,ONDERWIJSBELEID: EUROPESE KADERS
03 EUROPESE SAMENWERKING EN EENMAKING
LEERDOELEN
De student kan:
• de Europese integratie vanuit historisch perspectief toelichten
• kritisch reflecteren over de invloed van het Europees integratieproject in verschillende
maatschappelijke domeinen (financieel, economisch, juridisch, etc.)
• actie ondernemen om mee te werken aan de invulling van de actuele beleidsprioriteiten van Europa
(in het onderwijs).
3.1. EEN OVERZICHT VAN DE EUROPESE INTEGRATIE EN UITBREIDING
• Na WOII: idee dat economische en politieke samenwerking oorlog kan voorkomen.
• 1957: Verdrag van Rome → oprichting EEG en Euratom door 6 landen (BE, DE, FR, IT, LU, NL).
• Onderwijs bleef nationale bevoegdheid, EU had enkel rol in samenwerking rond beroepsvorming.
• Eind jaren '60: studentenprotesten in Europa → roep om meer individuele rechten en politieke
inspraak.
• Onderwijs weerspiegelde traditionele gezinsmodellen (vrouw = opvoeder, man = kostwinner).
• Verbeteringen voor vrouwenrechten vanaf jaren '50 en '60: einde handelingsonbekwaamheid,
ontslag bij huwelijk afgeschaft, toegang tot jobs vergemakkelijkt.
• 1973: oliecrisis → economische terugval → omslag naar nieuwe technologische sectoren.
• 1973: toetreding Denemarken, Ierland, VK tot EEG.
• 1975: Helsinki-akkoorden → mensenrechten centraal, gebruikt door dissidenten in Oostblok.
• Jaren '70-'80: val van dictaturen in Zuid-Europa → Griekenland, Spanje, Portugal sluiten zich aan.
• 1989: val Berlijnse Muur → einde communisme, hereniging Duitsland.
• 1995: toetreding Finland, Oostenrijk, Zweden.
• 2004: grootste uitbreiding ooit (10 landen: CY, MT, + 8 Oost- en Centraal-Europese landen).
• 2007: toetreding Bulgarije en Roemenië.
• 2013: Kroatië wordt lid.
• 2016: Brexit-referendum → VK verlaat EU in 2020.
2
, 3.2. DE BELANGRIJKSTE REALISATIES VAN HET EUROPEES INTEGRATIEPROJECT
• Na WOII: fundamenten gelegd voor een Europese grondwet.
• 1 dec 2009: Handvest van de Grondrechten van de EU wordt juridisch bindend.
o Bevat o.a. recht op onderwijs, non-discriminatie, gelijkheid, mensenrechten.
• 1993: oprichting interne markt met de “vier vrijheden”:
o Vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.
• 1995: Schengenakkoorden in werking → reizen zonder paspoortcontrole.
• 1999: invoering euro (eerst voor financiële transacties); later in 12 landen als betaalmiddel.
• 2008: financiële crisis → oprichting bankenunie voor stabieler bankensysteem.
• Onderwijs:
o EU benut beperkte bevoegdheid om samenwerking te stimuleren.
o 1984: eerste Europees onderzoeksprogramma.
o 1987: start Erasmusprogramma voor studentenmobiliteit.
• Veiligheid:
o 2015: na terreuraanslagen oprichting Europees Centrum voor Terrorismebestrijding.
• Migratie:
o 2015: meer dan 1 miljoen asielzoekers → EU werkt gemeenschappelijk asielstelsel uit +
oprichting EUAA.
• Gezondheid:
o 2020: coronapandemie → gezamenlijke EU-aanpak voor gezondheidszorg, vaccins,
economische stimulering.
• Energie:
o 2022: dreiging van Russisch gas → plan “Gas besparen voor een veilige winter” opgesteld.
3