Diabetes (cursus p118 – p162)
1. Omschrijving van het ziektebeeld “diabetes mellitus”
Diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een chronische
stofwisselingsziekte waarbij het bloedsuikergehalte verhoogd is. Dit kan
twee oorzaken hebben:
Het lichaam maakt onvoldoende tot geen insuline meer aan. Men
spreekt over een defect in de insulinesecretie.
De geproduceerde insuline is onvoldoende werkzaam. Er treedt
insulineresistentie op.
2. Werking van insuline
Insuline wordt geproduceerd in de pancreas door de β-cellen van de
eilandjes van Langerhans. Het hormoon speelt een essentiële rol in de
stofwisseling van koolhydraten, vetten en eiwitten.
Koolhydraatstofwisseling: Insuline zorgt ervoor dat glucose
wordt opgenomen door spier- en vetcellen en bevordert de opbouw
van glycogeen in de lever en spieren.
Vetstofwisseling: Insuline bevordert de opbouw van vetten.
Eiwitstofwisseling: Insuline bevordert de opbouw van eiwitten.
3. Verschil tussen type 1 en type 2 diabetes en diagnosecriteria
Type 1 diabetes is een auto-immuunziekte die acuut ontstaat, waarbij de
β-cellen in de pancreas vernietigd worden. Dit leidt tot een absoluut
insulinetekort, en de patiënt heeft levenslange insulinetherapie via SC
nodig. Symptomen treden acuut op, meestal op jonge leeftijd en omvatten
polyurie (overmatig urineren), polydipsie (grote dorst), vermoeidheid en
gewichtsverlies. Vaak komt er ook ketosis bij. Dit is een metabolische
toestand waarbij het lichaam vetten afbreekt om energie te produceren
omdat het insulinegehalte te laag is.
Type 2 diabetes: De β-cellen zijn niet vernietigd, maar wel minder
gevoelig voor de normale glucoseprikkel zodat er minder insuline dan
nodig wordt afgescheiden. Enerzijds is er een weerstand van de perifere
weefsels tegen insuline, maw insulineresistentie. Anderzijds kunnen de
cellen nog wel insuline aanmaken, maar slagen ze er niet meer in de
resistentie tegen insuline te compenseren. Het ontwikkelt zich
geleidelijk en komt vaker voor bij ouderen en mensen met overgewicht,
mensen die te weinig bewegen en mensen met verkeerde
voedingsgewoonten.
, Gestationele diabetes of zwangerschapsdiabetes: Dit is een
verstoorde glucosetolerantie die ontstaat tijdens de zwangerschap,
waardoor er een tijdelijke resistentie voor insuline ontstaat. Hierbij is heet
noodzakelijk insuline met SC toe te dienen; oraal is teratogeen (schadelijk
voor foetus).
Secundaire diabetes: is een vorm van diabetes waarbij een andere
ziekte aan de basis ligt voor het ontstaan van diabetes. De meest
voorkomende oorzaken zijn pancreasaandoeningen, wegname van
pancreas, behandeling met hoge doses corticosteroïden, …
Diagnosecriteria: (2 versch. tijdstippen)
Glycemiewaarde Nuchtere Niet nuchter
n in mg/dl glycemie (ad random)
Normaal < 100mg/dl
Gestoorde nuchtere 100-125mg/dl
glycemie
(Impaired fasting
glucose) Pré-
diabetes
Diabetes mellitus ≥ 126mg/dl ≥ 200mg/dl +symptomen van
diabetes
Nuchtere glycemie ≥ 126 mg/dl
Niet-nuchtere glycemie ≥ 180 mg/dl met symptomen.
4 punts prepandiale curve (voor slapen + telkens voor de
maaltijd)
1. Omschrijving van het ziektebeeld “diabetes mellitus”
Diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een chronische
stofwisselingsziekte waarbij het bloedsuikergehalte verhoogd is. Dit kan
twee oorzaken hebben:
Het lichaam maakt onvoldoende tot geen insuline meer aan. Men
spreekt over een defect in de insulinesecretie.
De geproduceerde insuline is onvoldoende werkzaam. Er treedt
insulineresistentie op.
2. Werking van insuline
Insuline wordt geproduceerd in de pancreas door de β-cellen van de
eilandjes van Langerhans. Het hormoon speelt een essentiële rol in de
stofwisseling van koolhydraten, vetten en eiwitten.
Koolhydraatstofwisseling: Insuline zorgt ervoor dat glucose
wordt opgenomen door spier- en vetcellen en bevordert de opbouw
van glycogeen in de lever en spieren.
Vetstofwisseling: Insuline bevordert de opbouw van vetten.
Eiwitstofwisseling: Insuline bevordert de opbouw van eiwitten.
3. Verschil tussen type 1 en type 2 diabetes en diagnosecriteria
Type 1 diabetes is een auto-immuunziekte die acuut ontstaat, waarbij de
β-cellen in de pancreas vernietigd worden. Dit leidt tot een absoluut
insulinetekort, en de patiënt heeft levenslange insulinetherapie via SC
nodig. Symptomen treden acuut op, meestal op jonge leeftijd en omvatten
polyurie (overmatig urineren), polydipsie (grote dorst), vermoeidheid en
gewichtsverlies. Vaak komt er ook ketosis bij. Dit is een metabolische
toestand waarbij het lichaam vetten afbreekt om energie te produceren
omdat het insulinegehalte te laag is.
Type 2 diabetes: De β-cellen zijn niet vernietigd, maar wel minder
gevoelig voor de normale glucoseprikkel zodat er minder insuline dan
nodig wordt afgescheiden. Enerzijds is er een weerstand van de perifere
weefsels tegen insuline, maw insulineresistentie. Anderzijds kunnen de
cellen nog wel insuline aanmaken, maar slagen ze er niet meer in de
resistentie tegen insuline te compenseren. Het ontwikkelt zich
geleidelijk en komt vaker voor bij ouderen en mensen met overgewicht,
mensen die te weinig bewegen en mensen met verkeerde
voedingsgewoonten.
, Gestationele diabetes of zwangerschapsdiabetes: Dit is een
verstoorde glucosetolerantie die ontstaat tijdens de zwangerschap,
waardoor er een tijdelijke resistentie voor insuline ontstaat. Hierbij is heet
noodzakelijk insuline met SC toe te dienen; oraal is teratogeen (schadelijk
voor foetus).
Secundaire diabetes: is een vorm van diabetes waarbij een andere
ziekte aan de basis ligt voor het ontstaan van diabetes. De meest
voorkomende oorzaken zijn pancreasaandoeningen, wegname van
pancreas, behandeling met hoge doses corticosteroïden, …
Diagnosecriteria: (2 versch. tijdstippen)
Glycemiewaarde Nuchtere Niet nuchter
n in mg/dl glycemie (ad random)
Normaal < 100mg/dl
Gestoorde nuchtere 100-125mg/dl
glycemie
(Impaired fasting
glucose) Pré-
diabetes
Diabetes mellitus ≥ 126mg/dl ≥ 200mg/dl +symptomen van
diabetes
Nuchtere glycemie ≥ 126 mg/dl
Niet-nuchtere glycemie ≥ 180 mg/dl met symptomen.
4 punts prepandiale curve (voor slapen + telkens voor de
maaltijd)