STAPPENPLANNEN GEZONDHEIDSECONOMIE
ELASTICITEIT
1. Vul voor beide prijzen de aanbod/vraag curve in
2. Gebruik formule eVY = (q’*Poud)/qoud of evy = (qnieuw–qoud)/qoud /
(ynieuw– youd)/youd
3. Interpreteer antwoord
Soort goed: (inkomenselasticiteit)
E < 0 inferieurgoed, dit product ga je minder gebruiken wanneer je inkomen
stijgt
E = 0 vast gebruiksproduct, vraag reageert niet op verandering van prijs
0 < E < 1 noodzakelijk goed, wanneer inkomen stijgt neemt vraag toe, maar
inkomen
stijgt sneller dan de vraag
E > 1 luxe goed, gebruik je bij meer inkomen, vraag stijgt sneller dan inkomen
Elastisch/ inelastisch: (eigen prijselasticiteit)
E < -1 elastisch, sterke reactie op prijsverandering
E = 0 perfect inelastisch, geen reactie op prijsverandering
-1 < E < 0 inelastisch, weinig reactie op prijsverandering
0 < E < 1 Giffen en Veblen goederen, meer vraag bij hogere prijs
E > 1 Giffen en Veblen goederen, meer vraag bij hogere prijs
Complementair/substitutie:(kruislingse elasticiteit)
E < 0 complementaire goederen, producten die samenhangen, vraag veranderd
hetzelfde bij verandering prijs
E > 0 substitutiegoederen, wanneer prijs van 1 product verandert reageert andere
product daar tegengesteld op
CONSUMENTEN- EN PRODUCENTEN SURPLUS
1. Stel aanbodlijn op
2. Stel vraaglijn op
3. Teken de lijnen in de figuren
Vraaglijn is dalend
Aanbodlijn is stijgend
4. Teken eventueel producenten en consumentensurplus
Consumentensurplus is bovenste driehoek oppervlakte is surplus
Producente surplus is onderste driehoek oppervlakte is surplus
5. Bereken surplus
CS = ½ × (maximum bereidheid – prijs) × hoeveelheid
PS = ½ × (prijs – minimum verkoopprijs) × hoeveelheid
EVENWICHTSPRIJS EN EVENWICHTS HOEVEELHEID
1. Stel Qv en Qa eventueel op
2. Qa = Qv
3. Interpreteer
Let op! Kijk goed naar echte hoeveelheden bij geven van uiteindelijke antwoord
OPTIMALE NUTSMAXIMALISATIE
1. Stel een budget vergelijking op
Totale budget = (prijs product A) A + (prijs product B) B
2. MRS opstellen
-U’(x)/U’(y)
U= nutsfunctie
3. MRT opstellen
-p(x)/p(y)
4. MRS = MRT oplossen
5. Vul in de budgetfunctie
Doe dit doormiddel van substitutie
ELASTICITEIT
1. Vul voor beide prijzen de aanbod/vraag curve in
2. Gebruik formule eVY = (q’*Poud)/qoud of evy = (qnieuw–qoud)/qoud /
(ynieuw– youd)/youd
3. Interpreteer antwoord
Soort goed: (inkomenselasticiteit)
E < 0 inferieurgoed, dit product ga je minder gebruiken wanneer je inkomen
stijgt
E = 0 vast gebruiksproduct, vraag reageert niet op verandering van prijs
0 < E < 1 noodzakelijk goed, wanneer inkomen stijgt neemt vraag toe, maar
inkomen
stijgt sneller dan de vraag
E > 1 luxe goed, gebruik je bij meer inkomen, vraag stijgt sneller dan inkomen
Elastisch/ inelastisch: (eigen prijselasticiteit)
E < -1 elastisch, sterke reactie op prijsverandering
E = 0 perfect inelastisch, geen reactie op prijsverandering
-1 < E < 0 inelastisch, weinig reactie op prijsverandering
0 < E < 1 Giffen en Veblen goederen, meer vraag bij hogere prijs
E > 1 Giffen en Veblen goederen, meer vraag bij hogere prijs
Complementair/substitutie:(kruislingse elasticiteit)
E < 0 complementaire goederen, producten die samenhangen, vraag veranderd
hetzelfde bij verandering prijs
E > 0 substitutiegoederen, wanneer prijs van 1 product verandert reageert andere
product daar tegengesteld op
CONSUMENTEN- EN PRODUCENTEN SURPLUS
1. Stel aanbodlijn op
2. Stel vraaglijn op
3. Teken de lijnen in de figuren
Vraaglijn is dalend
Aanbodlijn is stijgend
4. Teken eventueel producenten en consumentensurplus
Consumentensurplus is bovenste driehoek oppervlakte is surplus
Producente surplus is onderste driehoek oppervlakte is surplus
5. Bereken surplus
CS = ½ × (maximum bereidheid – prijs) × hoeveelheid
PS = ½ × (prijs – minimum verkoopprijs) × hoeveelheid
EVENWICHTSPRIJS EN EVENWICHTS HOEVEELHEID
1. Stel Qv en Qa eventueel op
2. Qa = Qv
3. Interpreteer
Let op! Kijk goed naar echte hoeveelheden bij geven van uiteindelijke antwoord
OPTIMALE NUTSMAXIMALISATIE
1. Stel een budget vergelijking op
Totale budget = (prijs product A) A + (prijs product B) B
2. MRS opstellen
-U’(x)/U’(y)
U= nutsfunctie
3. MRT opstellen
-p(x)/p(y)
4. MRS = MRT oplossen
5. Vul in de budgetfunctie
Doe dit doormiddel van substitutie