Communicatievaardigheden
Bedrijfsmanagement
Amélie De Neve
2024-2025
,INHOUDSOPGAVE
DEEL 0: INLEIDING
Niet in de cursus
DEEL 1: HET COMMUNICATIEMODEL EN COMMUNICATIEVORMEN
Niet in de cursus
1. Het communicatiemodel
2. Communicatievormen
DEEL 2: DE COMMUNICATIEPROCEDURE
Cursus en PowerPoint
» Eisen aan formeel-zakelijke communicatie
» Communicatieprodecure
1
,DEEL 0: INLEIDING
VERZORG STEEDS JE MAILS NAAR LECTOREN , MAAR HOE?
1. Onderwerpsregel
a. Vul altijd een onderwerp in.
b. Vermeld de naam van het olod.
c. Formuleer je onderwerp zo correct mogelijk
2. Aanspreking
a. Spreek mensen altijd aan met hun achternaam
b. Aanspreking zonder komma
3. Slotgroet
a. Schrijf de slotgroet voluit
b. Slotgroet zonder komma
4. Ondertekening
a. Geef je voor-en achternaam
b. In HOGENT-context: vermeld je opleiding en klas
c. Geen “verstuurd vanaf mijn Iphone” of dergelijke
d. TIP: automatische handtekening
» Formeel vs. informeel
» Standaardnederlands vs. tussentaal vs. dialecten
DEEL 1: HET COMMUNICATIEMODEL EN COMMUNICATIEVORMEN
1. HET COMMUNICATIEMODEL (2)
Communicatie: Uitwisseling van informatie (boodschappen) tussen twee partijen: de ene partij treedt op als
zender, de andere partij als ontvanger
» Rollen zender en ontvanger kunnen voortdurend wisselen (vb. dialoog)
» Rollen zender en ontvanger neem je maar voor een bepaalde tijd aan
» Taal heeft een tweeledige functie:
a. Informatieoverdracht
b. Sociale profilering
= het proces waarbij mensen worden ingedeeld of beoordeeld op basis van sociale
kenmerken, zoals afkomst, huidskleur, geslacht, religie, leeftijd, woonplaats of
sociaaleconomische status. Dit gebeurt vaak door overheden, bedrijven of andere
organisaties
2
, COMMUNUCATIEMODEL VAN ROMAN JAKOBSON
» Formeel en abstract, weinig plaats voor menselijke elementen
ZENDER, ONTVANGER EN BOODSCHAP
➔ Zender: de persoon die de communicatie van start laat gaan door een boodschap naar de ‘ontvanger’
te sturen
➔ Ontvanger: de persoon aan wie de 'boodschap' is gericht
➔ Boodschap: de eigenlijke inhoud van de communicatie tussen ‘zender’ en ‘ontvanger’
CONTEXT
➔ Context: het referentiekader waarin de communicatie plaatsvindt, de situatie waarin men zich
bevindt, de voorkennis die de partijen hebben over het onderwerp waarover ze praten
» Communicatie kan enkel goed verlopen als alle factoren door alle partijen goed begrepen worden. Het
spreekt dan ook voor zich dat van de betrokken partijen verwacht wordt, dat ze dezelfde voorkennis
hebben over het onderwerp en de gesprekssituatie
CODE
= De vorm waarin de ‘boodschap’ wordt verstuurd
» Talen zoals het Nederlands, Engels, maar ook gebarentaal en braille(=voelen)
» Gebaren zoals je hand opsteken of zwaaien.
» Beelden zoals pictogrammen op een verkeersbord
» Gezichtsuitdrukkingen zoals een glimlach, fronsende wenkbrauwen
3
Bedrijfsmanagement
Amélie De Neve
2024-2025
,INHOUDSOPGAVE
DEEL 0: INLEIDING
Niet in de cursus
DEEL 1: HET COMMUNICATIEMODEL EN COMMUNICATIEVORMEN
Niet in de cursus
1. Het communicatiemodel
2. Communicatievormen
DEEL 2: DE COMMUNICATIEPROCEDURE
Cursus en PowerPoint
» Eisen aan formeel-zakelijke communicatie
» Communicatieprodecure
1
,DEEL 0: INLEIDING
VERZORG STEEDS JE MAILS NAAR LECTOREN , MAAR HOE?
1. Onderwerpsregel
a. Vul altijd een onderwerp in.
b. Vermeld de naam van het olod.
c. Formuleer je onderwerp zo correct mogelijk
2. Aanspreking
a. Spreek mensen altijd aan met hun achternaam
b. Aanspreking zonder komma
3. Slotgroet
a. Schrijf de slotgroet voluit
b. Slotgroet zonder komma
4. Ondertekening
a. Geef je voor-en achternaam
b. In HOGENT-context: vermeld je opleiding en klas
c. Geen “verstuurd vanaf mijn Iphone” of dergelijke
d. TIP: automatische handtekening
» Formeel vs. informeel
» Standaardnederlands vs. tussentaal vs. dialecten
DEEL 1: HET COMMUNICATIEMODEL EN COMMUNICATIEVORMEN
1. HET COMMUNICATIEMODEL (2)
Communicatie: Uitwisseling van informatie (boodschappen) tussen twee partijen: de ene partij treedt op als
zender, de andere partij als ontvanger
» Rollen zender en ontvanger kunnen voortdurend wisselen (vb. dialoog)
» Rollen zender en ontvanger neem je maar voor een bepaalde tijd aan
» Taal heeft een tweeledige functie:
a. Informatieoverdracht
b. Sociale profilering
= het proces waarbij mensen worden ingedeeld of beoordeeld op basis van sociale
kenmerken, zoals afkomst, huidskleur, geslacht, religie, leeftijd, woonplaats of
sociaaleconomische status. Dit gebeurt vaak door overheden, bedrijven of andere
organisaties
2
, COMMUNUCATIEMODEL VAN ROMAN JAKOBSON
» Formeel en abstract, weinig plaats voor menselijke elementen
ZENDER, ONTVANGER EN BOODSCHAP
➔ Zender: de persoon die de communicatie van start laat gaan door een boodschap naar de ‘ontvanger’
te sturen
➔ Ontvanger: de persoon aan wie de 'boodschap' is gericht
➔ Boodschap: de eigenlijke inhoud van de communicatie tussen ‘zender’ en ‘ontvanger’
CONTEXT
➔ Context: het referentiekader waarin de communicatie plaatsvindt, de situatie waarin men zich
bevindt, de voorkennis die de partijen hebben over het onderwerp waarover ze praten
» Communicatie kan enkel goed verlopen als alle factoren door alle partijen goed begrepen worden. Het
spreekt dan ook voor zich dat van de betrokken partijen verwacht wordt, dat ze dezelfde voorkennis
hebben over het onderwerp en de gesprekssituatie
CODE
= De vorm waarin de ‘boodschap’ wordt verstuurd
» Talen zoals het Nederlands, Engels, maar ook gebarentaal en braille(=voelen)
» Gebaren zoals je hand opsteken of zwaaien.
» Beelden zoals pictogrammen op een verkeersbord
» Gezichtsuitdrukkingen zoals een glimlach, fronsende wenkbrauwen
3