Prof. Dr. A. Baeyens
1° BACHELOR BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN
Academiejaar 2019-2020
REEKS 4A – Dynamica van rotatie
1) Twee gewichten met een massa van 5,00 kg en 7,00 kg zijn gemonteerd op een
onderlinge afstand van 4,00 m op een lichte stang (de massa van de stang mag
verwaarloosd worden). Bereken het traagheidsmoment van het systeem
a) Wanneer het roteert om een as halverwege tussen de gewichten (48,0 kgm2)
b) Wanneer het roteert om een as 0,50 m links van de massa van 5,0 kg
(143 kgm2)
2) Een draaimolen heeft een massa van 1700 kg en een straal van 7,5 m. Hoeveel netto
arbeid moet er verricht worden om de draaimolen vanuit rust een snelheid van 1
omwenteling per 8s te geven? (Beschouw de draaimolen als een massieve cilinder)
(14,7 . 103 J)
3) Een ladder met een massa van 80,00 kg en een lengte 5,00 m wordt tegen een muur
geplaatst onder een hoek van 20° met de verticale. Bereken de wrijvingscoëfficiënt μs
tussen de ladder en de grond vereist voor stabiliteit (wrijving tussen ladder en muur
mag verwaarloosd worden) (0,182)
4) Een student zit recht op een draaistoel en houdt beide armen horizontaal gestrekt
(lengte arm = 0,8 m). In elke hand houdt de student een gewicht met een massa van
2,5 kg. Het traagheidsmoment van de student en de stoel samen bedraagt 1,75 kg m2.
Met gestrekte armen draait de student aan een frequentie van 0,5 omwenteling per
seconde. Wat is de frequentie waarmee de student draait als de student de massa’s
op 20 cm van de rotatieas brengt? Verwaarloos de massa van de armen. (1,27 Hz)
1