HOOFDSTUK 1:
introductie
Hoe alle individuele beslissingen samenkomen en de economie van een bepaald
Macro economie
land/regio vormen (BBP vs Inflatie)
1. adam smith
2. industriële revolutie Marxisme (kapitalist) TOV oostenrijkse school (vrije mark
3. Keyniaanse school (overheidsingrepen)
Verschillende
4. stagflatie (inflatie stijgt zonder economische groei)
stromingen
5. ontstaan monetarisme Chicago school (neoklassiek idee vrije markt) & nieuw
keynesiaanse school (geldhoeveelheid bepaald inflatie + overheidsingrepen)
6. 2008 (crisis) moderne monetaire theorie (sterke munt bepaalt inflatie!)
Theorie en empirie Een theorie is geldig tot het tegendeel bewezen is
Onderste bouwstenen:
HOOFDSTUK 2:
LT: BBP
BBP en inflatie
KT: Inflatie
Maatstaf om inkomen te berekenen (meest correcte maatstaf)
BBP Y = C + I + G + NX Def: de marktwaarde van finale goederen en diensten geproduceerd in een bepaal
periode in een bepaald land
BBP + inkomen belgen in buitenland – inkomen
BNI Maastaf om inkomen te berekenen, bruto nationaal inkomen
buitenlanders in belgie
NI BNI – belastingen + subsidies Maatstaf om inkomen te berekenen, nationaal inkomen
, BNI – inkomen van bedrijven niet uitgekeerd
PI aan gezinnen + inkomsten uit Persoonlijk inkomen, maatstaf om inkomen te berekenen
overheidsmiddelen
BI PI - belastingen Beschikbaar inkomen, maatstaf om inkomen te berekenen
BBP dat rekening
houdt met # BBP/capita Zo kan je BBP verschillende landen vergelijken
inwoners
Uitgedrukt in geldeenheden
Nominale BBP P*Q
Prijzen constant en hoeveelheid laten variëren, uitgedrukt in goederen en diensten,
Reëel BBP Nominaal BBP / BBP deflator
opzichte van basisjaar vergelijken
BBP deflator Nominaal BBP/ reëel BBP * 100 Prijzen laten variëren, hoeveelheid constant laten,
BBP groei,
Procentuele wijziging BBP ene jaar tov andere, berekent adhv REEEL BBP!
groeivoet
CPI (Prijzenkorf jaar nu/ prijzenkorf jaar X) * 100 Consumptieprijsindex, korf van goederen en diensten vergeleken tov een basisjaa
Vast bepaald wat er id korf komt, zorgt voor substitutiebias aangezien niet iedereen
producten verkiest! veel veranderingen in de tijd dus geen goede weergave doo
prijzenkorf # goederen * prijs
Nieuwe producten, veranderingen in kwaliteit en consumptiepatroon van gemiddel
belg (niet veralgemeenbaar)
In plaats dat de prijzen van goederen en diensten toenemen, gaat de hoeveelheid
krimpflatie
afnemen hoeveelheden in stuks worden niet meegerekend in CPI
Procentuele verandering in index in vergelijking met de vorige periode
In België nog veel andere indexen:
Inflatie
Gezondheidsindex, CPI zonder petroleum, CPI zonder energie, afgevlate index
(gemiddelde laatste 4 maand * 0,98), spilindex (vooropgesteld drempelwaarde
, Het aanpassen van een bedrag aan een indexcijfer
1. loonindexatie in BE aangepast aan inflatie, niet in elk land
indexering
2. huurindexatie niet vanzelf, wel recht op in België
BBP deflator (prijzen alle goederen en diensten geproduceerd in een land) CPI (prijz
goederen en diensten gekocht door typische consument)
Verschil BBP
goederen en diensten die deel uitmaken van bbp deflator veranderen automatis
deflator en CPI
met veranderende productiehoeveelheden
Waarde vandaag Corrigeren naar wat je reëel voor dat geld kan kopen vandaag tov vroeger
Reëele rente Nominale rente – inflatie, uitgedrukt in termen van hoeveel G en D je met iets kan ko
Nominale rente Uitgedrukt in termen van geldwaarde
HOOFDSTUK 3: Lange termijn kant:
economische groei DE ECONOMISCHE GROEI
Landen met elkaar vergelijken over de jaren heen economische groei en niet jaarl
Verandering BBP
want dat is niet representatief (cfr Macao, Guyana)
per capita
gestage groei over lange periode = beste
Reden voor groei volgens neoklassieke idee
groeitheorie fysiek kapitaal, menselijk kapitaal, natuurlijk kapitaal en technologische vooruitgan
verschil in productiefactoren
1. Het Solow-Swan Het BBP is een functie van inputs (productiefactoren K en L) vermenigvuldigd met h
model efficient je deze inputs kan gebruiken (A technologie) (gebasseerd op neoklassie idee
, 1. Constante schaalvoordelen
Assumpties Solow- 2. Y = C + S (ofwel geconsumeerd ofwel gespaard)
Swan model 3. afnemend marginaal product van arbeid en kapitaal (elke extra input zorgt voor
minder output)
Productiefunctie
per werknemer
1. kapitaalaccumulatie door een stijging van sparen
2. toename van de bevolking
3. toename technologische vooruitgang
Oorzaken groei Dit zijn de exogene factoren die buiten de
volgens Solow economie bepaald worden en niet verklaard
Swan model worden
Kritiek op solow swan model hier zijn bevolkingsgroei, spaarpercentage en
technologische vooruitgang verklaard door de economische groei en is de economis
2. endogene groei door hen verklaard exogene factoren worden endogene factoren
groeimodel er is geen convergentie tussen de verschillende landen (niet elk land zal ooit tot e
steady state punt komen)
land die grotere economische groei kent zal wss een lagere bevolkingsgroei kenn
1. investeringen (goed klimaat om in te investeren, buitenlandse investeringen, grote
Invloed
spaarvoet, korte termijn trade-off tussen consumptie en sparen)
overheidsbeleid op
2. menselijk kapitaal
de economische
3. technologische vooruitgang
groei
4. buitenlandse handeln
introductie
Hoe alle individuele beslissingen samenkomen en de economie van een bepaald
Macro economie
land/regio vormen (BBP vs Inflatie)
1. adam smith
2. industriële revolutie Marxisme (kapitalist) TOV oostenrijkse school (vrije mark
3. Keyniaanse school (overheidsingrepen)
Verschillende
4. stagflatie (inflatie stijgt zonder economische groei)
stromingen
5. ontstaan monetarisme Chicago school (neoklassiek idee vrije markt) & nieuw
keynesiaanse school (geldhoeveelheid bepaald inflatie + overheidsingrepen)
6. 2008 (crisis) moderne monetaire theorie (sterke munt bepaalt inflatie!)
Theorie en empirie Een theorie is geldig tot het tegendeel bewezen is
Onderste bouwstenen:
HOOFDSTUK 2:
LT: BBP
BBP en inflatie
KT: Inflatie
Maatstaf om inkomen te berekenen (meest correcte maatstaf)
BBP Y = C + I + G + NX Def: de marktwaarde van finale goederen en diensten geproduceerd in een bepaal
periode in een bepaald land
BBP + inkomen belgen in buitenland – inkomen
BNI Maastaf om inkomen te berekenen, bruto nationaal inkomen
buitenlanders in belgie
NI BNI – belastingen + subsidies Maatstaf om inkomen te berekenen, nationaal inkomen
, BNI – inkomen van bedrijven niet uitgekeerd
PI aan gezinnen + inkomsten uit Persoonlijk inkomen, maatstaf om inkomen te berekenen
overheidsmiddelen
BI PI - belastingen Beschikbaar inkomen, maatstaf om inkomen te berekenen
BBP dat rekening
houdt met # BBP/capita Zo kan je BBP verschillende landen vergelijken
inwoners
Uitgedrukt in geldeenheden
Nominale BBP P*Q
Prijzen constant en hoeveelheid laten variëren, uitgedrukt in goederen en diensten,
Reëel BBP Nominaal BBP / BBP deflator
opzichte van basisjaar vergelijken
BBP deflator Nominaal BBP/ reëel BBP * 100 Prijzen laten variëren, hoeveelheid constant laten,
BBP groei,
Procentuele wijziging BBP ene jaar tov andere, berekent adhv REEEL BBP!
groeivoet
CPI (Prijzenkorf jaar nu/ prijzenkorf jaar X) * 100 Consumptieprijsindex, korf van goederen en diensten vergeleken tov een basisjaa
Vast bepaald wat er id korf komt, zorgt voor substitutiebias aangezien niet iedereen
producten verkiest! veel veranderingen in de tijd dus geen goede weergave doo
prijzenkorf # goederen * prijs
Nieuwe producten, veranderingen in kwaliteit en consumptiepatroon van gemiddel
belg (niet veralgemeenbaar)
In plaats dat de prijzen van goederen en diensten toenemen, gaat de hoeveelheid
krimpflatie
afnemen hoeveelheden in stuks worden niet meegerekend in CPI
Procentuele verandering in index in vergelijking met de vorige periode
In België nog veel andere indexen:
Inflatie
Gezondheidsindex, CPI zonder petroleum, CPI zonder energie, afgevlate index
(gemiddelde laatste 4 maand * 0,98), spilindex (vooropgesteld drempelwaarde
, Het aanpassen van een bedrag aan een indexcijfer
1. loonindexatie in BE aangepast aan inflatie, niet in elk land
indexering
2. huurindexatie niet vanzelf, wel recht op in België
BBP deflator (prijzen alle goederen en diensten geproduceerd in een land) CPI (prijz
goederen en diensten gekocht door typische consument)
Verschil BBP
goederen en diensten die deel uitmaken van bbp deflator veranderen automatis
deflator en CPI
met veranderende productiehoeveelheden
Waarde vandaag Corrigeren naar wat je reëel voor dat geld kan kopen vandaag tov vroeger
Reëele rente Nominale rente – inflatie, uitgedrukt in termen van hoeveel G en D je met iets kan ko
Nominale rente Uitgedrukt in termen van geldwaarde
HOOFDSTUK 3: Lange termijn kant:
economische groei DE ECONOMISCHE GROEI
Landen met elkaar vergelijken over de jaren heen economische groei en niet jaarl
Verandering BBP
want dat is niet representatief (cfr Macao, Guyana)
per capita
gestage groei over lange periode = beste
Reden voor groei volgens neoklassieke idee
groeitheorie fysiek kapitaal, menselijk kapitaal, natuurlijk kapitaal en technologische vooruitgan
verschil in productiefactoren
1. Het Solow-Swan Het BBP is een functie van inputs (productiefactoren K en L) vermenigvuldigd met h
model efficient je deze inputs kan gebruiken (A technologie) (gebasseerd op neoklassie idee
, 1. Constante schaalvoordelen
Assumpties Solow- 2. Y = C + S (ofwel geconsumeerd ofwel gespaard)
Swan model 3. afnemend marginaal product van arbeid en kapitaal (elke extra input zorgt voor
minder output)
Productiefunctie
per werknemer
1. kapitaalaccumulatie door een stijging van sparen
2. toename van de bevolking
3. toename technologische vooruitgang
Oorzaken groei Dit zijn de exogene factoren die buiten de
volgens Solow economie bepaald worden en niet verklaard
Swan model worden
Kritiek op solow swan model hier zijn bevolkingsgroei, spaarpercentage en
technologische vooruitgang verklaard door de economische groei en is de economis
2. endogene groei door hen verklaard exogene factoren worden endogene factoren
groeimodel er is geen convergentie tussen de verschillende landen (niet elk land zal ooit tot e
steady state punt komen)
land die grotere economische groei kent zal wss een lagere bevolkingsgroei kenn
1. investeringen (goed klimaat om in te investeren, buitenlandse investeringen, grote
Invloed
spaarvoet, korte termijn trade-off tussen consumptie en sparen)
overheidsbeleid op
2. menselijk kapitaal
de economische
3. technologische vooruitgang
groei
4. buitenlandse handeln