzekeringen en sociale bijstand
• SVen boden de sociaal verzekerde een subjecBef recht op een uitkering bij het optreden vh
sociaal risico, zonder toepassing v/e middelentoets
ó SB uitkering kent discreBonair karakter: evaluaBe door OH vr toekenning
• In kader:
Sociale verzekering Sociale bijstand
Achterliggende afweging Geen middelentoets ‘BehoeSigheid’/middelentoets
risico
Financiering Bijdragen Budget (lokaal/centraal)
Aanspraak SubjecBef recht DiscreBonaire bevoegdheid
3.3.4. Gemengde uitkeringen (‘demogrant’)
• Grens tss SV en SB is aan het vervagen:
o Bij SBsuitkeringen worden subjecBeve rechten nu ook erkend
o Bij sommige SVsprestaBes nu ook middelenonderzoek
è niet onder te verdelen = ‘gemengde prestaBes’ = ‘demogrant’
• Demogrante uitkering? Kenmerken van beiden, MAAR tot op heden nog geen
rechtsgevolgen, dus wij houden ons in de cursus aan de tweedeling
3.4. Andere beschermingstechnieken
3.4.1. Socialecompensa?eregelingen
• Sommige naBonale socialezekerheidsstelsel (‘SZS’) onderscheiden naast SVsprestaBes,
SBsprestaBes en demograntprestaBes, nog andere soorten SZsuitkeringen
• Belangrijkste: compensaBeregelingen
o = geheel v regelingen die gemeen hebben dat OH erin uitdrukking geeS aan haar
solidariteit met personen die dr OH blootgesteld werden aan bijz. lasten en schade
3
, o Vb: invaliditeits-, ouderdoms-, overlevings- pensioenen voor oorlogslachtoffers / slachtoffers
schendingen fundamentele rechten door OH / slachtoffers verplichte inen?ngsmaatregelen
o Worden door OH gefinancierd
+ PrestaBes ervan zijn vaak niet onderworpen aan middelentoets
o Dergelijke regelingen in meeste landen, MAAR vaak niet als onderdeel SZ
§ Regeling is uitdrukking vd erkentelijkheid of schuldbewustzijn
§ Dus karakter verloren van uiBng solidariteit met personen
o Verschillen v SVsregelingen omdat ze minder karakter hebben van georganiseerde
solidariteit vd deelnemers voor het geval een van hen slachtoffer w van sociaal risico
3.4.2. Basisinkomen
• Momenteel bestaat de solidariteit (met personen die geconfronteerd worden met (dreiging
van) gebrek aan inkomen) uit socialeverzekerings- en socialebijstandsregelingen die
aanknopen bij erkende sociale risico’s
• MAAR tegenwoordig is er het idee van een ‘basisinkomen’ (is er nog niet, maar idee groeit)
o Stelsel dat aan alle ingezetene v overheidswege een periodieke gelduitkering toezegt,
zonder daaraan voorwaarden van werkwilligheid of behoeSigheid te koppelen
o Zou dus alle gelduitkeringen vd sociale zekerheid overbodig maken
4. Opdeling socialezekerheidspresta?es naar inhoud
• SZsprestaBes dus opgedeeld in
1) SVsprestaBes
2) SBsprestaBes
• MAAR nog opdeling mogelijk (naar inhoud):
1) PrestaBes in natura (gaan we verder niet op in)
2) PrestaBes in geld, de uitkeringen -> verder onderverdeeld:
1) Inkomensvervangende uitkeringen
• Ontvanger voorzien in vervangingsinkomen
2) Inkomensaanvullende/kostendekkende uitkeringen
• Ontvanger helpen bij bijzondere kosten te bestrijden
5. Verschillende vormen van solidariteitstechnieken
• Verschillende stelsels, maar nergens nog in zuivere vorm aanwezig
Bismarckiaanse stelsels Beveridgiaanse stelsels
Personeel toepassingsgebied Oorspronkelijke werknemers Ingezetenen
(nu beroepsacBeve bevolking)
Uitkering Inkomensgerelateerd Forfaitair (basisbescherming)
(levensstandaard)
Administra?e Sociale partners (al dan niet Overheid
met overheid)
Financiering Socialezekerheidsbijdragen BelasBngen
5.1. Bismarckiaanse stelsels
• Bismarckiaans SZsbegrip (‘conBnentaal SZsbegrip’)?
o SVen voor werkenden
o Bedrag en duur in verhouding tot…
§ Socialezekerheidsbijdragen (SZB) die ze hebben betaald en duur dat ze
hebben gewerkt = equivalenBebeginsel
§ Inkomen vóór optreden sociale risico = proporBonaliteitsbeginsel
o Gefinancierd uit SZB vd werkenden en hun werkgevers
o AdministraBe door werknemers- en werkegeversorganisaBes
• Vb: categorale socialeverzekeringsregelingen
4